Skip navigation
Venezuela

‘De plannen om de PCV te vernietigen zullen niet slagen!’

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 21 november 2023

bron: PCV

We publiceren hieronder de bijdrage van de Communistische Partij van Venezuela (PCV) aan de 23e Internationale Bijeenkomst van Communistische en Arbeiderspartijen (IMCWP) die eind oktober plaatsvond in het Turkse Izmir. De Venezolaanse partij verwoord in deze bijdrage haar analyse van de situatie in de wereld en in Latijns-Amerika, maar gaat ook in op de ontwikkelingen in Venezuela. Daar gaat het afbraakbeleid van de sociaaldemocratische Maduro-regering gepaard met pogingen om de communisten in de illegaliteit te drijven.

Communistische Partij van Venezuela (PCV)

Beste kameraden,

Allereerst willen we de kameraadschappelijke en solidaire groeten van het Centraal Comité van de PCV overbrengen aan alle delegaties van de communistische en arbeiderspartijen die aanwezig zijn op deze belangrijke bijeenkomst. In het bijzonder willen we de kameraden van de Communistische Partij van Turkije groeten en bedanken voor het buitengewone werk dat ze hebben verricht om de 23e IMCWP te ontvangen en tot een succes te maken.

Zoals jullie wel weten, werd onze partij uiteindelijk gerechtelijk aangepakt en werd het Centraal Comité, gekozen door het 16e Nationaal Congres (3-5 november 2022), door een onrechtmatig gerechtelijk vonnis verboden. Het is alarmerend dat de uitvoerder van deze aanval niet een regering was die geleid werd door de oude sociaaldemocratische of extreemrechtse partijen, maar een regering van het zogenaamde ‘progressivisme’.

Deze verscherping van het anticommunisme in Venezuela en de toenemende vervolging van de arbeidersbeweging door de staat houdt nauw verband met het internationale offensief van het kapitaal tegen de rechten van de arbeidersklasse in de context van de huidige wereldwijde crisis van de kapitalistische productiewijze.

Kapitalistische crisis en imperialistische agressiviteit

De intensiteit van deze crisis verklaart de toenemende verscherping van de tegenstellingen binnen het kapitalisme en het imperialisme. Kort gezegd zijn oorlog, bewapening, sancties, grensconflicten en oorlogszuchtige confrontaties van verschillende omvang de meest gewelddadige uitingsvormen van de concurrentie tussen kapitalistische naties in de strijd om de controle over markten, handelsroutes en grondstoffen. Imperialistische agressiviteit wordt ook gekenmerkt door het verzet van traditionele machten zoals de Verenigde Staten, de Europese Unie en hun gewapende vleugel, de NAVO, tegen het verlies van hegemonie in de wereldeconomie.

De mondiale situatie wordt steeds gevaarlijker en de dreiging van grote gewapende conflicten is een sluimerende mogelijkheid. De crisis heeft ook geleid tot de heropleving en versterking van ultranationalistische, racistische en xenofobe krachten die nationale haat aanwakkeren en de strategieën van kapitalistische regeringen ondersteunen om klassen te verzoenen in het kader van hun concurrentie met andere naties.

Politiek gezien bevorderen deze hevige botsingen van belangen de groepsvormingsprocessen van opkomende kapitalistische landen die aandringen op veranderingen in de regels die de politieke en handelsrelaties van de naoorlogse periode bepalen. De zogenaamde BRICS en andere vormen van internationale allianties weerspiegelen de geschillen over economische belangen tussen kapitalistische polen, maar hebben niets te maken met het einde van het imperialisme of het ontstaan van een nieuwe en voor de volkeren rechtvaardigere en democratischere wereldorde.

