“Stel je voor dat door deze straten, de militaire politie, iedereen die hier aanwezig was zou bedreigen met doorgeladen wapens. Het is misschien wat onvoorstelbaar, maar hier in Rotterdam, in het jaar 1934, waren de straten in Crooswijk onderdeel van een slagveld waarbij de Nederlandse overheid met excessief geweld huurstakingen neerschoot.”
Zo begon ik vorige maand mijn verhaal over de Rotterdamse huurstaking als onderdeel van de communistische stadswandeling. En inderdaad, alhoewel geen van de aanwezige kameraden de illusie had dat de politie de kant van de werkende klasse zou kiezen, was het voor veel andere mensen moeilijk voor te stellen dat de politie een demonstratie voor de nodige verbetering van de Nederlandse woningmarkt met geweld zou verstoren. Het optreden van de politie op de Erasmusbrug tijdens de woondemonstratie van 17 oktober heeft de actualiteit van het verhaal van de Rotterdamse huurstakingen van de jaren ’30 des te meer bevestigd.
De Rotterdamse huurstakingen waren een gevolg van de beruchte economische crisis die eind jaren twintig het kapitalistische deel van de wereld in haar greep hield. Zoals gebruikelijk bij economische crises is het de arbeidersklasse die als eerste de klappen moet opvangen. Naast het grootschalig wegvallen van werk, rezen de prijzen van voedingsmiddelen en huur de pan uit. Een enorm huisvestingsprobleem zorgde voor een nog verdere stijging van de huurprijzen, waar net als vandaag de dag, door huisjesmelkers handig op werd ingespeeld. Terwijl zij hun prijzen met de inflatie lieten meestijgen werden huurders dubbel zo hard getroffen in de portemonnee door de crisis. Huisjesmelkers waren al veel langer een probleem voor de Nederlandse huizenmarkt, zodanig dat al in 1917 de huurprijzen door de regering aan banden werden gelegd. Dit duurde slechts een aantal jaren, en precies toen de arbeider zonder werk en inkomen zat werd in 1927 deze wet geschrapt. Gezinnen met kinderen die het al verschrikkelijk moeilijk hadden, werden met geweld uit hun huis gezet en behandeld als criminelen, terwijl de huisjesmelkers die woekerprijzen vroegen, door de politie beschermd werden.
Genoeg reden dus om in verzet te komen. Dit verzet werd geleid door de Communistische Partij van Nederland (CPN), die in Rotterdam een sterke aanwezigheid had. Hierdoor weigerden verschillende straten, en soms zelfs hele wijken de woekerhuren nog langer te betalen. Door een geweldige saamhorigheid was het mogelijk om het geweld van de huisjesmelkers, politie en zelfs leger voor lange tijd te weerstaan. Deze saamhorigheid was nodig omdat de overheid te midden van deze gigantische economische crisis haar burgers in de steek liet. De krant van de CPN, ‘De Tribune’, riep meermaals op om actie te voeren tegen deze uitzettingen. Hieronder een stuk uit De Tribune van 1931:
“Zoals wij in ons vorig nummer reeds aankondigden, zou heden (woensdag)-morgen de deurwaarder in opdracht van de huisjesmelker Blokker, opnieuw een poging doen, de bewoners van het pand Nova-Zemblastraat 97, 11, behorende tot het blok, waar de huurstaking met groot succes wordt doorgevoerd, uit hun woning te zetten. Opnieuw had zich een grote menigte sympathiserende arbeiders en arbeidersvrouwen in de omgeving verzameld, nog groter aantallen dan zaterdag jl. De politie hield zich ditmaal, gezien deze grote solidariteit der arbeiders, wijselijk op den achtergrond. Ook de deurwaarder vond het blijkbaar thans maar beter, zijn neus niet in de Nova-Zembla straat te vertonen.”
