Het is tien jaar geleden dat in Griekenland de zogenaamd ‘radicaal-linkse’ partij SYRIZA aan de macht kwam. De Communistische Partij van Griekenland (KKE) waarschuwde tegen de illusies dat zo’n regering, binnen de kaders van het kapitalisme, de belangen van het volk kon dienen. Ook de NCPN waarschuwde daartegen, in een tijd dat partijen als de SP en buitenparlementair ‘links’ SYRIZA als het grote voorbeeld zagen. Onze correspondent in Griekenland blikt terug op deze geschiedenis, die waardevolle lessen biedt over de rol van de sociaaldemocratie in het het burgerlijke politieke systeem.
Misschien zou het niet de moeite waard zijn stil te staan bij het eerste dramatische regeringsjaar van SYRIZA-ANEL onder leiding van Alexis Tsipras, als het niet zo tekenend was voor de rol van de sociaaldemocratie in de geschiedenis als het erom gaat het kapitalisme te redden. Even ter verduidelijking: “Syriza” is een afkorting van “Coalitie van Radicaal Links”. Er staat dan nog ΠΣ achter, hetgeen staat voor “Progressief Bondgenootschap.” Het Griekse woord ‘syriza’ betekent ‘met wortel en al.’ Niets is minder waar. ANEL was de uiterst rechtse mederegeerder. De initialen betekenen ‘Onafhankelijke Grieken.’ Tekenend was dus dat ‘radicaal links’ samenwerkte met ultra-rechts. Ze kwamen aan de macht in januari 2015.
Hoe het zover kwam
Tien jaar geleden, op 5 juli 2015, werd er een referendum gehouden over het zogeheten derde memorandum. De memoranda waarover zoveel te doen is geweest in Griekenland zijn in wezen leenakkoorden om de in het slop geraakte Griekse economie te redden. Voor het jaar 2015 werd door de nieuwe regering een financieringstekort van 19 miljard euro vastgesteld. Daarom werd een verlenging met vier maanden van het al bestaande leenakkoord in februari 2015 ondertekend door de Griekse regering en de Europese Unie (EU), de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationale Monetaire Fonds (IMF). De nieuwe regering kreeg de steun van de Bond van Griekse Industriëlen en hun Europese tegenhanger.
In wezen kwam het neer op een verlenging van het beleid van de vorige regeringen. Om een dergelijke lening te krijgen moet je voldoen aan voorwaarden en die voorwaarden komen neer op een afbouw van de kosten in de samenleving. Daar wordt dan weer toezicht op gehouden door de kredietverlenende instellingen. Dus het land komt onder een soort curatele te staan. Die voorwaarden betekenen onder kapitalistische omstandigheden een afbraak van sociale voorzieningen, pensioenen, lonen, onderwijs enz. enz. Kortom een verslechtering van de levensstandaard van de bevolking.
Daar waren de mensen steeds ontevredener over geworden, er werd steeds meer gestaakt, betoogd, geprotesteerd en zo waren de verkiezingen van januari 2015 een mooie gelegenheid voor Syriza om zich te profileren als de volksvriendelijke linkse oplossing. Het lukte onder die gegeven omstandigheden een verkiezingswinst in de wacht te slepen. Voor het eerst vond er op verkiezingsdag ’s avonds een betoging plaats om de nieuwe regering te steunen. Betogingen zijn meestal toch protest. Nou, dat was toen anders. Veel mensen dachten echt dat Syriza dé oplossing was voor hun problemen. Door een parlementslid van Syriza werd gezegd dat met één artikel in de Grondwet alle memoranda afgeschaft konden worden. Gewoon zo, in een handomdraai. Het tegendeel gebeurde. Wel werd de gewraakte term ‘troika’ (EU, ECB, IMF) vervangen door ‘instellingen,’ later ook wel “de groep van Brussel” genoemd.
