Skip navigation
Internationaal

Nederlandse Universiteiten zijn ‘fout’, in 1945 en nu

bron: NCPN

Het staakt-het-vuren tussen Israël en het Palestijnse verzet, dat na 467 dagen eindelijk inging, betekent geen einde aan de onderdrukking van de Palestijnse bevolking, maar zou voor de Palestijnse bevolking een adempauze moeten zijn van de genocide waarmee zij geconfronteerd wordt. Door Israël wordt het staakt-het-vuren echter regelmatig geschonden en de aanvallen op de Westelijke Jordaanoever zijn zelfs toegenomen. En hoewel ik niet pessimistisch wil zijn, lijkt het erop dat Nederlandse universiteiten - die deze genocide schaamteloos hebben gesteund en mogelijk gemaakt, ondanks de stakingen en acties van studenten en docenten - voor nu ongestraft zullen wegkomen met hun collaboratie.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden de besturen van Nederlandse universiteiten een cruciale rol in het faciliteren van nazi-gruweldaden. Besturen en hoge functionarissen werkten systematisch mee aan nazi-bevelen, waaronder de uitsluiting van Joodse academici en studenten. Instellingen zoals de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam zuiverden hun academische gemeenschappen onder leiding van hun bestuurders, en droegen daarmee direct bij aan de vervolgingscampagne van het naziregime.

Hiertegen was verzet binnen universiteiten, maar dit kwam veelal van studenten, professoren en stafleden in plaats van de instellingen zelf. De meeste universiteiten gaven prioriteit aan zelfbehoud boven morele verantwoordelijkheid en rechtvaardigden hun acties als noodzakelijk om operationeel te blijven onder bezetting. Deze medewerking maakte hen echter medeplichtig aan het onderdrukkingsapparaat, wat bijdroeg aan de marginalisering en uiteindelijke uitroeiing van Nederlandse Joden.

Decennia later zijn Nederlandse universiteiten opnieuw betrokken bij systemen van onderdrukking - ditmaal via hun materiële en ideologische banden met Israëls bezetting van Palestina. Hoewel de context anders is, blijft het morele falen van de universitaire leiding hetzelfde.

Veel Nederlandse universiteiten onderhouden - onder regie van hun besturen - onderzoekspartnerschappen, financieringsovereenkomsten en institutionele samenwerkingen met Israëlische universiteiten die diep verwoven zijn met Israëls genocidaal apartheidsregime. Zo zijn Israëlische universiteiten zoals het Technion-Israel Institute of Technology berucht vanwege hun rol in het ontwikkelen van militaire technologieën en surveillance systemen die worden gebruikt om Palestijnse bevolkingsgroepen te controleren. Of de banden van de TU Delft met Israel Aerospace Industries – een wapenfabrikant voor het Israëlische leger (IDF). Samenwerking met zulke instellingen maakt Nederlandse universiteiten medeplichtig aan het geweld tegen Palestijnen.

Nederlandse universiteiten collaboreren niet alleen met instellingen verbonden aan de bezetting, maar onderdrukken ook kritiek op Israël binnen hun eigen gelederen. Academische vrijheid - een zogenaamd kernprincipe van universitair leven - wordt vaak ingeperkt wanneer het over Palestina gaat. Studenten en professoren die zich uitspreken tegen Israëlisch beleid krijgen te maken met beschuldigingen van antisemitisme, bureaucratische tegenwerking, lastercampagnes en censuur. Studentenverenigingen en groepen die solidariteitsacties organiseren, worden bestraft of ontmoedigd, terwijl bedreigingen en geweld tegen studenten die zich uitspreken wijdverbreid zijn en met onverschilligheid worden beantwoord.

Deze repressie weerspiegelt de tactieken uit de Tweede Wereldoorlog om verzet binnen universiteiten de mond te snoeren, waar elke vorm van verzet tegen nazi-beleid snel werd aangepakt. Maar ondanks de parallellen tussen de acties van Nederlandse universiteiten tijdens de oorlog en hun huidige medeplichtigheid aan de bezetting van Palestina - met name in hun prioritering van eigenbelang boven morele verantwoordelijkheid - is er een cruciaal verschil: nu lopen de universiteiten zelf geen gevaar. Hun onverschilligheid tegenover de genocide wordt puur gedreven vanuit loyaliteit voor de burgerlijke staat en zijn internationale bondgenoten.

En hoewel Nederland na de oorlog veel van zijn collaborateurs - waaronder degenen in academische besturen - confronteerde, vrees ik dat zulk verzet tegen de handlangers van deze genocide voor nu uitblijft. Terwijl bestuurders die met de nazi’s samenwerkten, destijds terechtstonden, publiekelijk werden vernederd of ontslagen, kunnen de collaborateurs in de massale uitroeiing van Palestijnen voorlopig zonder zorg in hun warme bed kruipen. Waar collaboratie onder dwang vroeger al een verraad aan humane principes was, lijkt vrijwillige medeplichtigheid aan genocide vandaag blijkbaar acceptabel.

Hoewel de weg naar gerechtigheid lijkt te worden verduisterd door het gewicht van de geschiedenis en de medeplichtigheid van machtige instellingen, is het belangrijk te herinneren dat verantwoordelijkheid niet gebonden is aan tijd - noch immuun is voor de onverzettelijke kracht van collectieve actie. De wapenstilstand, hoe fragiel ook, is een testament aan de veerkracht van Palestijnen en hun bondgenoten die weigeren hun strijd te laten uitwissen. Wereldwijd staan bewegingen voor Palestijnse bevrijding sterk, gedragen door werkenden die apartheid en genocide weigeren te normaliseren.

De strijd voor gerechtigheid is lang, maar niet tevergeefs. De druk groeit: campagnes, juridische stappen en boycots ontmaskeren Israëls misdaden en isoleren hun handlangers. Net als naoorlogse samenlevingen uiteindelijk hun collaborateurs berechtten, zullen ook hedendaagse instellingen onder de loep genomen worden. De archieven van de geschiedenis worden geschreven door degenen die vastberaden strijd voeren - elk protest, elke boycot, elke daad van verzet is een steen op het pad naar verantwoording.

Aan wie rouwt om de verloren levens: draag hun verhalen verder. Aan wie collaboreert: weet dat medeplichtigheid vlekken nalaat die geen reputatie kan ontlopen. En aan wie weerstand biedt: jullie zijn het tegenwicht aan wanhoop. Gerechtigheid verjaart niet. Ze wordt genegeerd, uitgesteld, ontkend - totdat ze opeens niet meer te negeren is. De wapenstilstand is een pauze, geen eindpunt. Laat ze ons herinneren: zelfs in de donkerste uren gaat de strijd voor een vrij Palestina door, en geen onderdrukking duurt voor altijd.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!