In het kader van de vijftig jaar die verstreken zijn sinds de reactionaire coup in Chili, plaatsen we hieronder een ingezonden artikel dat ingaat op de Chileense communistische volkszanger Victor Jara, die werd vermoord door de fascisten enkele dagen na de coup.
Ingezonden door Wybe
Zo’n vijftig jaar geleden, op 16 september 1973, werd het levenloze lichaam van de volkszanger Victor Jara (geb. 1932) aan zijn vrouw overgedragen. Hij was gemarteld en vermoord tijdens zijn gevangenschap in het National Stadium van Chili. De moord vond plaats vijf dagen na de militaire staatsgreep onder aanvoering van generaal Pinochet. Deze staatsgreep werd gedicteerd door de CIA en de Amerikaanse regering onder president Nixon. Hij werd op afschuwelijke wijze vermoord omdat hij, als lid van de Communistische Partij van Chili, het boegbeeld vormde van het Chileense Volksfront, de Unidad Popular. De Unidad Popular vormde de democratisch gekozen socialistische regering1 onder leiding van Salvador Allende (geb. 1908) die eveneens tijdens de coup het leven heeft gelaten.
Al voor de Unidad Popular genoot Victor Jara bekendheid. Hij was van betekenis vanwege zijn inspanningen om het kunstlied te verrijken met invloeden uit de Latijns-Amerikaanse volksmuziek. Hij wilde daarmee het maatschappelijk bewustzijn omtrent het alledaagse leven van de klasse van mijn-, land- en fabrieksarbeiders op een hoger plan brengen. Onder invloed van (vooral) Violeta Parra (1917-’67) werd hij daarmee een van de scheppers van het Nueva Cancion Chilena. Dat het inderdaad om een kwalitatief nieuwe liedvorm ging, die zich wezenlijk van het burgerlijke protestgenre onderscheidde, laat zich goed uitleggen aan de hand van het lyrische gehalte van zijn liederen. Ik heb mij, omdat ik helaas de Spaanse taal niet machtig ben, moeten beperken tot Duitse vertalingen, die ik op het internet heb gevonden.
Met recht is Victor Jara’s liedkunst als lyrisch aan te merken, want met zijn optredens, die gekenmerkt werden door een verbluffende eenheid van gitaarspel, zangstem en tekst, staat hij volop in een poëtische traditie die in de Griekse oudheid is ontstaan en waarbij de dichter zijn gezang op de lyra begeleidde. Onder het trefwoord “Lyrik” in de Europäische Enzyklopädie zu Philosophie und Wissenschaften heb ik een formulering aangetroffen met twee kenmerken die in hun onderlinge samenhang als wezensbepalingen voor de lyriek van Jara’s liedkunst te beschouwen zijn. Het gaat erom, dat het lied het ‘existentiële zijn van individuen’ en de ‘sociale en politieke bestaansvoorwaarden van volken, klassen en lagen’ tot uitdrukking brengt. Toegepast op Victor Jara betekent dit, dat zijn liedkunst gekenmerkt wordt door een nader te doordenken verhouding van het liefdes- en het strijdlied.
Dit nu hoeft niet te betekenen dat er liederen zijn die gaan over of het ene of over het andere thema, net zomin als er liederen zijn die niet gaan over het ene of het andere thema. In liederen die gaan over of het ene of het andere thema, klinkt altijd het andere in het ene en het ene in het andere lied impliciet of expliciet door, zodat uiteindelijk in elk lied beide momenten voorkomen en aan te wijzen zijn, zij het wel of door het ene of door het andere thema omvat te zijn. Want aldus zijn er in zijn oeuvre zowel authentieke liefdes- als ook waarachtige strijdliederen aan te wijzen, ook al dragen zij de inhoud van het tegendeel van aanvang aan met zich mee. Welnu, het is precies deze eigenschap, drager van het tegendeel, die een lied van Victor Jara tot een bewegingsvorm maakt met de specifieke esthetische werkingskracht die het publiek ontroert en zelfbewust in beweging brengt in een doelgericht engagement.
In het liefdeslied “Cuando voy al trabajo” bekent de ik-figuur, dat hij onvoorwaardelijk aan zijn geliefde denkt: ‘Wanneer ik naar m’n werk ga/denk ik aan jou/ … Wanneer de ploegendienst ten einde loopt/ … denk ik aan jou/mijn hartendief, dan denk ik aan jou/Aan jou, levensgezel van mijn dagen/. In andere liederen worden de geliefden bij naam genoemd, worden zij als concrete personen opgevoerd, zoals bijvoorbeeld Vidalita en Maria in resp. “Cancion Del Arbol Del Olvido” en “Abre la ventana”. Uit het diepste van zijn gemoed geeft de ik-figuur te kennen, dat hij zijn overleden Vidalita nimmer zal vergeten, want ontwakend onder de boom, die men de boom van het vergeten noemt, stelt hij vast: ‘Toen ik uit die droom ontwaakte/Dacht ik alweer aan jou/Want ik vergat/Jou te vergeten/Vidalita, op hetzelfde moment dat ik insliep.’ Met het negerende vergeten dat zichzelf negeert, geeft de ik-figuur een overtuigende verklaring van zo’n intense liefde, als maar tussen individuen kan bestaan.
