Skip navigation
Geschiedenis

Nog altijd langs de Dollard: Internationale Rode Hulp in Groningen

Mensen lopen over het platteland van Groningen, langs een historische vluchtroute van de Rode Hulp. Ze dragen vlaggen van de NCPN, CJB en SDAJ.
Foto: NCPN

Op 13 september 2025 organiseren NCPN en CJB Groningen de jaarlijkse Rode Hulp-wandeling. Samen met de Duitse zusterorganisatie SDAJ en het Nederlands-Duitse initiatief Vluchtroutes 1933-1945 zullen leden, sympathisanten en andere geïnteresseerden een historische tocht afleggen: de weg die Duitse joden, communisten en andere antifascisten op de vlucht voor de nazi’s met hulp van Groninger communisten noodgedwongen moesten afleggen. De wandeling is niet alleen een prachtige dag vol fysieke inspanning, geschiedenis en gezelligheid, maar houdt ook een lange traditie van internationale solidariteit en antifascisme in stand.

Om de relevantie van de wandeling vandaag de dag te begrijpen, moeten we begrijpen in wat voor een wereld we vandaag de dag leven. De leninistische opvatting van imperialisme, het hoogste stadium van het kapitalisme, stelt dat het imperialistisch systeem op alle mogelijke manieren neigt naar reactionaire ontwikkelingen omdat er geen andere uitwegen meer zijn om de winsten veilig te stellen van het monopoliekapitaal. De burgerlijke democratie waar we nu onder leven is een gesluierde vorm van de openlijke dictatuur van de burgerij, die sterker tot uiting komt wanneer het kapitaal in tijden van crisis door de arbeidersbeweging en concurrentie in het nauw gedreven wordt. Met het fascisme is de dictatuur van het kapitaal in haar hoogste verschijningsvorm zichtbaar. Dit betekent dus ook dat het fascisme geen historische toevalligheid of unieke geïsoleerde tendens was. Ook in onze eigen tijd kan het fascisme zich op een nieuwe manier manifesteren. Een waarschuwing voor heden en toekomst.

In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was de Communistische Partij van Nederland (CPN) zich bewust van de ontwikkelingen in fascistisch Duitsland, Italië en andere plekken in Europa, en natuurlijk van de opkomst van de NSB in eigen land. Vanaf het partijcongres in 1935 hanteerde de CPN (in navolging van de Komintern) de Volksfronttactiek als antifascistische strategie. De partij stuurde aan op antifascistische samenwerking met organisaties zoals vakbonden en de SDAP, de sociaaldemocratische partij van die tijd. Met name de samenwerking met de SDAP verliep niet van harte - de SDAP dwarsboomde de samenwerking vanwege de vervolging van trotskistische antirevolutionairen in de Sovjet-Unie. De samenwerking werd in 1938 door de CPN onmogelijk geacht vanwege de ‘appeasement-houding' van de SDAP, wat ertoe leidde dat de sociaaldemocraten min of meer een goedkeuring voor de Duitse inval in Tsjechoslowakije gaven. Ondanks een niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en Nazi-Duitsland trof de CPN maatregelen om, indien nodig, ondergronds te gaan als de oorlog zou uitbreken. Dit werd ook gestimuleerd doordat de Nederlandse overheid in aanloop naar en tijdens de Duitse inval zowel CPN’ers als NSB’ers vervolgde, omdat zij een zogenaamde ‘derde colonne zouden kunnen vormen’. Verder werkten de ‘Rode Hulp', de wervers voor de Spaanse Burgeroorlog en de ondersteuners van de Communistische Partij van Indonesië (PKI) al langer ondergronds.

De CPN speelde tijdens de oorlog een grote rol in het verzet. We kennen de ‘grote’ namen van communistische verzetsmensen als Anton de Kom, Hannie Schaft, Jan Bonekamp en Truus en Freddy Overstegen, maar het succes van de partij in het verzet was te danken aan de worteling van de partij onder de werkende bevolking. De ‘minder bekende’ werkende mensen maakten het juist mogelijk dat deze verzetsmensen in staat waren om hun acties voor te bereiden, uit te voeren en vervolgens onder te duiken. Ze konden wegduiken in portieken van de flats als ze gezocht werden door de Gestapo, explosieven in elkaar zetten op bedrijfswerkplaatsen, fabrieken saboteren via georganiseerde kameraden in bijvoorbeeld de metaalbewerking of chemie, of simpelweg een bord eten krijgen als ze overgeplaatst werden van de stad naar een dorp. Sommigen riskeerden elke dag hun leven door simpelweg de communistische verzetskrant, De Waarheid, rond te brengen. Die krant was de spil van de gehele organisatie. Elke bijdrage deed ertoe en maakte helden van gewone mensen en gewone mensen van helden. Na de oorlog werd De Waarheid dan ook de grootste krant van Nederland.

