Skip navigation
Verkiezingen

Stemmen gaat ons niet redden: strijd en organisatie des te meer!

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 2 september 2025

Een rode vlag
Illustratie: NCPN

Zo net na de zomer zult u het ook merken: er waait een nieuwe wind door ons land. Een gure bries die zal uitmonden in een storm die in de volksmond ‘verkiezingen’ wordt genoemd. Politici beloven al uw problemen op te lossen met oneliners terwijl de burgerlijke media elke scheet van het ‘politieke spel’ proberen te duiden, wat enkel leidt tot meer verwarring. Na zes desastreuze jaren van reactionair beleid en gekibbel gaan de aankomende verkiezingen over ‘democratie’. En dan doelen we niet op hoe democratische rechten voor de bevolking worden gewaarborgd, maar vooral hoe de burgerlijke democratie het best werkt voor het Nederlandse kapitaal.

Een beschouwing over de aankomende verkiezingen bevat vaak een blik op de verkiezingsprogramma’s van de deelnemende partijen – daarvoor verwijs ik u graag naar de column van Roel Hoefmaker op pagina 9 over dit onderwerp. Niettemin zien we een opvallende tendens in het sociaaldemocratische blok onder aanvoering van Groenlinks-PvdA. Dat presenteert de verkiezingen als een kans om af te rekenen met de reactionaire kabinetten van afgelopen jaren, maar zelf komen ze enkel met symptoombestrijding van maatschappelijke problemen. Strijdvaardige woorden over een ‘groene toekomst’ die we samen moeten creëren, maar als puntje bij paaltje komt moeten we verduurzaming vooral zien als een ‘verdienmodel’ voor ondernemers. Bovendien steunt fractieleider Frans Timmermans het idee om de NAVO-norm naar 5 procent te verhogen. Ondertussen spreekt de SP over ‘klimaatrevolutie’, meer sociale huur en het weigeren van diezelfde norm. Wie verder leest dan deze ronkende koppen ziet al snel dat Europese militaire samenwerkingen moeten worden gesteund en uitgebreid, terwijl de Nederlandse arbeidersklasse vrolijk aan de slag moet in de nieuw op te zetten wapenindustrie. Zonder winstoogmerk wel te verstaan, net als de energiesector, woningbouw en zorgsector die ‘socialer’ moeten.

Luchtfietserij

De ideeën van de ‘progressievere’ lieden in de Tweede Kamer zijn hier en daar aardig geformuleerd, maar een besef van de materiële werkelijkheid waarin wij ons bevinden ontbreekt. Het narratief dat ‘rechts’ de afgelopen decennia keuzes heeft gemaakt die tot een dalende levensstandaard van de arbeidersklasse hebben geleid, en dat ‘links’ nu andere keuzes gaat maken, is gebaseerd op een naïviteit die grenst aan een sprookje waarin het goede altijd wint van het kwade. Want laten we wel wezen: de kapitalistische productieverhoudingen die ten grondslag liggen aan onze werkelijkheid veranderen niet omdat een groepje sociaaldemocraten een strengere vermogensbelasting wil invoeren. Bovendien is het nationaliseren van een sector of productie zonder winstoogmerk geen oplossing op zichzelf, zolang deze productie nog altijd plaatsvindt in een kapitalistisch systeem. Natuurlijk, deze maatregelen kunnen materiële omstandigheden van een specifieke groep arbeiders verbeteren, maar zelfs dan is het bezit van de productiemiddelen nog altijd in handen van de burgerlijke staat, hevig beïnvloed door kapitaalgroepen met hun eigen belangen. Doen alsof dit niet het geval is, grenst aan luchtfietserij en je kiezers voorliegen.

Ten tweede zijn dit ‘slechts’ verkiezingsprogramma’s. Zodra de campagne voorbij is en juichende partijleiders hun mediamomentje hebben gepakt, komt die ‘oeroude traditie’ om de hoek kijken: polderen. Nu al zijn wijze mannen en vrouwen in de media aan het voorspellen wie met wie gaat, en wie vooral niet met de ander wil. Alsof het een schoolgala betreft en niet het bestuur van een land met 17 miljoen inwoners. Nederland wordt nu al klaargestoomd voor het feit dat men straks teleurgesteld zal worden, want dat is ‘nu eenmaal hoe democratie werkt’. Beloftes worden gebroken en principes opzij gezet wegens ‘landsbelang’ of ander geneuzel.

Betrouwbaar voor wie?