We mogen de nauwe onderlinge afhankelijkheidsrelaties die de kapitalistische landen op de wereldmarkt verenigen, niet uit het oog verliezen en niet vergeten dat zelfs met alle gewelddadige vormen die concurrentie kan aannemen, uiteindelijk de gelijkheid van de belangen die hen verenigen, overheerst. In die zin is wat ten grondslag ligt aan de schijnbare botsing tussen zogenaamd ‘antagonistische’ polen van de ‘multipolaire’ wereld, niets anders dan de strijd tussen de nationale uitingsvormen van het mondiale kapitaal voor meer gelijkwaardige voorwaarden voor de uitbuiting van de wereldwijde arbeidersklasse en de toe-eigening van de mondiale rijkdom. Daarom waarschuwen we voor de heropleving van de illusie van een menswaardig kapitalisme ten dienste van de volkeren, die het gevolg zou zijn van een verandering in de machtsverhoudingen tussen de kapitalistische naties.

Terwijl het progressivisme de bevolking met deze geopolitieke spelletjes en de hoop op een democratischere en humane kapitalistische orde afleidt, is de harde realiteit dat het mondiale kapitaal zijn internationale kruistocht tegen de rechten van de arbeidersklasse versnelt.

De kapitalistische staten nemen normaal gesproken maatregelen om monopolies te beschermen, zodat de gevolgen van de crisis, oorlogen en commerciële concurrentie worden afgewenteld op de arbeiders en op de bevolking in het algemeen. Zo worden arbeidshervormingen doorgevoerd die de historische rechten van de arbeiders tenietdoen, wordt de pensioenleeftijd verhoogd, worden bij stijgende inflatie de lonen bevroren, wordt het dereguleringsbeleid van de arbeidsmarkt bevorderd, worden basisdiensten geprivatiseerd en worden degressieve belastingen goedgekeurd. Kortom, in alle kapitalistische landen worden tegen de bevolking gerichte maatregelen genomen om het concurrentievermogen van de monopolies te vergroten ten koste van de arbeidersklasse als geheel.

In alle landen nemen de communistische partijen en de klassenbewuste arbeidersbeweging niet alleen deel aan belangrijke uitingen van strijd en verzet tegen de uitvoering van dit afbraakbeleid, maar geven ze er ook leiding aan. Het ontbreken van een effectieve internationale koppeling van de strijd van de arbeidersklasse en van de consequente uitoefening van het proletarisch internationalisme verzwakt echter het vermogen van onze beweging om de mondiale strategie van het kapitaal te weerstaan.

Het ontbreken van een gemeenschappelijke strategie en de versplintering van de arbeidersstrijd op internationaal niveau zijn niet de enige problemen waarmee de eenheid van onze beweging te kampen heeft. Ook de invloed van het progressivisme – met zijn misleidende redenering van de tactiek van (klassenoverstijgende) eenheid tegen een (buitenlandse) gemeenschappelijke hoofdvijand – wordt los van zijn klassenkarakter gepresenteerd met de duidelijke bedoeling om de klassenstrijd steeds tot het binnenland te beperken en de internationalistische solidariteit met de arbeidersbeweging die vecht tegen het tegen de bevolking gerichte beleid van deze hervormingsgezinde regeringen, te neutraliseren.

Deze ideologische misleiding door het progressivisme heeft de neiging uit te monden in het karakteriseren van de legitieme strijd van de arbeidersbeweging voor haar rechten als acties die bijdragen aan de overheersingsplannen van het imperialisme. Dat wil zeggen dat deze misleiding niet alleen barrières opwerpt voor proletarische solidariteit, maar dat ze ook het beleid van criminalisering en onderdrukking van de arbeidersstrijd in die landen rechtvaardigt.

Dit is de complexe werkelijkheid waarin de arbeidersklasse op mondiaal niveau strijdt en die ongetwijfeld het vermogen van de wereldbourgeoisie versterkt om met succes haar belangen te doen gelden.

In deze tijden van toenemende crisis en harde aanvallen op de rechten van arbeiders moeten de politieke voorhoedes van de arbeidersklasse zich tot doel stellen om voorwaarts te gaan met een gemeenschappelijke strategie die een echte uitdrukking is van haar belangen en haar historische doelen. Veranderingen die de belangen van de arbeidersklasse dienen, kunnen alleen voortkomen uit haar eigen strijd tegen de wereldbourgeoisie en niet uit een herschikking van krachten tussen de kapitalistische machten.

