Skip navigation
Verenigde Staten

De strijd om de democratie

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van woensdag 19 januari 2022

Placeholder

In alle harmonie organiseren de twee politieke partijen in de VS samen een nieuwe Koude Oorlog, en als onderdeel hiervan is er een strijd om de democratie uitgebroken. Aan de ene kant staat een aantal zogenaamd onafhankelijke non-profitorganisaties, zoals Freedom House (dat in 2017 voor 90% door de Amerikaanse overheid gefinancierd werd), het V-Dem Institute (dat gefinancierd wordt door verschillende regeringen en de Wereldbank) en Polity Data Series (tot 2020 gefinancierd door de CIA).

Deze organisaties beweren dat ze landen rangschikken naar hun democratisch gehalte. Het is niet verrassend dat de landen die op één lijn staan met de geldschieters van deze organisaties hoog scoren op de ‘democratische’ ranglijst, terwijl landen die er ruzie mee hebben een lage plaats innemen.

Ondanks de overduidelijke belangenconflicten en vooroordelen baseren deskundigen in de NAVO-landen zich kritiekloos op de onderzoeksresultaten, en ze worden hierin aangemoedigd door de politieke elites in het Westen.

Aan de andere kant staan de landen die zijn aangeduid als vijanden van de democratie, zoals China, Rusland, de Democratische Volksrepubliek Korea, Nicaragua en Cuba. Landen die stuk voor stuk stellen dat ze minstens even democratisch zijn als de westerse landen.

De oorlog om de democratie verhevigde met de ‘top voor de democratie’ die de regering Biden van 8 tot en met 10 december 2021 had georganiseerd. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken deed niet eens alsof ze de dialoog wilde aangaan en weigerde landen uit te nodigen die op de zwarte lijst stonden. Hierdoor werd het evenement een orgie van zelfverheerlijking, waar landen die niet voldoen aan de Amerikaanse idealen een uitbrander kregen. Andere landen zoals Hongarije, Polen, Oekraïne, Colombia en India, die zich steeds minder aantrekken van de democratische normen, werden met open armen ontvangen.

Tegelijkertijd jammeren de mainstream media, inclusief The New York Times, de Washington Post en de National Public Radio over de ‘teloorgang’ of ‘verzwakking’ van de Amerikaanse democratie. Deskundigen van de gevestigde orde spreken hun verontrusting uit over de wending die Donald Trump heeft teweeggebracht in de politiek, en over de toenemende vijandigheid tussen de aanhangers van de twee partijen die elkaar beschuldigen van verkiezingsfraude.

Het merkwaardige is dat ze aan de andere kant heel verdraagzaam zijn als het gaat om de doorslaggevende rol die geld speelt in het politieke proces. Ook de ondermijnende invloed van het machtige bedrijfsleven op de politiek wordt niet aan de kaak gesteld. Dit zijn twee antidemocratische tendensen die steeds krachtiger worden en de democratie steeds meer uithollen naarmate de economische ongelijkheid groeit.

Brian S. Roper citeert Raymond Williams in het boek The History of Democracy: ‘Democratie is een heel oud woord. Het kwam in de zestiende eeuw in de Engelse taal terecht als vertaling van het Griekse ‘democratia’, dat bestond uit de woorden demos (‘volk’) en kratos (‘macht’). Ook in Griekenland deed zich al de vraag voor welke betekenis er gegeven moest worden aan de begrippen ‘volk’ en ‘macht’ (pagina 1).

Het heeft honderden jaren geduurd voordat de heersende kapitalistische klassen moesten toegeven dat ‘demos’ de héle bevolking betekende, en niet alleen ‘vermogende witte mannen’. In de VS begon die bewustwording pas met de Voting Rights Act die in 1965, pas 56 jaar geleden, werd aangenomen nadat een vastberaden volksbeweging er lang voor gestreden had.