Het epicentrum van de Rotterdamse huurstakingen in de jaren dertig lag in de Tuinderstraat. Ook hier werd er door de arbeidersbeweging solidair opgetreden tegen deurwaarders die gezinnen op straat dreigden te zetten. Op donderdag 23 juli 1931 greep de overheid gewelddadig in om de huurstaking te breken, en de huisuitzettingen weer mogelijk te maken. In de weken voor de uitzetting was door de rechter besloten dat de huurstakers de panden in de Tuinderstraat moesten verlaten. De arbeiders waren echter niet bereid mee te gaan in dit oordeel. Zij bewaakten de straat dag en nacht om te voorkomen dat de politie de panden kon binnendringen. Op drieëntwintig juli 1931 verscheen er een tot de tanden bewapende politiemacht die klaarstond om de huizen met geweld binnen te dringen en het verzet te breken. Dit bleef in de buurt niet onopgemerkt; honderden communisten, sympathisanten, en buurtbewoners gingen de panden binnen om een menselijk schild te vormen tegen de politie. Wat hierna volgde is een brute, laffe, en zeer gewelddadige actie van de Nederlandse politie waarbij zelfs vrouwen en kinderen het moesten ontgelden. Met ploertendoders en sabels werd er ingehakt op de menigte, en toen zelfs dat niet effectief bleek werd er met scherp geschoten. Hierbij raakten meerdere mensen zeer ernstig gewond, en een zeventigjarige man kwam om het leven.
Een golf van ontsteltenis en woede trok over Nederland in reactie op dit grove overheidsgeweld, en overal in Rotterdam braken rellen uit. Hierop antwoordde de politie met nog meer geweld. In de jaren hierna werd dit excessieve geweld door de politie, en later zelfs het leger, steeds gebruikelijker. Dit had een duidelijk doel. De overheid reageerde met zulk grof geweld omdat zij zodoende een gewelddadige tegenreactie van de aanwezige bewoners en communistische sympathisanten konden uitlokken. Dit alles om het protest illegitiem te maken, en het verzet tegen de huisuitzettingen te framen als gewelddadig en revolutionair. De Nederlandse overheid had onder druk van de pandjesbazen haar geweldsmonopolie ingezet tegen haar bevolking teneinde de huisuitzettingen in het midden van de grootste economische crisis aller tijden mogelijk te maken. Een sluitend bewijs dat de zogenaamd ‘vrije’ Nederlandse parlementaire democratie bereid is om geweld te gebruiken tegen haar eigen bevolking om de kapitalistische belangen van een kleine groep veilig te stellen.
Dit geweld bereikte zijn top in het jaar 1934 toen de militaire politie Crooswijk afsloot om, een voor een, gewapend de huizen in de wijk binnen te vallen en te ontruimen. Arbeiders waren rond deze tijd goed voorbereid op het geweld van de overheid. Zij barricadeerden deuren en ramen, en ook op straat werden barricades opgeworpen om de militairen en agenten tegen te houden. Straatstenen werden door bewoners uit de grond getrokken om zich te verzetten tegen de karabijnen die, wanneer de nacht viel, gebruikt werden om op de protesterende burgers te schieten. De huurstrijd werd uiteindelijk met zoveel geweld onderdrukt dat in de jaren hierna het verzet steeds verder afnam. Toch heeft het verzet wel degelijk geholpen, en waren deze protesten aanleiding voor de overheid om in de jaren na de oorlog de volkshuisvesting een socialer gezicht te geven.
Tijdens het lezen van deze verbeten strijd voor veilige en betaalbare woningen kan men niet anders dan geraakt en geïnspireerd worden door de moed en solidariteit van die Rotterdamse arbeiders in de jaren dertig. Want alleen met solidariteit kon deze verschrikkelijke crisis het hoofd worden geboden. Dit gold toen en het geldt vandaag nog steeds. In 2021 gaan duizenden mensen in tientallen steden door heel het land de straten op om te demonstreren tegen de extreem hoge huizenprijzen en woekerhuren. Wederom heeft de politie al enkele keren met grof geweld gereageerd om deze protesten te ontmoedigen. Solidariteit in de strijd is onze kracht. De mensen die ons voorgegaan zijn hebben ons dit laten zien. Ieder mens heeft recht op een veilige en goede woning.
Toen en nu, de strijd gaat door!
(‘Lopend Vuurtje’ is een rubriek van columns op Voorwaarts.net. Het is een plek waar men zowel binnen als buiten de CJB op een toegankelijke manier een kritisch rood geluid kwijt kan. De meningen en stellingen van de columns zijn niet per se de opvattingen van de CJB als organisatie, maar dragen bij aan een betrokken maatschappelijk debat onder werkende en studerende jongeren. Als CJB is de wisselwerking tussen dagelijkse praktijk en theorie van groot belang, en testen we die ook graag aan de dagelijkse praktijk van onze leden en sympathisanten. Wij willen met dit platform elke strijdbare vonk de kans geven een ‘lopend vuurtje’ te worden.)
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!