De situatie in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

Het Latijns-Amerikaanse en Caribische continent weerspiegelt de veranderingen in de machtsverhoudingen die de wereld op haar grondvesten doen schudden. De Verenigde Staten hebben een aanzienlijk deel van hun economische hegemonie verloren, ook al behouden ze hun dreigende militaire aanwezigheid en handhaven ze hun beleid van inmenging.

Het klassieke beleid van wortel en stok is nog steeds hun middel om hun hegemoniale pretenties op te leggen. Ze gebruiken onwettige strafsancties zoals die tegen de bevolking van Cuba, Nicaragua en Venezuela; ze geven heimelijk en openlijk steun aan destabiliserende plannen tegen regeringen die de belangen van hun monopolies niet omarmen en ze versterken hun regionale militaire aanwezigheid in samenwerking met gelijkgestemde regeringen. Ze gebruiken echter ook diplomatieke overlegkanalen om elk veranderingsproces door de regeringen van het progressivisme ten gunste van de belangen van hun bevolking tegen te houden.

De regio beleeft momenteel een nieuwe golf van zogenaamd progressieve regeringen. Deze verkiezingsoverwinningen houden zonder meer verband met het opleven van de sociale strijd in de regio, maar het karakter van de brede politiek-electorale allianties, die openlijk rechts-liberale en sociaaldemocratische krachten omvatten, geven deze regeringen evenwel een duidelijk conservatief profiel.

Na 20 jaar kan het Latijns-Amerikaanse progressivisme zijn klassengrenzen niet langer verhullen en heeft het laten zien dat het niet in staat is om de fundamentele veranderingen door te voeren die de arbeidersklasse op het continent eist. In een aantal landen is het beleid overgegaan van sociale hervormingen in de toepassing van agressieve, tegen de bevolking gerichte aanpassingen die verworven rechten tenietdoen.

Ondanks de programmatische oprechtheid bij verschillende progressieve regeringen houden de politieke krachten die deze ondersteunen, het verhaal in stand van een valse antagonistische tegenstelling tussen deze regeringen en die van traditioneel rechts. De strijd wordt voorgesteld in termen van een valse tegenstelling tussen neoliberale en progressieve regeringen, waarbij het idee van een goed en een slecht kapitalisme wordt aangepraat.

Vanuit de PCV hebben we steeds onze solidariteit betuigd met de veranderingsprocessen die in de regio uitdrukking geven aan het verlangen van de bevolking naar hervorming en naar de breuk met de Amerikaanse hegemonie. Ook hebben we onze mening duidelijk gemaakt over de grenzen van deze processen als ze gebaseerd zijn op allianties van meerdere klassen en over de noodzaak om de onafhankelijke politieke actie van de communistische partijen en de arbeidersbeweging te versterken als de enige garantie om vooruitgang te boeken in duurzame successen.

In een aantal landen in de regio heeft de afwisseling van regeringen van progressivistische krachten en regeringen van traditionele rechtse partijen – allemaal met hun tegen de bevolking gericht beleid en hun onvermogen om hun beloften van sociale hervormingen na te komen – bij de volksmassa’s zoveel wanhoop, frustratie en politieke demobilisatie veroorzaakt dat deze de groei van ultraliberale en nationalistische politieke krachten in de hand hebben gewerkt.

Wat gebeurt er in Venezuela?

Het Venezolaanse proces is een voorbeeld van zowel de grenzen van het progressivisme als van het reformistische karakter van allianties van meerdere klassen. Verergerd door de criminele sancties creëerde de crisis van het afhankelijke en rentenierskapitalisme de voorwaarden voor de regering onder leiding van president Nicolas Maduro Moros – de vertegenwoordiger van de bourgeois en maffiafractie die het staatsapparaat en de regering controleert – om de meest agressieve tegen de bevolking gerichte aanpassing in de geschiedenis van het land te realiseren.