Even gepassioneerd moedigt de ik-figuur Maria aan om zich niet langer van het geluk af te keren, maar er actief naar op zoek te gaan: ‘Maria, open het raam/ … Maria, kijk naar buiten/ons leven is er niet voor bestemd/om te berusten in somberheid en verdriet.’ Het bereiken van het liefdesgeluk evenwel staat niet op zichzelf, maar vereist het overwinnen van obstakels die het in de weg staan. De aansporing tot dit liefdesgeluk verruimt zich en wordt maatschappelijk; zij wordt in verband gebracht met de liefde voor de medemens en zijn waardigheid: ‘Maria, besef/het voldoet niet geboren te worden, te groeien, te beminnen/om het geluk te vinden./Het gruwelijkste is voorbij, /nu vullen zich jouw ogen met licht/en jouw handen met honing.’ Nog steeds hebben we hier met een liefdeslied te maken. Maar er voltrekt zich een wending naar het tegendeel, die gelegen is in de suggestie dat er strijd geleverd is, wat zich opdringt in het vers: ‘Het gruwelijkste is voorbij’. We kunnen ons onmiddellijk aangesproken voelen en zelf tot het besef komen, dat het liefdesgeluk tussen individuen, of we dat nou erkennen of niet, onlosmakelijk met de liefde voor het humane van de mens is verbonden. M.a.w. binnen de omvattende algemeenheid van het liefdeslied, dus zonder dat dit lied naar het strijdlied omslaat, komt het bewustzijn naar voren, dat ware liefde tussen individuen niet los staat van het maatschappelijk fenomeen van de omvattende liefde van de mens voor het mens-zijn, waarvoor de klassenverhouding nog een uit de weg te ruimen obstakel vormt. Wel zien we, dat juist dit maatschappelijke moment, gelegen en werkzaam in het liefdeslied, de overgang binnen Jara’s liedkunst naar het strijdlied waarin het liefdesmoment bewaard blijft, markeert.
In het bekende strijdlied “Venceremos”, weliswaar geschreven door Claudio Iturra en Sergio Ortega, maar voor de verkiezingsstrijd van Salvador Allende door Victor Jara bewerkt, heet het met een door een marsritme voortgestuwde zang: ‘Met de kracht die uit het volk voortkomt/zal er een beter vaderland worden gemaakt’. Net zoals het gaat om een specifieke locatie, zo mogen we ook onder het volk niet een abstracte mensenmenigte verstaan, want het gaat om: ‘de boer, de student, de arbeider/ … en de vrouw die zich al bij de opstand heeft aangesloten’; het is de uitgebuite klasse van Chili die in verzet komt tegen de heersende klasse van de ‘yanqui opresor’.
Voor de volkszanger Victor Jara is deze verbijzondering van volk naar klasse echter nog niet voldoende. Hij weet als geen ander, wil hij de mensen direct aanspreken (wat juist de kracht van het lied is) dat hij ze dan ook als individuen moet benaderen. Dat zien we dan ook terug in het onvervalste strijdlied “A desalambrar”. Eén voor één worden de leden van de onderdrukte klasse persoonlijk als jij hier en jij daar bij naam genoemd; waarom zouden de productiemiddelen en de producten van hun arbeid hen niet toebehoren? ‘Werp het omver!/want de aarde is van ons,/van jou hier en van jou daar,/zij komt toe aan Pedro, Maria, de Juan y José.’ Deze namen zijn niet toevallig gekozen. Het zijn eigennamen die in de Spaanstalige wereld veel voorkomen en waarin men zich wat dat betreft makkelijk kan herkennen.
Victor Jara is er dan ook op uit om zijn publiek tot identificering met de door hem bezongen personen te brengen. Daartoe verhoogt hij het lyrische gehalte van het lied door ervoor te zorgen, dat de concrete leden van de arbeidersklasse als verbijzonderingen tegelijk ook weer een veralgemening bevatten. De individuen worden typen, d.i. exemplarische karakters waarin het menselijke wezen in een situatie die om revolutie vraagt, tot uitdrukking komt.
