Hieronder publiceren we de openingstoespraak van de Communistische Partij van de Werkers van Spanje (PCTE) op de bijeenkomst van de Europese Communistische Actie (ECA) over de strijd tegen fascisme.
Beste kameraden,
Namens het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Arbeiders van Spanje en al haar leden heten we de delegaties van de communistische en arbeiderspartijen van de Europese Communistische Actie welkom in Madrid en we begroeten de delegaties die vanuit hun landen deelnemen aan deze bijeenkomst van harte.
Voor de PCTE is het een eer om gastheer te zijn van deze belangrijke bijeenkomst die georganiseerd is om een onderwerp te bespreken dat helaas weer actueel is geworden: de strijd tegen het fascisme en de strategie van de communistische partijen daarin.
Bijna 88 jaar geleden werd de stad waar we deze bijeenkomst houden de hoofdstad van de antifascistische strijd wereldwijd. Duizenden communistische militanten stonden in de voorhoede van de antifascistische arbeidersklasse. Samen met hen gaven duizenden mannen en vrouwen uit verschillende landen gehoor aan de oproep van de Communistische Internationale en sloten zich aan bij de Internationale Brigade, waarbij ze alles achterlieten wat ze hadden.
De PCTE wil bij deze bijeenkomst een plechtig eerbetoon brengen aan de ‘vrijwilligers voor de vrijheid’, protagonisten van een van de meest heldhaftige voorbeelden van proletarisch internationalisme die de geschiedenis heeft gekend.
Het huidige debat over fascisme
De huidige omstandigheden van de klassenstrijd vereisen dat communistische en arbeiderspartijen in staat zijn conclusies te trekken uit de antifascistische strijd. Het eerbetoon aan en de erkenning van de heldhaftige communistische strijd tegen het fascisme, zijn niet onverenigbaar met de kritische analyse van onze historische ervaring.
Voor de PCTE is er geen groter eerbetoon aan de antifascistische strijders van gisteren, dan het trekken van de noodzakelijke conclusies om vandaag effectiever te strijden tegen de opmars van de reactie.
Onze analyse is gebaseerd op de bewezen leninistische stelling dat het imperialisme, het hoogste stadium van het kapitalisme, op alle gebieden neigt naar reactie. Zoals onze partijen aan de kaak hebben gesteld, groeit het gevaar van uitbreiding van de imperialistische oorlog, aangewakkerd door de cyclische crises van het kapitalisme en het begin van een nieuwe fase van inter-imperialistisch conflict.
De bourgeoisie van elk land herbewapent zich en sluit haar internationale bondgenootschappen, met het doel de positie van haar monopolies te verbeteren in de strijd om politieke en economische uitbuiting van de wereld, controle over exportmarkten, grondstoffen, invloedssferen, kapitaalinvesteringen en om controle over transportroutes voor waren.
Dit conflict manifesteert zich ook op politiek en ideologisch niveau. De bourgeoisie van ieder land probeert de arbeidersklasse te verenigen aan de imperialistische kant waartoe ze behoort. Overal groeien nationalisme en chauvinisme, racisme en vreemdelingenhaat. En in alle imperialistische landen en internationale vakbonden worden nieuwe controle- en onderdrukkingsmechanismen getest, waarbij gebruik wordt gemaakt van de meest geavanceerde technologieën en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie.
De reactie manifesteert zich dus niet alleen in de poging om de arbeidersklasse te onderwerpen aan haar bourgeoisie in het kader van de imperialistische oorlog. Maar ook probeert de bourgeoisie binnen elk land de arbeidersklasse te disciplineren.
In dit algemene kader ontstaan allerlei reactionaire en openlijk fascistische organisaties. Deze worden ook gevoed door de verarming en radicalisering van sectoren van de kleinburgerij. Die organisaties zijn verbonden met en geven uitdrukking aan de belangen van sectoren van de bourgeoisie, die deze organisaties steunen via hun media-instrumenten. Zo wordt de reproductie van reactionaire en burgerlijke ideologie binnen de arbeidersklasse versterkt. Ondertussen bereiden ze, hand in hand met het officiële anticommunisme, schokkrachten voor om de arbeidersbeweging aan te vallen in het licht van een te verwachten intensivering van de klassenstrijd.
Dit alles bevestigt dat na bijna 80 jaar sinds de Grote Antifascistische Overwinning de communistische en arbeiderspartijen zich moeten voorbereiden op nieuwe en hevigere scenario's in de klassenstrijd. Het nazi-fascisme is 79 jaar geleden verslagen, maar niet het kapitalistische systeem dat het heeft voortgebracht en waar het volledig onlosmakelijk mee verbonden is.
De karakterisering van het fascisme en de tactiek van de volksfronten
De omstandigheden waarmee de internationale communistische beweging na de Tweede Wereldoorlog werd geconfronteerd, verhinderden een grondige discussie over de ervaringen van de antifascistische strijd.