De neoliberale wending in het economische beleid van de regering opende samen met het complexe scenario van de energiecrisis die veroorzaakt werd door de oorlog in Oekraïne, de mogelijkheden voor het samenvallen van belangen en de daaruit volgende onderhandelingen tussen het imperialisme, de bourgeoisie en de traditionele klasse van landeigenaren enerzijds en de nieuwe bourgeois fractie (de zelfbenoemde ‘revolutionaire bourgeoisie’) die de regering in Venezuela leidt, anderzijds.

Zoals we jullie tijdens de 22e IMCWP in Havana hebben laten weten, is het land op weg naar een proces van deregulering en het geleidelijke opheffen van de sancties op basis van een overeenkomst tussen de elites en een realisatie van een tegen de bevolking gerichte economische aanpassing die volledige garanties biedt aan binnenlands en buitenlands privaat kapitaal.

Vanuit de PCV hebben we de sancties en imperialistische inmenging steeds krachtig veroordeeld. Zoals in het verleden eisen we ook vandaag de onmiddellijke en onvoorwaardelijke opheffing ervan. Ook verwerpen we alle onderhandelingen die het opgeven van soevereiniteit en de afbraak van de rechten van de werkende bevolking betekenen. We veroordelen de straffeloosheid voor degenen die dit misdadige beleid hebben aangemoedigd en voor de zakelijke sectoren en politici die van deze omstandigheden hebben geprofiteerd om rijkdom te vergaren, terwijl de Venezolaanse bevolking onder de ergste ontberingen lijdt.

Het tegen arbeiders en tegen de bevolking gerichte beleidspakket

Het is de werkende bevolking die uiteindelijk opdraait voor de gevolgen van de crisis en de imperialistische sancties; niet de bourgeoisie en niet de heersende elite. De PSUV-regering heeft door middel van een tegen arbeiders en tegen de bevolking gericht beleid de leiding gehad in het verminderen van de gevolgen ervan voor het bedrijfsleven en heeft dus de hele last afgewenteld op de werkende bevolking.

De kern van de economische aanpassing – of het ‘Anti-blokkadeplan’ zoals ze het eufemistisch noemen – was de afbraak van de rechten van de arbeidersklasse. Sinds de laatste loonsverhoging 18 maanden geleden, is de koopkracht van het reële loon met 90% gedaald. Het wettelijke minimumloon en de pensioenen bedragen nauwelijks 3 dollar per maand als gevolg van het criminele beleid om de lonen in lokale valuta te bevriezen, de dollarisering van de prijzen en een inflatie van meer dan 400% per jaar.

In haar absolute onderdanigheid aan de belangen van de zakelijke sectoren heeft de regering van Nicolas Maduro het beleid geïntensiveerd om als compenserende maatregel voor het inkomen van arbeiders de lonen te vervangen door bonussen. Met dit beleid heeft de regering de arbeidskosten dramatisch verlaagd en daarmee de winstmarges van de kapitalistische bedrijven vergroot. Het tegen arbeiders gerichte loonbeleid heeft ook invloed op de voortschrijdende deregulering van de arbeidsmarkt door de voorwaarden te scheppen voor de intensivering van de uitbuiting van de beroepsbevolking. Het resultaat zijn werktijden van meer dan 8 uur per dag, onvoldoende loon voor overwerk, banen zonder contract en vele andere vormen van misbruik door werkgevers.

