Skip navigation
Vakbond

De stakersraad: een blik achter de schermen

Vakbondsleden georganiseerd voor de zwaarwerkregeling
Foto: FNV DAF

Een groot deel van dit jaar stond in het teken van de regeling vervroegd uittreden (rvu), ook wel bekend als de zwaarwerkregeling. “De stakersraad beslist”, beloofde hoofdonderhandelaar Piet Rietman van tevoren. Enkele maanden nadat een akkoord werd bereikt, vraagt Manifest drie leden van de stakersraad: is dat ook gelukt?

Kort na een grote stakingsgolf in september ging het kabinet overstag en werd een akkoord gesloten. Het resultaat was een permanente regeling: mensen met zwaar werk kunnen drie jaar eerder stoppen en het maandelijkse bedrag gaat € 300 omhoog. Hoewel er geen maximum zit aan de hoeveelheid mensen die er gebruik van kunnen maken, houdt de regering ruimte om de rvu in te perken (‘bijsturen’) als dat er meer dan 15.000 per jaar zijn.

Het hele jaar lang kwamen twintig vakbondsleden uit de stakende sectoren wekelijks samen in de ‘stakersraad’. Een deel van de afgevaardigden, waaronder de mensen van FNV Spoor, waren door de mensen in hun sector gekozen. Wilma van der Graaf, werkzaam bij DAF, werd door de vakbondsbestuurder van FNV Metaal gevraagd om mee te doen. Ook dakdekker Ed van der Want was voorgedragen door de actieleider van zijn sector, eveneens een bestuurder: “Ik ben een beetje brutaal, en met mijn grote snor en helm word ik bijna bij elke staking door de media geïnterviewd. Daarom heeft ‘ie me gevraagd, denk ik.”

Het is dus de vraag in hoeverre er sprake is van vertegenwoordiging, als het niet in elke sector is gelukt om vanaf de werkvloer afgevaardigden te kiezen voor de stakersraad. “Het ligt eraan dat minder sterke sectoren te afhankelijk zijn van de FNV-bestuurders”, stelt Michel Eggermont, servicemedewerker bij de NS. “Bij ons kan dat niet. Wij hebben 2 bestuurders en 25 standplaatsen, dus een staking wordt altijd gewoon door de kaderleden georganiseerd.”

Landelijke actie

Dat allerlei sectoren uit het hele land in staking gingen, maakte de rvu-strijd anders dan de onderhandelingen voor de cao van een sector. De organisatiegraad in verschillende vakgebieden is een terugkerend thema in de interviews. Hoewel de spoormedewerkers bijvoorbeeld kritisch waren over het onderhandelingsresultaat, zijn zij uiteindelijk akkoord gegaan: “Voor ons was het helder dat andere sectoren ook aan de bak moesten, voordat wij onze mensen konden vragen om opnieuw een grote staking te organiseren.”

Ook bij DAF was er enige frustratie dat zij de meerderheid vormden bij een gezamenlijke staking met de sector Bouwen & Wonen. “Volgens mij is er veel bouw in Brabant en Limburg”, begint Wilma. “Hoe kan het dan dat er niet meer mensen zijn? Bij de cao is het anders, maar dit gaat om de rvu. Dan mis ik draagvlak van andere sectoren, want samen ben je sterk.” Wat daarbij waarschijnlijk niet hielp, is dat de betreffende staking pas kort van tevoren bij haar bekend werd: “Als we dit eerder hadden geweten, dan hadden we misschien wel duizend mensen meer gehad. Collega’s hebben altijd vragen bij een staking, en die kon ik nu niet beantwoorden.”

Deels valt dit te verklaren doordat er naast de stakersraad een actieraad bestond, bestaande uit FNV-bestuurders. Dat was verwarrend, volgens Michel, omdat de planning en coördinatie van de stakingen daar gebeurde. “Over de onduidelijkheid was ook wel enige frustratie bij de wekelijkse bijeenkomsten.”

Stakersraad

“Als ik er zo op terugkijk, is het alleen maar positief uitgevallen om kaderleden erbij te betrekken”, aldus Wilma. “Wij spreken in de stakersraad niet alleen voor onszelf, we hebben een achterban die we kunnen raadplegen.” Michel trekt een vergelijking met de pensioenonderhandelingen in 2019: “In 2019 voelde FNV Spoor zich echt belazerd. Hadden we net gestaakt, was daar drie dagen later opeens een akkoord.” Op de vraag of het bestuur van FNV de rvu-strijd beter had kunnen organiseren dan met de stakersraad, reageert hij: “Dat denk ik zelf niet, behalve als je zegt dat we twintig jaar geleden niet een sociale ANWB hadden moeten zijn. De onderhandelaars hebben het ook wel de ruimte gegeven. Om eerst te gaan praten met de mensen uit de sectoren waarom het ging, voordat ze het ledenparlement lieten stemmen. Het was een goede stap om te zorgen dat niet te snel een akkoord gesloten zou worden.”

Gevraagd hoe hij naar het resultaat kijkt, zegt Ed: “Heel positief. Dat de regeling permanent is, niet alleen voor de komende jaren maar ook voor de jongere generatie.” Wel delen de drie hun bezorgdheid over de uitwerking in de cao’s, waar onder meer bepaald wordt wie er gebruik kunnen maken van de regeling en hoeveel zij betaald krijgen. Wilma: “We hebben bepaalde doelen bereikt, maar we zijn er nog niet. Zoals het er nu voorstaat, is het niet haalbaar om vervroegd met pensioen te gaan zonder aan je pensioen te komen. Dus met de aankomende cao’s moeten we echt aan de bak om de boel te verhogen.”

Uit de praktijkervaring van de stakersraad blijkt dus dat goede keuzes voor het organiseren van de strijd een belangrijke rol kunnen spelen om de arbeidersbeweging te versterken, waarvoor het recentelijk gepubliceerde Vakbondsmanifest van de NCPN een leidraad kan zijn. Toch is dit geen vervanging voor het opbouwen van een stevige basis op de werkvloer, die vakbondsdemocratie kunnen afdwingen, vormgeven en toepassen. Die strijd is net als de strijd voor het pensioen nog niet gestreden!

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!