De ontbinding van de Communistische Internationale, het beleid van imperialistische omsingeling van de Sovjet-Unie en de landen die het socialisme opbouwden, en de ontwikkeling en verdieping van de crisis van de internationale communistische beweging verhinderden, naar ons inzicht, het bereiken van enkele conclusies die vandaag niet langer kunnen worden uitgesteld.
Binnen de internationale communistische beweging versteende de karakterisering van het fascisme zoals goedgekeurd door het 7e Congres van de Internationale. Zo fossiliseerde de tactiek van de antifascistische fronten of volksfronten. Communistische partijen die na de triomf van de contrarevolutie veranderden in sociaaldemocratische partijen, stoffen vandaag de dag de oude handboeken af en maken de arbeidersklasse ondergeschikt aan de bourgeoisie.
Geconfronteerd met de opmars van de reactie en de heropleving van het fascisme, roepen ze de arbeidersklasse op tot antifascistische eenheid en tot het vormen van brede fronten met sectoren van de zogenaamd democratische bourgeoisie. In veel gevallen, zoals in Spanje, werken ze met die bourgeoisie in een imperialistische regering die de Europese Unie en de NAVO verdedigt. Een regering die niet aarzelt om de uitbuiting waar de arbeiders onder lijden te intensiveren en de strijd van de arbeiders te onderdrukken met de krachtdadigheid die de werkgevers te allen tijde eisen.
In Spanje wordt dit op de een of andere manier verdedigd door Podemos, Sumar, Verenigd Links, de PCE en de PSOE. Ze beroepen zich op het antifascistische geheugen van de arbeidersklasse en het volk, om hun onderwerping aan de burgerlijke politiek te versterken, terwijl ze zelf vanuit de Spaanse regering de belangen van de bourgeoisie beheren of hebben beheerd.
Om met succes het hoofd te bieden aan deze plannen en ter verdediging van de organisatorische, politieke en ideologische onafhankelijkheid van de arbeidersklasse, moeten de communistische en arbeiderspartijen zich vandaag verdiepen in een reeks discussies die onze partij als volgt samenvat:
- De karakterisering van het fascisme die werd goedgekeurd door het 7e Congres van de Communistische Internationale. Onze partij is van mening dat het verkeerd is om de bourgeoisie in twee secties te verdelen, de ene reactionair en de andere democratisch. Daarbij wordt de rol die de bourgeoisie speelt als de heersende klasse binnen de kapitalistische sociale formatie verborgen. In dit verband is het goed om in gedachten te houden dat de Communistische Internationale door de jaren heen verschillende karakteriseringen van het fascisme gebruikte.
- Als gevolg van het bovenstaande is onze partij van mening dat de tactiek van de volks- of antifascistische fronten in veel gevallen betekende dat men afstand deed van het machtsvraagstuk, wat vervolgens de oriëntatie van communistische partijen beïnvloedde en leidde tot een versterking van het opportunisme en de sociaaldemocratie.
De PCTE heeft zich ingespannen om de geschiedenis van de communistische strijd in Spanje, die zusterpartijen kennen, te analyseren. De conclusies daarvan hebben overgebracht op verschillende bijeenkomsten van de internationale communistische beweging en zijn voor een groot deel opgenomen in ons manifest-programma.
Het Volksfront in Spanje en de conclusies van de PCTE
De uitroeping van de Tweede Republiek, op 14 april 1931, markeerde een verandering in de vorm van de kapitalistische heerschappij. De meest dynamische sectoren van de bourgeoisie ondernamen een moderniseringsslag. Die was gericht op het reorganiseren van de burgerlijke macht, waarbij werd geprobeerd het Spaanse kapitalisme te alliëren aan de meest ontwikkelde landen.
Na afloop van de periode die bekend staat als de ‘Twee Zwarte Jaren’ (november 1933 tot februari 1936), reageerden de sectoren van de heersende klasse, wier belangen botsten met de ondernomen hervormingen, op de verkiezingsoverwinning van het Volksfront in februari 1936, door de fascistische oplossing te omarmen. Ze hadden de expliciete steun van de nazi-fascistische machten en de collaboratie van de democratische kapitalistische machten, die bang waren voor de kracht van de arbeidersklasse, die in oktober 1934 al eens had geprobeerd de macht te nemen.
De nationale revolutionaire oorlog van de arbeidersklasse en het Spaanse volk tegen het fascisme en de buitenlandse interventie was de eerste veldslag van de Tweede Wereldoorlog. Het was een imperialistische oorlog waarvan de Communistische Internationale de uitbraak had voorzien na de grote crisis van overproductie en kapitaalaccumulatie die zich, beginnend na de beurskrach van 1929, in de eerste helft van de jaren dertig ontwikkelde. Net als in de Eerste Wereldoorlog, zetten de verschillende regeringen hun monopolistische beleid voort door middel van een nieuwe plunderingsoorlog, die zou leiden tot een nieuwe verdeling van de wereld.
Net zoals jaren later met andere communistische en arbeiderspartijen zou gebeuren, waren de Communistische Partij van Spanje (PCE) en de Communistische Internationale niet in staat om een strategie te formuleren die de gewapende strijd tegen het fascisme correct verbond met het machtsvraagstuk.