En wat ‘kratos’ betreft: sinds de vroege republieken in Amerika, Frankrijk en de Nederlanden zijn er veel verschillende modellen van democratisch bestuur geweest. Modellen waarbij een deel van de macht bij de vorst lag, socialistische democratieën, democratieën met grondwetten, meerpartijensystemen, stelsels met directe of indirecte verkiezingen voor de korte of lange termijn, met een of meerdere kamers, met verschillende manieren om de stemmen te wegen en te tellen. De democratische theoretici hebben allerlei handigheidjes bedacht.

Zelfs een vluchtige blik op de geschiedenis maakt duidelijk dat je kunt twisten over de vraag wie het volk dan wel is, en waaruit bestuur of macht bestaat. Wat de geschiedenis in ieder geval aantoont is dat sociale bewegingen de bestaande heersende klassen tot democratisering hebben gedwongen. Over het algemeen is er een ontwikkeling naar steeds meer ‘demos’, en verschillende vormen van ‘kratos’. Dit lijkt erop te wijzen dat het zinvoller is om democratie te zien als een proces, en niet als een absolute en definitief vaststaande politieke stand van zaken.

Landen worden democratischer of minder democratisch op dezelfde manier waarop ze rechtvaardiger of minder rechtvaardig worden. Democratie en rechtvaardigheid zijn geen kant-en-klare succesproducten. Het zijn voortdurend bewegende doelwitten, en de mate waarin ze democratisch zijn, is afhankelijk van de richting waarin er veranderingen plaatsvinden. Om dit te illustreren kunnen we kijken naar een voormalige kolonie die zich zojuist bevrijd heeft. Het nieuwe land is zeker democratischer dan tijdens de periode waarin het overheerst werd, ongeacht het soort politieke instellingen dat het kiest. Om te bepalen hoe democratisch een land al dan niet is, is dit denkbeeld logischer dan het geïdealiseerde model van democratie dat in de westerse patriottische schoolboeken bejubeld wordt.

Het is het toppunt van arrogantie van westerse ideologen om te beweren dat sommige landen een zogenaamde grens hebben overschreden, de grens die de verlichte democraten scheidt van de ‘autoritaire’ heidenen. Democratie is een proces en geen lintje dat uitgereikt wordt. Voor natiestaten zou ‘democratisering’ een nooit eindigend proces moeten zijn dat steeds meer beslissingen in de handen van steeds meer mensen legt. Vanuit dit standpunt bezien kan een volksrevolutie gezien worden als het meest democratiserende proces van allemaal. Door een dergelijke revolutie worden de massa’s bevrijd van de onderdrukking door de heersende klasse en wordt de heerschappij van de meerderheid opgelegd aan de voormalige heersers die de minderheid vormden.

Het tijdperk van de grote burgerlijke revoluties in de zestiende en zeventiende eeuw (de Nederlandse, Engelse en Franse opstanden) was duidelijk en onmiskenbaar een periode van belangrijke democratisering, waarbij massa’s mensen bevrijd werden van feodale verhoudingen en/of absolutistische heerschappij (de Amerikaanse revolutie past niet in dit patroon). De nieuwe heersende klassen creëerden nieuwe procedures en instituties om ervoor te zorgen dat hun belangen werden veiliggesteld en dat er geen nieuwe uitdagingen voor de nieuwe orde zouden ontstaan. Ze waren nog lang niet klaar met de voltooiing van het democratische project.

Aan de hand van de verheven grondwetten uit die periode (inclusief de Amerikaanse) werden er allerlei nieuwe instellingen in het leven geroepen, zoals parlementen, congressen en colleges, evenals nieuwe procedures voor de wetgeving, de rechtsbescherming en het verkiezingsproces. Volgens de initiatiefnemers waren deze onmisbaar voor de democratie.

Met andere woorden, de verschillende ‘founding fathers’ dachten dat ze de essentie van democratie hadden vastgelegd in een verzameling regels voor de verdere uitvoering ervan. Alsof de democratie voltooid zou zijn door middel van officiële verklaringen en grondwettelijke documenten.