De toestand onder de bevolking verslechterde in de loop van de maanden die volgden. Regering en politieke partijen gaven toe dat dit volksonvriendelijke akkoord, het zogeheten derde memorandum, een kwestie van minuten, uren of dagen was en “chanteerden” de bevolking via de pers met uitdrukkingen als: “Als het akkoord niet gesloten wordt, dan krijgen we een kapitaalbeperking,” “de toestand van de Griekse economie is angstaanjagend,” “als we er niet uitkomen met de Europese partners, dan gaan we terug naar de drachme,” “de kans bestaat dat we een soort Zimbabwe worden,” “óf akkoord, óf onheil.”
Hoe “nee” in “ja” werd omgezet
In mei 2015 deed de regering een voorstel van 56 pagina´s aan maatregelen aan de Europese partners voor de verlenging van de financieringen. Eind juni kregen de voor de bevolking negatieve maatregelen hun uiteindelijke vorm. De deining onder de bevolking nam toe. De klassengerichte volksbeweging organiseerde steeds meer betogingen met eisen als: weg met de onpopulaire wetten, verhoging van lonen en pensioenen, cao’s enz. Op 26 juni vond er een massale betoging plaats op het centrale Syntagmaplein. Later op de avond kondigde premier Tsipras een referendum aan.
Dit referendum was een truc om op slinkse wijze de bevolking zelf als het ware het derde memorandum te laten ondertekenen, waarmee de mensen voor deze beslissing verantwoordelijk werden gemaakt. De mensen konden kiezen tussen het voorstel van de EU en het voorstel van de regering, dat voor zo’n 98% samenviel!
De communisten (KKE) hadden daarom bevolking opgeroepen ‘nee’ te stemmen tegen zowel het voorstel van de crediteuren als dat van de regering, omdat het vrijwel hetzelfde was. De KKE kwam ook met een eigen voorstel, die als ongeldige stem telde omdat de regering weigerde dit voorstel op te nemen in het referendum. Dat kreeg indertijd 5,7% met blanco en ongeldige stemmen meegeteld.
61, 63% stemde ‘nee’ tegen het EU voorstel, dat in wezen dus neerkwam op een ‘ja’ voor het leningsakkoord-alias-memorandum. De euforie onder de bevolking was even heel groot, maar een week na het referendum vond de ratificatie plaats van het derde memorandum door regering en ECB, ESM (Europees Stabiliteits Mechanisme) en IMF. Het was de regering Syriza-Anel gelukt de protesten onder de bevolking te smoren en de maatregelen toe te passen, die de vorige regeringen er niet door konden krijgen. Daarom kreeg Tsipras ook de steun van het grootkapitaal en werd hij aan de regeringsmacht geholpen. Ondanks de tegenstellingen binnen het systeem, is er een gemeenschappelijke strategie om het kapitalisme in stand te houden in crisisomstandigheden. Er werd gezocht naar een nieuw ‘beheermengsel’ in belang van het kapitaal, maar ook naar een methode om verder te gaan met de eurozone.
Drachme, eurozone en kapitaalbeperking
De tegenstellingen toen rond de crisis in Griekenland en sommige andere EU-landen, versterkten die politieke krachten die een EU met verschillende snelheden wensten en een eurozone met alleen de economisch sterkste landen. Ook voor het eurosceptisme was dit een kans. In Griekenland verschenen politieke krachten die een terugkeer naar de nationale munt wilden (de drachme). Het Griekenland van de drachme zou een soort ‘volkvriendelijk paradijs’ worden dat als bij toverslag alle problemen zou oplossen zonder omverwerping van de kapitalistische macht en economie, maar als een overgangsstadium op weg naar radicalere oplossingen.
De klappen begonnen al gauw te komen na de aanvankelijke euforie van het referendum. De ECB had een week voor het referendum de geldstroom naar de Griekse banken stopgezet, zich beroepend op de lege kas van het land en dus het risico dat afbetalingen aan ECB en IMF niet zouden plaatsvinden. Ook al heeft geen enkele politicus dit hardop gezegd, Griekenland was gewoon bankroet. En toen kwam de kapitaalbeperking. De mensen konden slechts een klein bedrag per week opnemen per rekeninghouder van hun eigen geld, hun pensioen, hun inkomen. Dit leverde midden in de warme zomermaanden het vernederende beeld op van ellenlange rijen van overwegend oudere mensen voor banken of voor een minderheid die een betaalkaart bezat, voor geldautomaten.
