Op 8 december 2024 verdrijven jihadistische krachten de regering van Assad, gesteund door verschillende imperialistische machten waaronder de VS, Turkije, Israël en het Verenigd Koninkrijk. De NOS en andere burgerlijke media juichen: een bloedige dictator is omvergeworpen. Ook veel Syriërs in Nederland vieren feest.
De NCPN wees er in een verklaring al op dat er helaas geen reden is tot feestvieren. Deze imperialistische interventie, waarbij gebruik is gemaakt van jihadisten, zal de Syrische bevolking verder overleveren aan een concurrentiestrijd tussen wie de energiereserves en transportroutes van het land mogen plunderen. Het Syrische volk en de andere volkeren in het Midden-Oosten zullen hiervoor verder de prijs betalen.
In dit stuk zullen we dieper ingaan op de gebeurtenissen die hebben geleid tot de dramatische ontwikkelingen in Syrië. Vanzelfsprekend is het niet mogelijk in het kader van één artikel deze complexe ontwikkelingen, die nog volop gaande zijn, compleet te ondervangen. We richten ons daarom op de hoofdlijnen.
Syrië: een korte geschiedenis
Het Syrische volk bevrijdde zich van het Franse kolonialisme in 1946 in een periode waarin veel gekoloniseerde landen onafhankelijk werden. De Sovjet-Unie steunde als socialistisch land deze ontwikkelingen en bood zowel materiële als niet-materiële steun aan de landen die streden tegen kolonialisme en voor onafhankelijkheid over de hele wereld – ook in Syrië.
Na de onafhankelijkheid van Syrië kwam in de jaren zestig de zogenaamde ‘Ba’ath’ partij aan de macht, die het ‘Arabisch socialisme’ aanhing. Een Arabisch-nationalistische, seculiere en sociaaldemocratische ideologie, met wortels in de antikoloniale beweging, gericht op de nationalisering van bepaalde strategische sectoren van de economie. De partij was ook uit op klassenverzoening in naam van nationale eenheid. Deze ideologie weerspiegelde de belangen en ambities van een nog zwakke Arabische bourgeoisie. Een sterke burgerlijke staat beschermde haar tegen de imperialistische grootmachten en investeerde in grootschalige infrastructuur om het kapitalisme te versterken; de voorwaarden om de uitbuiting te garanderen en de internationale positie van de Syrische burgerij te versterken.
De Sovjet-Unie had de onafhankelijkheidsstrijd gesteund en onderhield goede banden met staten die uit de nationale bevrijdingsstrijd ontstonden. Zij hielp mee aan het ontwikkelen van de Syrische economie en had de lijn dat ‘onafhankelijke landen’ gesteund moesten worden. Maar deze goede verhoudingen met de Sovjet-Unie veranderde niets aan het feit dat de Syrische regering een burgerlijke regering was, die er op momenten zeker niet voor terugdeinsde de arbeidersbeweging en de communisten te onderdrukken.
In de periode na de contrarevoluties in de Sovjet-Unie en andere socialistische landen in Europa, begon de Syrische bourgeoisie met herstructureren en privatiseren, wat ten koste ging van het levenspeil van de bevolking. Ondertussen wilde Amerikaans, Europees, Turks en ander kapitaal haar invloed in de Syrische economie versterken. In het licht van de toenemende tegenstellingen tussen imperialistische blokken en de toenemende invloed van China en Rusland in het Midden-Oosten, werd Syrië met zijn rijke grondstoffen en strategische ligging een belangrijke spil in de plannen van het Euro-Atlantisch kapitaal in de regio. De Syrische regering oriënteerde zich op geopolitiek vlak echter meer op samenwerking met Rusland en Iran.
De interventies beginnen: 2011 en de oorlog in Syrië
De combinatie van terechte woede van de Syrische bevolking over hun ellende, veroorzaakt door het kapitalisme, en de tegengestelde belangen van de verschillende imperialistische groepen omtrent de verdeling van energiebronnen en gas transportroutes, waren essentiële factoren in de gebeurtenissen tijdens de ‘Arabische lente’ in Syrië in 2011.
De Syrische bourgeoisie koos indertijd bewust voor een geopolitieke alliantie met Rusland en Iran. Deze samenwerking bracht Rusland onder meer exclusieve rechten om koolwaterstoffen te winnen uit de Syrische Exclusieve Economische Zone (EEZ). Daarnaast sloten Iran, Irak en Syrië in 2011 een overeenkomst om een pijplijn te bouwen waarmee Iraans gas via Irak en Syrië naar Europa geëxporteerd kon worden, met een mogelijke uitbreiding naar Libanon.
