‘Maatregelen universiteitsbestuur criminaliseren pro-Palestijnse beweging’

Het afgelopen academisch jaar werd gekenmerkt door wijdverbreide pro-Palestijnse demonstraties, protesten en kampementen, niet alleen op universiteiten in Nederland, maar op universiteiten over de gehele wereld. Sinds de start van het nieuwe academische jaar zien we dat de protesten weer aan kracht winnen. De reactie van de Universiteit van Amsterdam (UvA) hierop is het afkondigen van een verhoogd niveau van ‘veiligheidscontrole’ door middel van maatregelen als identiteitscontroles en het verbieden van buitenjassen binnen gebouwen. Dit is een duidelijke poging om niet alleen de Palestijnse bevrijdingsbeweging op de universiteit, maar protestbewegingen in het algemeen te onderdrukken. CJB-afdeling UvA veroordeelt deze maatregelen.

Nieuwe toelatingseisen

De UvA heeft verklaard dat de toegang tot ‘bepaalde evenementen’ vanaf het begin van het studiejaar beperkt zal zijn tot studenten die zich vooraf hebben aangemeld en een QR-code hebben ontvangen. De universiteit is opzettelijk vaag door niet te specificeren op welke evenementen deze regel van toepassing zal zijn, en heeft ook geen verdere informatie over dit onderwerp gegeven. Naast de toegangscode eist de universiteit dat studenten zaken als buitenjassen en tassen niet in het gebouw mogen meebrengen. "Dit kan sommige mensen van streek maken, omdat ze langer in de rij moeten staan", zegt de universiteitswoordvoerder. Deze verklaring is een duidelijke afleiding, aangezien veel studenten zich absoluut geen zorgen maken over de langere rijen, maar wel over dit beleid.

Zorgwekkender is het niveau van controle dat de universiteit over haar studenten wil hebben en de manier waarop deze controle tot uiting komt. Vanwege de vage aard van de aankondiging van dit beleid beschouwen veel studenten het terecht als een tactiek van controle via angst en censuur. Om nog maar te zwijgen of het haalbaar is dat studenten hun jassen en tassen achter moeten laten. De winters in Amsterdam zijn koud en veel oudere universiteitsgebouwen hebben geen verwarming. Bovendien kunnen studenten om verschillende redenen toegang tot hun tassen nodig hebben, waaronder chronisch zieke studenten die hun medische spullen bij zich hebben of studenten die menstrueren en toegang nodig hebben tot hun menstruatieproducten.

‘Zorgen’ om veiligheid Joodse studenten en medewerkers

​​​​​Een van de redenen die de UvA heeft opgegeven voor het voeren van dit nieuwe ‘veiligheidsbeleid’ is de zorg voor de veiligheid van hun Joodse en Israëlische studenten en medewerkers. Er is een duidelijk probleem met deze verklaring, omdat deze de samensmelting van het jodendom met de staat Israël impliceert, wat niet alleen onjuist is, maar ook antisemitisch van aard. Veel Joodse studenten van de UvA en andere universiteiten veroordelen de genocidale acties van Israël, en de mondiale Palestijnse bevrijdingsbeweging kent veel Joodse leden, waaronder Israëlische leden die solidair zijn met de Palestijnen. De suggestie dat de pro-Palestijnse demonstraties van nature antisemitisch zijn, is onjuist en een laffe poging van de UvA om zich achter hun Joodse studenten en medewerkers te verschuilen om niet verantwoordelijk te worden gehouden voor hun medeplichtigheid aan de genocide in Palestina.

Gewelddadige onderdrukking

​​​​​​​Het College van Bestuur (CvB) heeft het vorige academisch jaar opnieuw laten zien dat ze niet zullen aarzelen om politiegeweld te gebruiken tegen haar eigen studenten. Ze zullen maatregelen nemen zoals het bellen van de politie en ME, en geven goedkeuring aan het overrijden van studentententen (letterlijk met bulldozers), om demonstranten te onderdrukken. Onlangs kwamen we er zelfs achter dat het niet juist was dat de UvA demonstranten beschuldigde van 'huisvredebreuk' bij het studentenprotest van 6 mei. We wisten al dat de beslissing om de oproerpolitie te sturen de verkeerde was, maar nu weten we ook dat daar niet eens een juridische reden voor was. We moeten ons nu afvragen waarom de UvA de politie heeft gevraagd om de ME te sturen om studenten in elkaar te slaan, hun tenten kapot te maken en tientallen te arresteren.

Tegelijkertijd weigert het CvB productief te praten met studenten-onderhandelaars of zelfs onderhandelaars van de FNV. Deze factoren hebben geleid tot groeiende frustratie onder demonstranten, wat heeft geresulteerd in vandalisme en vernielingen van universiteitseigendommen door demonstranten. De universiteit gebruikt deze vernielingen uiteraard als excuus om zogenaamd de veiligheid te vergroten, maar brengt daarmee de repressie naar een autoritair niveau.

De schade aan eigendommen van de universiteit is echter niets vergeleken met de hoeveelheid schade en vernieling van eigendommen, emotionele, psychologische en fysieke trauma’s en het verlies van talloze levens die Israël al tachtig jaar, en vooral sinds oktober 2023 aan Palestijnse gezinnen toebrengt. De eisen van de pro-Palestijnse beweging aan de UvA, die de CJB steunt, zijn nog steeds het verbreken van de banden met Israëlische instituten die samenwerken met de Israëlische staat en daardoor medeplichtig zijn aan genocide.

CJB-afdeling UvA roept het CvB op om:

• de repressieve maatregelen stop te zetten en/of in te trekken; hef het overnachtingsverbod op, geen legitimatieplicht en sta bezettingen toe.
• een productievere benadering te hanteren ten opzichte van studenten, personeel en de vakbond.
• alle banden met medeplichtige Israëlische instellingen te verbreken.
• zich in te zetten om studenten juridisch en financieel te ondersteunen in hun rechtszaken tegen politiegeweld.