Het onderwijssysteem in Nederland staat al jaren onder grote druk. Leraren ervaren een hoge werkdruk en lage maatschappelijke waardering voor hun werk. Scholen komen jaar na jaar in de problemen door een tekort aan bevoegde docenten. Beginnende docenten vallen vaak, door de eerder genoemde problemen, na enkele jaren weer uit. Al deze problemen zijn niet van gisteren, maar door de huidige samenloop van kapitalistische crises - de stijging in energiekosten, de toenemende inflatie en de wooncrisis - is de pijn voor onderwijzers in het land onhoudbaar geworden.
Schrijnende verhalen van docenten die uren onderweg zijn van en naar hun school, omdat woonruimte in de stad waarin zij werken onbetaalbaar is, kennen we allemaal. Onderwijzend Nederland werkt op basis van eenjarige cao’s. Bij de onderhandelingen voor de nieuwe cao voor 2023-2024 werd door de bonden de nadruk vooral gelegd op werkdrukvermindering en koopkrachtbescherming. Lange tijd zaten de cao-onderhandelingen voor het basis- en voortgezet onderwijs muurvast. De politiek gaf meermaals niet thuis en negeerde de deadlines die de onderwijsbonden stelden. Daarom wilden docenten uit het basis- en voortgezet onderwijs 5 oktober 2023 het werk neerleggen tijdens een landelijke staking. Docenten zijn mensen met een uitgesproken passie voor hun werk. Docent word je niet voor het geld. Staken is dus ook niet iets waar veel docenten om staan te trappelen, maar desondanks was de stakingsbereidheid onder leraren hoog.
Vrijwel uit het niets kwam op 12 september 2023 een bericht van de Algemene Onderwijsbond (AOB) en andere onderwijsbonden dat onderhandelingen alsnog tot een nieuw cao-akkoord hadden geleid. AOB-bestuurder Thijs Roovers schreef aan de leden: “Het onderhandelen heeft best even geduurd. Er viel een kabinet, we stuurden een ultimatumbrief, kondigden een staking aan. Nu is er een akkoord dat ik positief kan voorleggen aan mijn achterban.” Verder meldt de AOB: “De eerder aangekondigde staking op 5 oktober is hiermee van de baan, wel komen er acties richting de verkiezingen om onderwijs hoog op de agenda te krijgen bij politieke partijen.” Dat klinkt als goed nieuws, maar wat is er nu daadwerkelijk bereikt? Zijn de bonden niet te snel met het afblazen van de onderwijsstaking?
Onderwijzend Nederland krijgt in de nieuwe cao een loonsverhoging van tien procent. Ook worden enkele eenmalige uitkeringen beloofd en wordt de reiskostenvergoeding verhoogd van twaalf cent naar zeventien cent per kilometer. Verder staat het akkoord vol met goede voornemens die op een later moment concreter gemaakt moeten worden. Beginnende docenten zouden voortaan voor een periode van drie, in plaats van twee jaar, ontzien moeten worden van hun neventaken op school. Zo zouden starters beter kunnen aarden in het onderwijs en wordt uitval, hopelijk, voorkomen. Maar concrete maatregelen om dit mogelijk te maken ontbreken. Al met al is dit akkoord dus vooral een standaard cao die vooral de primaire arbeidsvoorwaarden afdekt. De langslepende problemen in het onderwijs worden hiermee wederom op de lange baan geschoven. In plaats van door te pakken hebben de vakbondsbestuurders duidelijk voor de snelle winst gekozen en niet voor beter onderwijs op langere termijn. Verdere verbeteringen die het onderwijs nog had kunnen behalen blijven verborgen nu de bonden de staking direct gesmoord hebben.
Alhoewel veel docenten kritisch naar dit akkoord kijken, heeft ongeveer 94 procent van de vakbondsleden in het basisonderwijs en 91 procent van de leden in het voortgezet onderwijs ingestemd met de nieuwe cao. De vakbondsbestuurders hebben duidelijk veel leraren kunnen overtuigen dat dit voorstel voor nu het hoogst haalbare is en dat staken geen extra winst oplevert.