Maar lonen waren niet het enige recht dat werd opgeofferd; door het ministerieel memorandum 2792 werden de collectieve arbeidsovereenkomsten van werknemers in alle sectoren opgeschort. Daarnaast werd op instructie van het openbaar begrotingsbureau (ONAPRE) het beloningssysteem van de werknemers in de overheidsdiensten eenzijdig en willekeurig versoberd door de lonen met de helft te verlagen en ten slotte werd het recht van de werknemers op sociale uitkeringen, voorzieningen en spaargeld feitelijk afgeschaft. Dit alles vormt samen met de onzekerheid van de openbare diensten en de ontmanteling van essentiële verworvenheden zoals volksgezondheid en onderwijs, een beeld van een gewetenloze superuitbuiting en een alarmerende verslechtering van de levensomstandigheden van werkende gezinnen.

Het progressivisme noemt deze criminele opoffering van de rechten van de arbeidersklasse voor de winst van de kapitalisten ‘anti-imperialistisch verzet’.

De regering ontloopt elke verantwoordelijkheid door alle schuld af te schuiven op de imperialistische sancties. Ook al hebben deze een verwoestend effect gehad op de economie als geheel, niet minder waar is dat de regering in deze periode aanzienlijke hoeveelheden overheidsmiddelen heeft uitgetrokken om de particuliere sector te subsidiëren en dat een ander deel nog steeds verkwist wordt door corrupt beheer. Bijna tien miljard dollar aan staatssubsidies werd overgeheveld naar de private sector via tussenhandel in buitenlandse valuta; zo’n twintig miljard dollar verdween uit de nationale olie-industrie in een van de meest beschamende corruptieschandalen van de regering van Nicolas Maduro en de versnelde verrijking van hooggeplaatste burgerlijke en militaire ambtenaren, bedrijfsleiders en landeigenaren is overduidelijk. De enorme kloof van sociale ongelijkheid in het land is het beste bewijs voor een regering die de crisis aanpakt ten voordele van de machtigsten.

Staatsonderdrukking van arbeidersstrijd

De neoliberale wending heeft de strijd van de Venezolaanse arbeiders- en vakbeweging weer tot leven gewekt. Elke dag worden er in het land gemiddeld 17 protesten voor loon- en arbeidseisen geregistreerd. De belangrijkste eisen van de arbeiders zijn de erkenning van het recht op een salaris en pensioen gelijk aan het basisvoedselpakket, de herinvoering van cao-onderhandelingen en de beëindiging van de criminalisering van de arbeidersstrijd.

De reactie van de regering en het staatsapparaat is vervolging, onderdrukking en berechting van degenen die deze strijd leveren. Er zijn meer dan 100 gevallen van vervolgde arbeiders, velen van hen worden nog steeds onrechtmatig vastgehouden. Onlangs werden twee vakbondsleiders uit de basisindustrie van Guayana ontvoerd en gevangen gezet terwijl ze aan het protesteren waren. Om deze illegale actie te rechtvaardigen vaardigde de rechtbank ten gunste van het bedrijf een grondwettelijk bevel uit dat de uitoefening van het stakingsrecht en elke vorm van vakbondsprotest verbiedt.

Dezelfde repressieve en intimiderende praktijken worden toegepast tegenover het onderwijspersoneel. Geconfronteerd met de mogelijkheid van een staking in die sector heeft de Minister van Onderwijs gedreigd met massale ontslagen van leraren en hen te vervangen door werklozen en gepensioneerden. Het is een kapitalistische staat die chantage van de werkloze arbeidersbevolking gebruikt om de klassensolidariteit te breken en zo lagere lonen af te dwingen.

Zoals we kunnen zien, maakt de confrontatie met het imperialisme de klassenstrijd in het binnenland niet ongedaan.

Momenteel spreekt de regering openlijk over een strategische alliantie met de ondernemersorganisaties en over de rol van de staat als een simpele regulerende tussenpersoon ten dienste van de belangen van de kapitalisten. Deze liberale euforie geeft vrij spel aan de roofzucht van landeigenaren, agrarisch en mijnbouwkapitaal ten koste van de natuurlijke reserves van het land. De ecologische crisis in het mijnbouwgebied van Guayana is een van de meest dramatische voorbeelden. Dezelfde praktijken richten zich ook tegen de rechten van inheemse volkeren: ze worden van hun land verdreven, hun leefgebied wordt vernietigd en hun verzetsstrijd wordt onderdrukt.