Zoals eerder gezegd, de rode draad die door deze verkiezingscampagne loopt is ‘democratie’. En hoewel meerdere partijen beloven Nederland democratischer te maken, blijft de vraag: voor wie dan? Voor een beter begrip moeten wij juist voorbij het Haagse toneel kijken, en onze blik wenden richting de Nederlandse burgerij. Want ook zij hebben deze verkiezingen behoorlijk wat te verliezen. Zo uitte VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen twee dagen na de val van Kabinet Schoof haar zorgen over het uitblijven van oplossingen voor problemen zoals stikstof en energieprijzen. “Waar het land belang bij heeft, is stabiel beleid: navolgbaar en voorspelbaar, niet dat in één nacht of avond alles anders wordt. Nederland is de afgelopen jaren onbetrouwbaar en instabiel geworden”, vertelde ze De Telegraaf.

De grootste belangenvereniging van de heersende klasse doelt hier niet op institutionele schendingen van mensenrechten (toeslagenschandaal) of het afnemende vertrouwen in de politiek onder de bevolking (slechts 44 procent volgens het Sociaal Cultureel Planbureau). Nee, wat voor de kapitalist van belang is, is een betrouwbare overheid die zorgt voor mogelijkheden om te investeren in bestaande en nieuwe industrieën zodat hij in internationaal opzicht niet voorbij wordt gestreefd, zowel binnen de context van de EU als op mondiaal niveau. Dit vindt weerklank op politiek gebied rondom de roep voor het versterken van de defensie-industrie. Onder het credo van ‘veiligheid’ hebben kapitaalgroepen en politici zich sinds de oorlog in Oekraïne wereldwijd gericht op het militaire apparaat, wat in de hand wordt gewerkt door de toenemende tegenstellingen binnen het imperialistische systeem. Eind juni tekenden werkgeversorganisatie van NAVO-landen zelfs een ‘ambitieverklaring’ om te investeren in wapentuig en bommen.

De afgelopen jaren, maar vooral sinds de tweede termijn van president Donald Trump, zien we een draai in de Amerikaanse houding ten opzichte van Europa, de Russische Federatie en China. Het Amerikaans kapitaal dat Trump steunt, ziet in China haar grootste economische concurrent in de strijd om grondstoffen en afzetmarkten die het imperialistische systeem kenmerkt. Onder het voorwendsel van de verwerpelijke Russische invasie van Oekraïne klinkt de roep om eigen wapens en een sterker leger binnen Europa ook steeds luider binnen burgerlijke parlementen – denk aan de steun van GroenLinks-PvdA voor de NAVO-norm en de SP met haar wapenfabrieken ‘zonder winst’. Van deze opkomende markt wil het Nederlands kapitaal ook een graantje meepikken. Zo stelden belangenorganisaties van het Nederlandse kapitaal zich het doel om de productiecapaciteit van defensie tegen 2028 te hebben verdubbeld. Echter, dit kan niet worden bereikt zonder een stabiele overheid die langer dan een jaartje in het zadel zit en de garantie biedt dat geproduceerd materiaal wordt opgekocht en gebruikt. Hierbij zijn publiek-private samenwerkingen (zoals het in maart opgerichte Defport) verraderlijke organisaties: de overheid moet vooral smijten met belastinggeld – weggehaald bij onderwijs, zorg enz. – om de ontwikkeling van producten en diensten te betalen die kapitalisten met winst doorverkopen. Zo worden werkende Nederlanders niet alleen geraakt omdat zij of hun naasten in het leger moeten dienen als kanonnenvoer, maar mogen zij dit ook nog eens zelf financieren ten koste van het onderwijs, zorg en sociale zekerheid.

Teken van onzekerheid

Tegelijkertijd is het geluid dat de spreekbuizen van het Nederlandse kapitaal laten horen over ‘stabiliteit’ en ‘betrouwbaarheid’ van de overheid ook een teken van grote onzekerheid. Want hoewel de kapitalistenklasse enerzijds vraagt om een ‘stabiele regering’ die besluiten kan nemen en de rit kan uitzitten, zijn er binnen die klasse ook grote tegenstellingen over het te voeren beleid en de verdeling van de ‘taart’ van overheidssubsidies. Dat is nou net de basis voor de tegenstellingen en instabiliteit binnen de burgerlijke politiek.