Deze plannen botsten echter direct met de strategische belangen van de VS en Israël, die zelf een alternatieve pijplijn overwogen. Hun plan was om gas uit Qatar via Saoedi-Arabië, Jordanië, Syrië en Turkije naar Europa te transporteren. Het conflict tussen deze concurrerende pijplijnprojecten verscherpte de spanningen in de regio en droeg bij aan de escalatie van het geweld in Syrië.
Imperialistische machten (Turkije, de VS/EU, Saoedi-Arabië, Qatar) en burgerlijke groeperingen binnen Syrië, waaronder jihadisten (HTS, Al-Qaeda, Islamitische Staat enzovoorts), maakten gebruik van de onvrede en terechte woede in Syrië, om gewapend verzet te organiseren tegen het Ba’ath regime geleid door Assad. Syrië werd een ‘taart’ om te verdelen tussen verschillende groeperingen gesteund door verschillende grootmachten (jihadisten gesteund door o.a. Turkije, Saoedi-Arabië; Koerdische groeperingen gesteund door de VS en Israël) en werd in een bloedige oorlog gestort waarin naar schatting ruim 300.000 burgers zijn omgekomen en 13 miljoen mensen op de vlucht zijn geslagen.
Rusland en Iran interveniëren
De Russische bourgeoisie kon niet rustig toezien hoe haar belangen in Syrië werden bedreigd. De plannen om de eerder genoemde pijplijn vanuit Qatar naar Europa te construeren zou leiden tot een concurrentieslag tegen Russische gasexport naar Europa. Andere economische, politieke en militaire belangen van de Russische bourgeoisie in Syrië en de regio, zoals de wapenhandel, haar maritieme basis in Tartus, enzovoorts, zette de Russische bourgeoisie aan tot een militaire interventie om de Assad-regering te helpen, onder andere tegen Islamitische Staat, welke een enorm gebied in Syrië en Irak had weten te veroveren. Ook de Iraanse regering, samen met de door haar gesteunde groepering Hezbollah, intervenieerde in Syrië om haar belangen veilig te stellen.
Interventie en val van het Ba’ath regime
De val van Assad kwam voor velen als een verrassing. In de burgerlijke media werd steeds weer herhaald hoe ongekend het was dat de regering ‘uit het niets’ en ‘binnen één week’ zou zijn gevallen. Maar dit beeld staat ver van de realiteit. De val van de Syrische regering ‘in één week’ is het resultaat van een proces dat al veel langer speelt.
De regering in Damascus was door de gebeurtenissen, die al dertien jaar aan de gang zijn, ernstig verzwakt. De prioriteiten van Rusland veranderden met de oorlog in Oekraïne. Iran, en de door de Iraanse regering gesteunde groep Hezbollah, werd door de aanvallen van Israël ernstig verzwakt. Turkije had al zo’n 10 procent van het Syrisch grondgebied in handen, waaronder Idlib, dat het broeinest en trainingscentrum werd voor de jihadisten die Assad omverwierpen. Koerdische groeperingen, als speelbal gebruikt door de VS, hebben zo’n 30 procent van Syrië in handen en tapten belangrijke economische reserves zoals Syrische olie. Israël bezette al decennia de Golanhoogtes en voerde bombardementen uit op Syrië.
Dit alles zorgde voor de mogelijkheid om het Ba’ath regime, dat haar steun onder de bevolking grotendeels had verloren door kapitalistisch afbraakbeleid te voeren en de repressie op te voeren, omver te werpen door een imperialistische interventie met gebruik van jihadistische groeperingen zoals HTS. Deze jihadistische groeperingen worden witgewassen door Amerikaanse en Europese media. ‘Terroristen’ en ‘jihadisten’ worden ‘rebellen’ en ‘vrijheidsstrijders’ wanneer ze de belangen dienen van Europees en Amerikaans kapitaal! Men lijkt de aanslagen en ellende die jihadistische groeperingen hebben veroorzaakt gauw vergeten.