Alsof dit nog niet genoeg is, komt de reactionaire wending van de PSUV-regering ook tot uiting in haar allianties met religieus extremisme. In de overheidsbegroting voor 2023 worden meer middelen uitgetrokken voor de verbreiding van deze sektes dan voor wetenschappelijke ontwikkeling.

De vervolging van de PCV

De aanval op de arbeidersklasse betekende ook het opleggen van beperkingen aan de vakbondsvrijheden en aan de uitoefening van haar democratische recht om zich te organiseren in legale politieke partijen.

De gerechtelijke maatregel tegen de Communistische Partij van Venezuela, die tien augustus jl. werd bekrachtigd door het onwettige vonnis nr. 1160, is precies bedoeld om de arbeidersklasse tijdens het brute offensief tegen haar rechten te ontdoen van haar strijdmiddelen.

Wat de gerechtelijke aanval op onze partij betreft, is het belangrijk dat de communistische en arbeiderspartijen van de wereld de volgende juridische dwalingen rondom het vonnis kennen:

  1. De Constitutionele Kamer van het Hooggerechtshof (TSJ) heeft vonnis nr. 1160 gewezen in antwoord op een verzoek dat was ingediend door een groep niet-leden van de PCV, dat wil zeggen dat de TSJ een rechtszaak heeft toegestaan die was aangespannen door personen die niet voldeden aan de wettelijke kwalificatie om namens de PCV op te treden, en de TSJ heeft daarom gehandeld in strijd met de Organieke Wet van Bescherming en Grondwettelijke Waarborgen.
  2. Het door deze huurlingen ingediende verzoek bevatte geen enkel bewijs voor hun lidmaatschap van de PCV noch voor de geloofwaardigheid van de aantijgingen in de dagvaarding, hetgeen betekent dat de TSJ een beslissing heeft genomen zonder de feiten te controleren.
  3. Op haar beurt heeft de Constitutionele Kamer het grondwettelijke recht op verdediging door de PCV geschonden, door het door de PCV ingediende verdedigingsdossier en bewijs terzijde te schuiven, hetgeen een flagrante schending is van de rechtsstaat en een eerlijk proces.
  4. De TSJ heeft een bestuur ad hoc, bestaande uit zeven niet-leden van de PCV, benoemd om de wettelijke centrale leiding van de partij te vervangen, en daarbij het door het 16e Congres van de PCV gekozen Centraal Comité op onrechtmatige wijze genegeerd.
  5. Dit bestuur ad hoc is als volgt samengesteld: drie leden van de PSUV, een lid van de partij Somos Venezuela, een ex-kandidaat van de partij UPP89 en twee ex-leden van de PCV. Zij krijgen de bevoegdheid om de wettelijke rechten van de PCV over te nemen en al haar structuren op nationaal niveau te reorganiseren.

Zoals te zien is vonnis nr. 1160 een complete juridische dwaling zonder enige basis in de Venezolaanse wet. We hebben hier te maken met een autoritaire uitoefening van staatsmacht in het kader van de politieke beslissing van de regeringsleiders om te proberen de PCV te vernietigen.

De overname van de wettelijke leiding van de partij maakt het deze huurlingen mogelijk hun toevlucht te nemen tot staatsgeweld om de ware leiding van de PCV en haar leden te beroven van hun hoofdkantoren en van de bezittingen van de partij. Sinds de uitvaardiging van het vonnis zijn deze huurlingen – met steun van de leiding van de PSUV – al overgegaan tot de vorming van nieuwe regionale leiderschapsstructuren met daarin vertegenwoordigers uit het middenkader van de PSUV en evangelische gemeenschappen, en leden van andere organisaties die ondergeschikt zijn aan de regering, zodat overduidelijk is dat geen enkel lid van de PCV deelneemt aan hun klucht en dat we te maken hebben met een verachtelijke en schandelijke aanval vanuit de regering.