Die tegenstellingen worden heviger doordat de kapitalistische economie wordt geteisterd door het probleem van overaccumulatie van kapitaal. Dat wil zeggen dat kapitaal zich opstapelt en steeds moeilijker winstgevende sectoren vindt om in geactiveerd te worden. Dat verhevigt ook de concurrentie tussen monopolies en landen om afzetmarkten en grondstoffen. Die concurrentiestrijd is voor het kapitaal van groot belang, want juist in deze tijd van toenemende tegenstellingen is de Nederlandse en Europese burgerij huiverig ‘om de boot te missen’ door de concurrentiestrijd met andere kapitaalgroepen te verliezen. Niet voor niets pleiten VNO-NCW en MKB-Nederland voor een ‘assertiever’ Nederland en Europa. Nu is het de hoogste tijd vinden zij waarin, met hulp van die stabiele overheid, markten en grondstoffen die nodig zijn voor de oorlogsindustrie en verduurzaming van productie moeten worden veiliggesteld.

Als antwoord op het probleem van overaccumulatie kijkt de kapitalistenklasse naar de burgerlijke staat. De wens is dat de staat investeringen stimuleert, de risico’s in deze onzekere tijden ondervangt, maar ook dat de staat optreedt als afnemer. Dat alles met het belastinggeld dat de werkende bevolking moet ophoesten. Dit is precies wat de staat de afgelopen jaren heeft geprobeerd te doen met het beleid van achtereenvolgende Nederlandse regeringen en de EU voor ‘groene transitie’ en ‘digitale transformatie’, waarmee talloze miljarden aan belastinggeld naar het grootkapitaal werden gesluisd, om de winsten van het kapitaal veilig te stellen en het ‘concurrentievermogen’ van het Nederlands en Europees kapitaal tegenover kapitaal van concurrerende machtsblokken te waarborgen. Datzelfde doel dient de huidige overgang naar een ‘oorlogseconomie’, zoals het steeds vaker openlijk wordt gezegd, waarmee de staat direct de rol van afnemer op zich neemt (met ons belastinggeld) en concurrerend kapitaal beter kan worden uitgesloten.

Deze ontwikkelingen voeden echter ook de grote verdeeldheid en strijd binnen de kapitalistenklasse over de bestemming van de subsidies en de precieze invulling van het beleid. Het stikstofprobleem is hiervan een tekenend voorbeeld. Hoewel veel partijen zich niet durven te branden aan dit thema tijdens de campagnetijd, stijgt de urgentie voor oplossing vanuit de heersende klasse. Sinds 2019 liggen door het oordeel van de Raad van State bouwprojecten en potentiële investering stil in Nederland. De stikstofkwestie is echter niet simpelweg een kwestie van een rechtbank die de regering wijst op de regeltjes, waarna de burgerlijke staat maar besluit de economische activiteiten van de kapitalistenklasse een halt toe te roepen (alsof de hele burgerlijke staat opeens boven haar klassenkarakter uit is gestegen om de biodiversiteit te beschermen). Geen toeval is dat in het Europees Parlement de behandeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid gepaard ging met een enorme discussies over onder meer de biodiversiteit, met meer dan 1000 amendementen. Zou de burgerlijke politiek in Nederland en de EU zich werkelijk zo bekommeren om de flora en fauna?

De aantasting van biodiversiteit wordt net als klimaatverandering en andere reële en ernstige milieuproblemen door delen van het kapitaal gebruikt als hefboom voor hun eigen belangen en als speelbal in een strijd die binnen de heersende klasse wordt uitgespeeld. Met aan de ene kant kapitalisten van de 'groene economie' (hernieuwbare energie enz.) en nieuwe technologieën (zoals 'smart farming', 'precision agriculture' of synthetisch voedsel) die azen op 'groene' subsidies, waarmee Europees kapitaal probeert voorop te blijven lopen in de internationale concurrentiestrijd. Aan de andere kant de kapitalisten van traditionele takken (zoals de mest- en bestrijdingsmiddelenindustrie of de vleeswarenindustrie), die zich benadeeld voelen en een groter deel van de taart eisen.

Ondanks deze tegenstellingen heeft de bourgeoisie echter ook bepaalde gedeelde belangen, namelijk de versterking van de concurrentiepositie van het Nederlands kapitaal. Daarom vraagt het kapitaal ook om uitbreiding van de infrastructuur. De problemen rondom netcongestie en energieprijzen remmen de jacht naar winst van Nederlandse bedrijven. En wederom valt hier een trend te bespeuren als we VNO-NCW mogen geloven: zolang de productiekosten te hoog zijn zullen deze moeten worden gedrukt door ‘hulp’ (lees: geld en beleid) vanuit een stabiele overheid die op lange termijn de voorwaarden kan scheppen voor de verhoging van de productie. Hierbij is het verbeteren van de concurrentiepositie binnen Europa en op mondiaal niveau leidend voor de kapitalistische klasse. Daarbij zullen ook andere manieren om productiekosten te minimaliseren niet geschuwd: het dalen van de reële lonen en inkomens en de afbraak van sociale zekerheid, publieke voorzieningen en andere verworvenheden van de arbeidersklasse. Maar dat zullen partijen nu tijdens de verkiezingscampagnes niet centraal stellen.