Daarnaast is de hypocrisie over het ‘terreurregime’ van Assad stuitend. Het is duidelijk dat het Ba’ath regime, als burgerlijk, kapitalistisch regime, niet het belang van de overgrote meerderheid van de Syrische bevolking behartigde en dat er sprake was van zware repressie tegen de bevolking. De media die de ‘misdaden van Assad’ onder een vergrootglas leggen, zijn echter dezelfde media die zwijgen over de misdaden van de bondgenoten van de Euro-Atlantische imperialisten in de regio, zoals Saoedi-Arabië en de golfstaten. Het zijn dezelfde media die de genocide op de Palestijnse bevolking door Israël ‘nuanceren’ en opkomen voor het recht van Israël om zichzelf te verdedigen tegen ‘terroristen’.
Hoe nu verder?
Met de val van de regering van Assad wordt een imperialistisch conflict in het Midden-Oosten afgesloten, maar daarmee wordt direct een nieuwe strijd ontketend in de kapitalistische concurrentie om winsten. Tegenstellingen in het imperialistische systeem leiden onvermijdelijk tot nieuwe interventies, conflicten en oorlogen.
De nieuwe situatie die in Syrië is ontstaan, is zeer fragiel. De voornamelijk door Turkije gesteunde regering van HTS heeft slechts de controle over een deel van het land. De Turkse, Israëlische en Amerikaanse bezetting van Syrisch grondgebied gaat door, en het is nog de vraag wat de nieuwe ontwikkelingen zullen betekenen voor de gebieden die worden gecontroleerd door diverse Koerdische bewegingen, waarbinnen burgerlijke krachten voornamelijk door de VS en Israël worden gesteund.
De Russische en Iraanse bourgeoisie hebben nu een verlies geleden. De Turkse en Israëlische bourgeoisie, met steun van het Euro-Atlantische kapitaal, trekken aan het langste eind. Vooral de Turkse bourgeoisie profiteert van de mogelijkheden om de energiebronnen en arbeidskrachten van Syrië te benutten, maar ook doordat Turkse monopolies verdienen aan de wederopbouw van de door oorlog verwoeste Syrische steden, als een vorm van kapitaalexport.
De retoriek van ‘inclusiviteit’ en ‘vrede’ in Syrië door de EU en NAVO is hol en misleidend, en faciliteert alleen de belangen van de VS, Israël en Turkije in de regio om de regio verder te destabiliseren en rijp te maken voor hun investeringen. Gevaarlijk hierin is een mogelijke aanval op Iran, waar al op gehint wordt. De slachting van de Palestijnse bevolking door Israël gaat onverminderd door.
De Syrische bevolking heeft de afgelopen jaren enorm geleden onder de imperialistische militaire interventies, de bombardementen en de economische sancties die de VS en EU hebben opgelegd. Nu wordt de bevolking geconfronteerd met een reactionair regime van jihadisten, terwijl aanzienlijke delen van het land nog altijd bezet zijn. Inmiddels zijn ook duizenden mensen de straat op gegaan om te demonstreren tegen de politiek van de jihadisten tegenover vrouwen en minderheden. De arbeidersklasse moet niet vertrouwen op imperialistische verbonden zoals de EU en NAVO, die vrede en veiligheid beloven, maar in werkelijkheid het tegenovergestelde brengen. De hoop en de kracht om een eind te maken aan het leed van de Syrische bevolking ligt bij de strijd van de Syrische arbeidersklasse en volkslagen.
De ontwikkelingen in het Midden-Oosten zijn ook voor de Nederlandse arbeidersklasse van belang. De Nederlandse regering speelt een actieve rol in de inmenging in het Midden-Oosten door de NAVO en EU. Zo heeft de Nederlandse regering materiële steun verleend aan jihadistische groeperingen in Syrië. Deze inmenging brengt enorme kosten met zich mee en ook grote gevaren voor de Nederlandse bevolking, aangezien Nederland zo steeds verder verwikkeld raakt in de escalerende imperialistische tegenstellingen en mogelijk doelwit wordt van vergeldingsacties.
Voor de Nederlandse arbeidersklasse is het van belang solidair te zijn met de Syrische bevolking en zich te keren tegen de imperialistische plannen van de EU en NAVO. Solidariteit met de bevolking van Syrië gaat hand in hand met de strijd tegen oorlog en voor vrede.
Kevin is lid van het Dagelijks Bestuur en verantwoordelijk voor de Commissie Internationaal van het Partijbestuur van de NCPN. Bronnen zijn bij de redactie bekend.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!