De belangrijkste kwestie die na de staatsgreep van 18 juli 1936 moest worden opgelost, was niet het type kapitalistische heerschappij dat de voorkeur van de arbeidersklasse had – democratisch of fascistisch – maar het klassenkarakter van de macht. In het Republikeinse Spanje was er sprake van een revolutionaire situatie, maar de bourgeoisie slaagde erin om via de republikeinse partijen, de PNV, ERC en de PSOE, de macht te behouden onder oorlogsomstandigheden.
De zogenaamde ‘democratische bourgeoisie’ was, net als de democratische kapitalistische machten, vanaf het begin van de oorlog duidelijk over haar klassenkarakter. Dit werd aangetoond door de verschillende regeringen van Groot-Brittannië, Frankrijk en de rest van de landen die het misdadige ‘non-interventie pact’ bezegelden. Ook de Baskische en Catalaanse regeringen, die onderhandelden met andere kapitalistische machten om een ‘aparte vrede’ te bereiken, en zelfs de president van de Republiek.
Geïsoleerd door de bourgeoisie, die rekende op de nauwe medewerking had van sociaal-democraten, trotskisten en anarchisten binnen de arbeidersbeweging, leidde de vastberadenheid van de PCE om zich tot het einde te verzetten en het risico van een revolutionaire uitkomst in de laatste fasen van de oorlog uiteindelijk tot de staatsgreep van Casado, die een einde maakte aan bijna drie jaar heldhaftige strijd.
De Partij had zich niet voorbereid om de strijd onder clandestiene omstandigheden voort te zetten. Ondanks de inspanningen van de Communistische Internationale werden er geen conclusies getrokken uit de Spaanse ervaring na de nederlaag in de nationale revolutionaire oorlog, om de strijd om de macht bij de partijen die tegenover het fascisme stonden voort te zetten en om als leidraad te dienen.
De antifascistische strijd werd gescheiden van de strijd voor het socialisme-communisme, onder het voorwendsel van het smeden van een bondgenootschap met de ‘democratische’ sectoren van de bourgeoisie. Deze strategische fout zou ernstige gevolgen hebben voor de communistische partijen in landen waar de antifascistische overwinning niet de directe deelname van het Rode Leger had.
Enkele aspecten van de hedendaagse strijd van communisten tegen het fascisme
Op basis van onze analyse stelt onze partij voor dat de Europese Communistische Actie zich verdiept in de volgende vraagstukken:
- De intrinsieke relatie tussen monopoliekapitalisme en fascisme. Het is noodzakelijk dat onze partijen de gezamenlijke studie van onze geschiedenis verdiepen. Dat we het verschijnsel van reactie en fascisme, waarvan anticommunisme een specifieke manifestatie is, correct karakteriseren.
- De noodzaak om de organisatorische, politieke en ideologische onafhankelijkheid van de arbeidersklasse te versterken. Wij denken dat deze inspanning inhoudt dat communisten zich verzetten tegen deelname aan burgerlijke regeringen en tegen de deelname van onze landen aan de verschillende imperialistische verbonden (Europese Unie, NAVO, enz.); geen partij kiezen in de imperialistische oorlog en juist bijdragen aan het versterken van de klassenanalyse van de oorlog; en geen compromissen sluiten met de verschillende delen van de bourgeoisie onder het voorwendsel van antifascistische eenheid.
- De noodzaak om communistische partijen te doen groeien door te wortelen onder de arbeidersklasse, vooral onder de industriële arbeidersklasse, en door als partij georganiseerd te zijn in de productiesectoren. Alleen door de organisatie van de arbeiders weer op te bouwen kunnen we een proletarische hegemonie projecteren, die alle risico's van uitbreiding en bevordering van reactionaire en fascistische tendensen op maatschappelijk niveau confronteert en neutraliseert.
- De noodzaak om de eenheid van de arbeidersklasse te versterken door een specifieke politiek op te stellen ten opzichte van de migranten uit de arbeidersklasse. Daarbij moeten we de strijd versterken tegen racisme en tegen organisaties en stromingen die onder verschillende voorwendselen verdeeldheid proberen te zaaien.
- De noodzaak om onze partijen voor te bereiden op nieuwe en moeilijkere omstandigheden in de klassenstrijd. We vinden het essentieel om onze krachten te bundelen om de crisis te overwinnen die de internationale communistische beweging doormaakt. We moeten onze krachten bundelen om het proletarisch internationalisme en de solidariteit tussen de volkeren te versterken.
Voor de PCTE is de antifascistische strijd onlosmakelijk verbonden met de strijd voor de revolutionaire omverwerping van het kapitalisme en moet deze altijd en overal verbonden zijn met de noodzaak om het socialisme-communisme op te bouwen. Alleen dan zal er een einde komen aan de fascistische dreiging. Alleen zo kunnen we garanderen dat ze er niet langs komen:
¡No pasarán!
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!