Wat de burgerlijke revolutionairen niet begrepen, was dat de formele democratie (op zichzelf een waardevolle verworvenheid tijdens de opkomst van de bourgeoisie) op zich een grote prestatie was, maar dat deze niet geschikt was voor de eeuwigheid, en niet geschikt voor de voortgaande opmars van de democratisering onder veranderende omstandigheden. De burgerlijke democratie breidde de deelname van de massa’s zeker uit (en garandeerde hiermee meteen de dominantie van de bourgeoisie als klasse), maar té vaak slaagde ze er niet in om de macht van het volk te verwezenlijken.

In discussies over democratie wordt het onderscheid tussen de macht door het volk en de macht voor het volk vaak over het hoofd gezien, of ze worden door elkaar gehaald. Er is geen reden om aan te nemen dat een systeem dat is opgebouwd om de macht door het volk te vestigen, automatisch de macht voor het volk met zich mee zal brengen. Kwaadwillende mensen kunnen goedbedoelde instellingen gemakkelijk zodanig manipuleren dat ze het volk niet ten goede komen. Eerlijke regels garanderen niet altijd een rechtvaardige uitkomst.

Er is alle reden om aan te nemen dat in een klassenmaatschappij zelfs de beste formele democratieën niet zullen regeren op een manier die in het belang is van alle of zelfs de meeste mensen. Het bestaan van sociale klassen en de verhouding tussen deze klassen enerzijds en democratie en democratisering anderzijds zal in geen enkele grondwet van geen enkele bourgeoisiedemocratie aan de orde komen.

In de geschiedenis van het Amerikaanse tweepartijensysteem, in de vorige eeuwen en nu nog, heeft de regering in het algemeen altijd de belangen van een kleine minderheid van rijken en machtigen verkozen boven die van de meerderheid van de werkende klasse. Je kunt bovendien twisten over de vraag of de procedures die de zogenaamde alwijze ‘founding fathers’ opstelden, het perfecte voorbeeld zijn van hoe een democratie zou moeten worden georganiseerd. Als de macht voor het volk tekortschiet, gaat dit dan niet ten koste van de democratische inhoud? Hoe democratisch kan een ‘democratie’ zijn wanneer ze er niet in slaagt om de belangen te dienen van de mensen die geregeerd worden?

De stuitende groei van de economische ongelijkheid – een constante in de westerse ‘democratieën’ – toont zonder twijfel aan dat ze een democratische lakmoesproef niet zouden doorstaan. Zou de bevolking beter af zijn met een andere politieke ordening die de bourgeoisiedemocratie vervangt?

De ene opiniepeiling na de andere laat zien dat de meerderheid van de mensen – de zogenaamde begunstigden van de democratie – garanties willen voor huisvesting, banen, gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid enz., garanties die de westerse ‘democratieën’ consequent niet inlossen. Iets cynischers dan het loskoppelen van een democratisch concept van het welzijn en de belangen van de bevolking is nauwelijks denkbaar. Een democratie die niet aansluit bij de belangen van de meerderheid is een nepdemocratie. Dat is een woordspelletje.

Door de obsessie met de vorm van de democratie – de obsessie van de kapitalistische leiders – zijn te veel mensen blind geworden voor de inhoud ervan. Deze is belangrijker en moet centraal staan. Het onderscheid tussen vorm en inhoud wordt al te vaak over het hoofd gezien in discussies over democratisch bestuur.

Een democratische vorm die er niet in slaagt om voor de meerderheid van de mensen op te komen is slechts een lege huls, zoals de huidige Amerikaanse ‘democratie’ aantoont.

In de strijd om de democratie nemen velen in de ontwikkelde kapitalistische landen, met name in de VS, nu de Volksrepubliek China op de korrel. De opkomst van China als economische macht, de rivaliteit met de VS om invloed in de wereld en de onafhankelijke houding van China in de wereldpolitiek hebben de vijandschap van de VS en hun bondgenoten tegenover China vergroot tot een nieuwe Koude Oorlog.