Haagse hypocrisie

Naast alle economische belangen die komende maanden op de achtergrond spelen, kunnen wij één zaak niet onderbelicht laten; namelijk de stuitende hypocrisie die de burgerlijke politiek aan de dag heeft gelegd rondom Gaza. Terwijl werkende Nederlanders al maanden de politiek oproepen om te stoppen met de steun voor de genocide op het Palestijnse volk – onder aanvoering van de studentenpopulatie die meermaals bloot werden gesteld aan wreed politiegeweld – zien we dat enkele partijen nu in aanloop naar de verkiezingen opeens een draai maken en zich na twee jaar en tienduizenden onschuldige slachtoffers uitspreken voor Palestina, tegen het zere been van de belangen van kapitalisten in die grof geld verdienen aan het verpatsen van militair materieel aan Israël. Binnen de PvdA leidde het steunen van een voorstel tot een volledig wapenembargo richting Israël zelfs tot een interne crisis waardoor een aantal partijbonzen met slaande deuren vertrokken.

Het is cruciaal niet enkel te kijken naar de positie van politieke partijen over Gaza – zo zijn de VVD en PVV onverbeterlijk in hun steun aan het misdadige Netanyahu-regime – maar ook de kracht van het collectief te erkennen. Het simpele feit dat in mei (100.000) en juni meer dan 150.000 mensen naar Den Haag trokken voor de Rode Lijn-protesten om hun ongenoegen te laten blijken over de kabinetskoers toont aan dat de ware potentie van de arbeidersklasse ligt in de actie van de arbeidersklasse. Leden van de NCPN en de CJB hebben zeer veel werk verricht in de solidariteitsbewegingen en acties, en bevorderen daarbinnen een klassengeoriënteerde lijn. Ook internationaal zien we een verschuiving waarbij de EU zich kritischer opstelt ten opzichte van Israël en sommige landen zelfs overgaan tot erkenning van Palestina, mede onder invloed van massale protestacties, maar ook om druk te zetten op de VS in het kader van spanningen tussen de belangen van Europees en Amerikaans kapitaal in de regio. Het past binnen het plaatje van de eerder geschetste toenemende imperialistische tegenstellingen waarbij kapitaalgroepen allen worstelen om op de top van de spreekwoordelijke apenrots te zitten.

Democratie redden

De economische belangen van de burgerij, de internationale verhoudingen en de hypocriete houding rondom Gaza vanuit de burgerlijke politiek bepalen nu al grotendeels wat de verkiezingsuitslag zal zijn straks: verdere militarisering, kapitalisten die ten koste van de werkende klasse hun concurrentiepositie willen verstevigen en een volkerenmoord die we live op onze telefoons kunnen volgen mede mogelijk gemaakt door Nederland. Hoewel de poppetjes nog kunnen verschillen (zijn ze kaal, hebben ze een witte kuif of zwarte krullen?) is de opdracht vanuit het kapitaal duidelijk: verstevig de burgerlijke democratie waar de kapitalist goed in gedijt en beidt steun in de interimperialistische concurrentiestrijd om afzetmarkten en grondstoffen. Doe dat met forse investeringen (ondernemerstaal voor cadeautjes aan het bedrijfsleven) en maak de weg vrij voor militarisering waarbij arbeiders de bommen moeten produceren die hun klassengenoten aan de andere kant van de frontlinie zullen opblazen.

Een zwartgallig toekomstbeeld voor de werkende mens, maar ook voor de arbeidersklasse ligt er perspectief. Niet in de gang naar de stembus, maar door stappen te gaan zetten om ‘onze democratie’ samen te gaan redden van het kapitalisme. Door met je collega’s samen bij een vakbond te gaan, om weerstand te bieden aan de afbraak van arbeidersrechten. Door met je medestudenten je onderwijsinstelling verantwoordelijk te houden voor banden met dubieuze regimes die onschuldige volkeren uitmoorden. Door met je buurtgenoten te kijken naar wat je samen kunt doen tegen de oprukkende militarisering die onze levens en ons welzijn bedreigen. En uiteraard door zelf politiek actief te worden bij een partij die voor jou belangen strijd en jou helpt een bijdrage te leveren om de wereld te verbeteren voor alle arbeiders: de Communistische Partij. De stembus zal ons in oktober niet gaan redden. Massaorganisatie en strijd des te meer!

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!