Premier Tsipras kreeg een volmacht van alle partijen, behalve de KKE, om in Brussel over een nieuw memorandum te onderhandelen. Het werd 17 uur aan één stuk door onderhandelen. Ex-bondskanselier Angela Merkel schrijft erover in haar memoires. Van bestrijder van de EU werd Tsipras in de kortste keren fervent voorstander van dit “gemeenschappelijke huis van de volkeren”. Hij verklaarde er nooit aan gedacht te hebben Griekenland uit de eurozone te halen… Er was een “linkse” truc voor nodig geweest om de kastanjes uit het vuur te halen. In september werden er weer landelijke verkiezingen gehouden, waarbij Syriza maar weinig inboette, want veel mensen wilden hem wat meer tijd geven. De mythe van een “linkse” regering was niet zo snel uitgeroeid, maar de weg naar een rechtse regering was geplaveid. In 2019 kwam de (centrum)rechtse Nea Dimokratia weer aan de macht. Tekenend voor deze ontwikkeling waren de woorden van de toenmalige minister van Financiën van de VS, Jack Lew: “[...] als je de vraag stelt wie dat cruciale moment kon aanpakken en de ruimte kon creëren voor de komst van de regering Mitsotakis die nu doet wat hij doet, dan geloof ik dat Tsipras niet de erkenning heeft gekregen die hem toekomt.”
‘Rebranding’
Tsipras trok zich daarna tijdig terug van het zinkende Syrizaschip. De partij is nu weer teruggezakt naar de lage percentages van uit haar beginperiode na een kortstondige hoge vlucht sinds 2012. Na de Pasok, waaruit overigens sinds 2012 massaal werd overgestapt naar Syriza (net communicerende vaten), heeft ook deze variant zijn historisch heilloze rol vervuld: de bevolking misleiden in kapitalistische crisisomstandigheden om daarna de macht over te laten aan rechts binnen het kader van een uit twee polen bestaand politiek systeem. Vanaf het begin van de twintigste eeuw heeft de sociaaldemocratie deze rol herhaaldelijk gespeeld.
Van geschiedenis kun je leren. De sociaal-democratische pool die, inmiddels uit meerdere partijen bestaat, moet nu opgevijzeld worden om eventueel bij de volgende verkiezingen in 2027 het estafettestokje van de macht over te nemen, want met de Nea Dimokratia gaat het niet goed. Er wordt gesproken van een ‘rebranding’ van de sociaaldemocratie en Tsipras zelf is bezig met een persoonlijke ‘rebranding,’ en hij gaat misschien een nieuwe partij oprichten. Ondertussen is het politieke landschap er gevarieerder uit gaan zien en Griekenland lijkt nu wat meer op Europa met zijn mengelmoes aan liberale, sociaaldemocratische, ‘anti-systemisch’ rechtse en zichzelf als links definiërende partijen. De steeds geringere stabiliteit in het Europese politieke landschap met een in haar voegen krakende burgerlijke democratie weerspiegelt een steeds onstabielere kapitalistische economie. Het ‘westerse’ kapitalisme probeert zich op alle mogelijke manieren in stand te houden sinds de aardverschuivingen van de jaren 90 van de vorige eeuw en het opkomende nieuwe ‘anti-westerse’ blok. Kapitalistisch blok contra kapitalistisch blok. Dat levert wel een ander beeld op in de globale machtsverhoudingen dan in de decennia na WO2, toen er nog een ‘socialistisch blok’ was.
Het is de moeite waard te noemen dat de Communistische Partij van Griekenland (KKE) in 2015 onder grote druk stond om mee te regeren met SYRIZA. De KKE weigerde dit en werd als ‘sectarisch’ neergezet, ook in Nederland door allerlei zich links of communistisch noemende partijen en groeperingen. Het is echter dankzij de principiële, marxistisch-leninistische houding van de KKE dat een deel van de arbeiders- en studentenbeweging nog in staat was om verzet te bieden tegen het afbraakbeleid dat de SYRIZA-regering voortzette en het perspectief op het socialisme bleef behouden.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!