De wettelijke ingreep in de PCV heeft een duidelijk doel: het vernietigen van het klassenverzet van de arbeiders tegen de tegen de bevolking gerichte maatregelen, het verzwakken van de strijd voor lonen en arbeiderseisen en het verhinderen van de versterking van een revolutionair alternatief voor de twee blokken van de bourgeoisie die verantwoordelijk zijn voor deze nationale ramp: het blok van de regering en het blok van de verschillende traditionele rechtse oppositiegroepen.

Door de aanval op de PCV verloor de arbeidersklasse de laatste partij met legale status die ze nog had, hetgeen betekent dat ze ook beroofd werd van haar recht om met haar eigen kandidaten, die haar ware belangen vertegenwoordigen, deel te nemen aan de presidentsverkiezingen van 2024 en de parlementsverkiezingen van 2025. Het pact van de elites is er dus in geslaagd om toekomstige verkiezingen te beperken tot de exclusieve deelname van de partijen van de bourgeoisie.

De manier waarop de aanval op onze partij werd uitgevoerd, heeft de mate van morele ontbinding van de PSUV duidelijk gemaakt: haar wanhopige poging om de strijd van de bevolking in te dammen en zichzelf te presenteren als een betrouwbare kracht voor de belangen van de zakelijke sectoren en de imperialistische monopolies.

We willen de Communistische en Arbeiderspartijen bedanken voor hun solidariteitsbetuigingen en we nodigen hen uit om een internationale campagne te ondersteunen die eist dat het onwettige vonnis nr. 1160 wordt herroepen en dat de wettelijke en democratische rechten van het echte lidmaatschap van de Communistische Partij van Venezuela worden hersteld.

Los van onze meningsverschillen over de karakterisering van de regering van Venezuela en haar partij, moet de aanval op het bestaansrecht van een communistische partij een krachtig en vastberaden antwoord van de internationale communistische beweging krijgen. Het actieplan dat we tijdens de 22e IMCWP in Havana hebben goedgekeurd, roept ons op om ‘solidariteit te betuigen met de communisten die te maken hebben met vervolging en het verbod op de vrije uitoefening van hun politieke en sociale rechten’, maar ook om ‘internationale campagnes te realiseren uit solidariteit met en ter ondersteuning van de strijd van de arbeidersklasse ... met haar gerechtvaardigde eis van het recht op vakbondsvorming, betere lonen en arbeidsomstandigheden, en haar democratische rechten.’

We verzekeren jullie dat de plannen van de bourgeoisie en haar partijen om de PCV te vernietigen niet zullen slagen. Ze zullen net zoals de andere drie eerdere pogingen in onze geschiedenis mislukken om de eenvoudige reden dat onze aanpak een echte uitdrukking is van de belangen van een arbeidersklasse die vecht om haar rechten terug te krijgen.

We hopen dat onze ervaring als les en lering zal dienen voor de communistische en arbeiderspartijen in de wereld. Zoals Lenin terecht zei: “Alles is illusoir behalve macht.”

Wij staan als communistische en arbeiderspartijen voor grote uitdagingen op deze beslissende momenten in de wereldwijde klassenstrijd. Wat onze positie en rol betreft, willen we enkel herinneren aan een citaat van Marx en Engels in het Communistisch Manifest:

“De communisten onderscheiden zich van de overige proletarische partijen alleen daardoor, dat zij aan de ene kant in de nationale strijd van de proletariërs in de verschillende landen de gemeenschappelijke, van de nationaliteit onafhankelijke belangen van het proletariaat hoog houden en doen gelden, aan de andere kant daardoor, dat zij op de verschillende trappen van ontwikkeling, die de strijd tussen proletariaat en bourgeoisie doorloopt, steeds het belang van de gehele beweging vertegenwoordigen.”

Lang leve het proletarisch internationalisme!


Bron: SolidNet.org. Vertaling: Louis Wilms

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!