Ook in de regio waar de Rode Hulp-wandeling doorheen voert, speelde zich een uitgebreide communistische geschiedenis af. In het interbellum kende Groningen een tijd van massale werkloosheid, ook al vóór de kapitalistische wereldcrisis van 1929. De eerste werkverschaffingskampen, waar werklozen in werkweken van 50 uur voor een loon van minder dan 17,50 gulden per week (omgerekend naar 2025 ongeveer 120 euro) verplicht moesten werken om alleen op zaterdagavond en zondagen thuis te mogen zijn. De nood was hoog. De CPN had sinds haar oprichting in 1919 al een grote invloed weten te winnen in Groningen (met name in het oosten van de provincie) door acties te voeren op het land, in de bedrijven en in de werkverschaffingskampen. Tevens was de partij actief in werklozencomités en in de buurten. De klassenstrijd in Groningen ging ook de grens over, want in deze periode waren er veel gezamenlijke acties met de Duitse arbeiders en communisten. De strijd tegen het fascisme speelde hier een steeds grotere rol, die tussen 1933 en 1940 zelfs zou uitlopen op een vrijwel totale focus op het antifascisme.

Zo kwam de Internationale Rode Hulp aan de Nederlands-Duitse grens op de voorgrond. De organisatie was een verlengstuk van de Communistische Internationale (Komintern). Sinds haar oprichting in 1922 had de organisatie een brede doelstelling van humanitaire hulp aan bijvoorbeeld door burgerlijke regimes gevangengezette communisten, maar ook aan oorlogsslachtoffers en joodse vluchtelingen. Toen de nazipartij in 1933 de macht greep in Duitsland, werd het duidelijk dat eerst joden en later in meerdere mate communisten écht niet meer veilig waren en werden zij door de Groninger communisten in het kader van de Internationale Rode Hulp de grens over gesmokkeld. De bijzondere rol van de Rode Hulp langs de Dollard wordt tijdens de wandeling door de vrijwilligers van het initiatief Vluchtroutes uitgelegd.

Na de inval van de Duitsers was er in Groningen breed verzet, waarbinnen de communisten zich organiseerden rondom kranten als De Waarheid en Noorderlicht. Het aantal verzetsmensen in Groningen was relatief groot en het verzetswerk eiste veel slachtoffers. Twintig procent van de verzetsstrijders is vermoord. De Sicherheitsdienst stond in Groningen bekend als enorm fel en wreed. Niettemin speelden Groninger communisten belangrijke rollen in de organisatie van en steun aan de Februaristaking (1941), gericht tegen de deportatie van de joden en in 1943 braken de april-meistakingen uit tegen de Arbeitseinsatz (tewerkstelling) van voormalig krijgsgevangenen in de oorlogsindustrie van de nazi’s. In het noorden had deze staking een grote impact. Fabrieksarbeiders, landarbeiders én boeren legden het werk neer in Stad, Ommeland en aan de Groninger en Drentse zijden van de Veenkoloniën. Van de 175 door de nazi’s als represaille voor deze stakingen vermoorde stakers in heel Nederland, kwamen er 32 uit Groningen. Het verzet in Groningen liquideerde ook een aantal NSB’ers en vooraanstaande collaborateurs, waar de nazi’s draconisch op reageerden. Een van de zwaarste vergeldingsacties van de bezetter was de zogeheten Aktion Silbertanne. SS’ers pleegden moordaanslagen waarbij in heel Nederland 54 slachtoffers vielen, waarvan maar liefst 20 in Groningen.

Tijdens de Rode Hulp-wandeling herdenken de NCPN, CJB en SDAJ niet alleen de slachtoffers van oorlog, maar specifiek de helden van de arbeidersklasse die zich in de voorhoede van het verzet bevonden. Deze helden worden geëerd met naam en toenaam, maar ook de nagedachtenis aan de strijd van de naamloze communistische helpers van het verzet is hier van groot belang. Het is namelijk alleen de verenigde arbeidersklasse die het fascisme kon en kan verslaan. Aan de naam van één persoon zit dus meer verbonden dan alleen die enkele nagedachtenis aan een groot offer: de heldhaftige daden van de gehele arbeidersklasse en haar partij moeten altijd bewaard blijven en gekoesterd worden.

Ook na de oorlog zag je de burgerlijke regeringen al snel de reactie opschroeven. Communisten werden door idealistische burgerlijke wetenschappers verklaard als totalitair en geallieerd aan het fascisme, en de regeringen schroefden de repressie tegen de arbeidersbeweging en haar op dat moment enige staat, de Sovjet-Unie, weer op. Herdenkingen van communistische verzetshelden werden verboden. Daarom is het nog altijd van belang dat we het communistisch verzet herdenken als de absolute tegenpool van het fascisme, dat geen overeenkomsten met het communisme vertoont, maar juist een voortbrengsel is van het kapitaal in crisis.


De Rode Hulp-wandeling vindt plaats op zaterdag 13 september. Meer informatie en aanmelden via deze link.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!