Zo gaan ook zijn strijdliederen over individuen, zoals Angelita en Camilo Torres in resp.: “Angelita Huenuman” en “Cruz de Luz Camilo Torres”, waardoor zij een sterke existentiële lading krijgen. Alhoewel het ambacht gedateerd is, kunnen we ons toch allemaal verplaatsen in het lot van Angelita: ‘Op je weefstoel, Angelita,/breng je de tijd door zwetend en in tranen/het zijn de geminachte handen/van mijn arbeidzame volk.’ De klacht wordt een mobiliserende aanklacht, wanneer we ons het lot ook van Camilo Torres aantrekken: ‘Zij doodden hem, toen hij/zijn geweer wou pakken, … Honderduizend Camilos, staan klaar/om te vechten,/Camilo Torres sterft/om te leven.’
In het strijdlied zien we dus naast de klassespecifieke inzet ook het noodzakelijk engagement van het individu voor de verwerkelijking van het humane van de mens naar voren komen. Daarmee leren we ze kennen zowel in hun strijdvaardigheid als in hun meest menselijke kwetsbaarheid als sterfelijke wezens. De sterfelijkheid wordt niet als “Vanitas”, zoals we in de burgerlijke poëzie gewend zijn, opgevoerd, maar in de tweevoudige betekenis van bereid zijn zich op te offeren, om desnoods in de strijd te vallen en slachtofferschap, als het gaat om de brute wijze van om het leven te zijn gebracht. Het is deze laatste doodsoorzaak waarin we het liefdesmoment in het strijdlied pregnant naar voren zien komen. Geeft Victor Jara duidelijk aan, dat er voor iedere vermoorde kameraad een heel regiment klaar staat om de strijd voort te zetten, indringend wordt het, wanneer hij ons laat beseffen (en helemaal als het gaat om een onschuldige die niet direct aan de strijd deelnam) dat er voor nabestaanden een geliefde verloren is gegaan, een unieke, onvervangbare persoon. Bijzonder aangrijpend is dit in het lied “Herminda de La Victoria” bezongen: ‘Herminda de la Victoria/stierf zonder te hebben gevochten … De kogels van de handlangers/doodden de onschuldige/ze huilden moeders en broeders/omringd door mensen’.
De strijd om de klassenloze maatschappij is geen doel op zich maar staat in het teken van het behalen van levensgeluk, waartoe vooral ook de liefde in zo’n essentiële mate bijdraagt. Juist door de inbreng van het individu wordt de klassenstrijd bemiddeld door mensenliefde en is het strijdlied van aanvang aan drager van het liefdeslied. En precies dit moment van mensenliefde in het strijdlied maakt dat wij ons in hun strijd weerspiegeld zien; hun situatie tot de onze kunnen maken. Dat betekent niet, dat wij ons enkel op een afstand solidair kunnen verklaren, maar wel dat wij ook onze maatschappij herkennen als een klassenmaatschappij die ons levensgeluk in de weg staat. Welnu, om de voorwaarden voor ook het individuele levensgeluk te creëren, zullen de betroffen individuen, zo luidt de niet mis te verstane boodschap van Victor Jara, zich aanéén moeten sluiten en partij moeten kiezen voor de Unidad Popular in het bijzonder en het communisme in het algemeen. Uit de vereniging van het proletariaat, waarin alle aspecten van de verhouding van het liefdes- en strijdlied opgeheven samenkomen, put hij de stof voor zijn bijzondere lyriek: ‘Het is het universele lied/het aaneengeschakelde dat de overwinning zal brengen,/het recht om in vrede te leven’. Door Herminda in het laatste couplet van “Herminda de La Victoria” door Victor Jara te vervangen, draag ik hem met zijn eigen woorden graag aan de lezer op: ‘Victor Jara in het hart/zullen we jouw nagedachtenis bewaren’.
Noot van de redactie
De regering van Unidad Popular van Allende was een coalitie van de sociaaldemocratische Socialistische Partij, de Communistische Partij van Chili en andere sociaaldemocratische, christendemocratische en liberale partijen. De regering nam maatregelen die een verademing waren voor de werkende klasse, zoals loonstijgingen en verregaande onteigeningen van grote buitenlandse monopolies en grond. De regering liep echter tegen de tegenstelling aan dat het poogde een onrechtvaardig systeem dat op uitbuiting gebaseerd is te beheren ten gunste van de bevolking. De regering had niet als doel de omverwerping van de burgerlijke macht en de opheffing van de kapitalistische uitbuiting via de vermaatschappelijking van de productiemiddelen en de opbouw van de communistische productieverhoudingen. In die zin had de regering als zodanig, ondanks dat er socialisten bij betrokken waren, niet een socialistisch karakter, althans niet in de marxistische betekentis van het woord. Dit doet vanzelfsprekend niets af aan de verworvenheden die de Chileense bevolking bereikte en de heldhaftige strijd van Unidad Popular en Allende persoonlijk tegen de reactionaire krachten.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!