Een loonsverhoging van tien procent klinkt indrukwekkend, maar in een tijd waarin de koopkracht met ongeveer veertien procent is gedaald is dit niets meer dan een slappe koopkrachtcorrectie. Een doekje voor het bloeden. Die vijf hele centen die docenten voortaan meer per kilometer vergoed krijgen zijn natuurlijk ook een lachertje wanneer je de huidige benzineprijzen bekijkt. Docenten in de Randstad zullen door dit nieuwe akkoord niet opeens in aanmerking komen voor een hypotheek. Startende docenten worden op papier beter beschermd, maar in de praktijk is het vaak zo dat scholen simpelweg hun programma niet rond krijgen wanneer deze starterskorting (volledig) gehonoreerd wordt. Wanneer beginnende docenten echt op hun strepen gaan staan en de volledige starterskorting opeisen, zoals hun goed recht is, dan krijgen veel scholen in Nederland hun curriculum niet gevuld. Uit een gevoel van loyaliteit naar de school, en wellicht een niet te onderschatten stukje geldingsdrang, springen starters ieder schooljaar weer in de bres om dit tekort op te vangen. Dit siert deze docenten aan de ene kant, maar het verhoogt tegelijk het risico dat zij weer vervroegd het onderwijs verlaten.
De cao schiet dus tekort om starters goed te beschermen omdat de structurele problemen, zoals te grote klassen en te weinig bevoegd onderwijspersoneel, volledig onbesproken blijven. Deze problemen zijn niet gisteren ontstaan. Al decennialang luidt het onderwijs de alarmbel in Nederland. Twintig jaar geleden kampten scholen al met te grote klassen en te weinig personeel. De politiek én de bonden hebben tijd genoeg gehad om voor verbetering te zorgen. Het enige antwoord op de vraag waarom dit nog niet is gebeurd, is pure onwil, laksheid en onderwerping aan de dictatuur van het kapitaal.
Onderwijs levert, net als kunst en gezondheidszorg, immers nauwelijks directe winst op. De Nederlandse politiek tolereert het onderwijs enkel als kostenpost omdat scholen goed opgeleide arbeiders afleveren. Investeringen in het onderwijs leiden niet tot financiële winsten en dus liggen voorstellen voor onderwijsverbeteringen bij de kapitalistische politieke partijen onder op de stapel. In hun ogen moet het onderwijs zo goedkoop mogelijk zijn. De persoonlijke ontwikkeling van de leerling is ondergeschikt aan hun geschiktheid als toekomstige arbeider, als radertje in het scheppen van winst.
Het plan van de onderwijsbonden om acties te voeren rondom de aankomende Tweede Kamerverkiezingen en de partijen bijna te smeken om überhaupt een mening te formuleren over het onderwijs, is dan ook bij voorbaat kansloos.
Het gevolg zal zijn dat docenten steeds meer met steeds minder moeten doen. Zij hoeven bij de landelijke politiek niet op genade te rekenen. Het huidige demissionaire kabinet riep onlangs docenten nog op om, als oplossing voor het docententekort, gewoon meer te gaan werken. De minachting spat er van af! In aanloop naar de komende verkiezingen negeert de landelijke politiek de onderwijscrisis liever. De enige keer dat politici het over docenten hebben is wanneer ze migranten de schuld proberen te geven van het feit dat leraren geen huis kunnen kopen. Het huidige bedelbeleid van de bonden helpt enkel de positie van onderwijzers te verzwakken.
Het mag duidelijk zijn dat de problemen in het onderwijs niet via cao-onderhandelingen gaan worden opgelost. Verbetering komt alleen wanneer docenten, leerlingen en opvoeders zich verenigen in een langdurige strijd voor verbetering. Onderwijzers moeten zich niet langer met een kluitje het riet in laten sturen door vakbonden die meer belang hechten aan het snel binnenhalen van een paar procentjes, dan aan een brede strijd voor verbetering van arbeidsvoorwaarden en de kwaliteit van het onderwijs. Docent word je niet voor het geld. Mensen in het onderwijs leven voor hun vak, en wanneer mensen het onderwijs verlaten, is salaris zelden de reden. Frustraties over gebrek aan maatschappelijke waardering en ondersteuning des te vaker.
Onderwijzend Nederland moet beseffen dat het de keus heeft om zich jaar na jaar weer te laten afschepen met een minimale salarisverhoging of om zich te verenigen en actie te voeren voor een algehele verbetering van arbeidsvoorwaarden en de kwaliteit van het onderwijs. Docenten kunnen zich daarbij laten inspireren door de strijd die in de afgelopen jaren gevoerd is door de schoonmakers, de jeugdzorg en de zorg. Het onderwijs is nodig voor een functionerende samenleving. Stakingen helpen die samenleving herinneren aan die maatschappelijke rol. Docenten verdienen meer. De jeugd verdient meer. De samenleving verdient meer. Strijd is de enige weg!
Tom is onderwijzer en lid van de Commissie Bedrijven- en Vakbondswerk van de NCPN
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!