Net zoals tijdens de oude Koude Oorlog met de Sovjet-Unie richten China’s vijanden zich op het feit dat het land een ‘eenpartijstaat’ is. De Communistische Partij bekleedt een leidende rol, en de overlegorganen zijn niet georganiseerd rond twee of meer politieke partijen. Daarentegen zijn de uitvoerende raden en het parlement niet partijgebonden. Ze zijn samengesteld uit zowel communisten als niet-communisten.

Ironisch genoeg hebben de meeste oprichters van de bejubelde westerse ‘democratieën’ nooit een stelsel met verschillende politieke of groeperingen voor ogen gehad. Toch is de aanwezigheid van meerdere partijen een democratische lakmoesproef geworden voor de NAVO-waakhonden. Sindsdien hebben ze de lat nog hoger gelegd om op die manier te kunnen ontkennen dat er een democratisch bestuur is in verschillende landen met een gedegen kiesstelsel waar wél meer partijen zijn. Deze landen zouden ‘autoritaire’ neigingen vertonen. Dit maakt deel uit van een gluiperige tactiek die bedacht is om het debat over de democratie te saboteren in plaats van aan te zwengelen.

China heeft op de strijd om de democratie gereageerd met een rapport getiteld ‘Persuing Common Values of Humanity – China’s Approach to Democracy, Freedom and Human Rights’, geschreven door New China Research (NCR). Het document van 88 pagina’s is een alomvattend pleidooi voor de democratische inslag van het Chinese bestuur. Het rapport bevat een aantal provocerende en frisse ideeën. In de monopoliemedia kreeg het maar weinig aandacht, zo diep en dogmatisch zijn de vooroordelen van de westerse commentatoren.

In het rapport van NCR laat ook de Chinese president Xi van zich horen over de bourgeoisiedemocratie: ‘Wanneer het volk pas wakker wordt wanneer er gestemd moet worden maar vervolgens weer in slaap valt, wanneer het volk van te voren naar de verkiezingsleuzen luistert maar vervolgens geen inbreng meer heeft, wanneer de kiezer tijdens de campagne allerlei beloftes te horen krijgt maar vervolgens in de steek gelaten wordt, dan is er geen sprake van een echte democratie.’

De Communistische Partij van China (CPC) pleit voor een nieuw type democratie en noemt deze een ‘integrale procesdemocratie’. Het moet een democratie zijn die ‘streeft naar de eenwording van de proces- en resultaatdemocratie, de formele en de materiële democratie, de directe en de indirecte democratie, de democratie van het volk en die van de staat’. De CPC plaatst deze integrale procesdemocratie tegenover de ‘democratie voor de weinigen’, de ‘eenmalige democratie’ en de ‘pseudo-universele democratie’.

Naar mijn idee bevat het rapport geen volledig en transparant concept van ‘integrale procesdemocratie’. Sommige formuleringen blijven wat vaag, maar daarover kan iedereen zelf oordelen. Het document en de bijbehorende ideeën zijn hoe dan ook een zorgvuldige bestudering waard.

Duidelijk is in ieder geval dat de CPC inziet dat de mate waarin de democratie optreedt in het belang van het volk de ware proef op de som is, dat een krachtige democratie niet alleen formeel maar ook substantieel (resultaatgericht) moet zijn.

Het onderscheidende kenmerk van de ware democratie is dat ze trouw is aan de belangen van de bevolking, dat ze een substantiële en materiële democratie is. Dat China hieraan voldoet wordt bevestigd door een studie van Cunningham, Saich en Turiel van Harvard’s Ash Center waaruit blijkt dat het vertrouwen van de bevolking in de Communistische Partij van China al meer dan tien jaar hoger dan 90 procent is.

In mei 2020 verwees ik naar een soortgelijk onderzoek van de Edelman Trust Barometer naar het vertrouwen van de bevolking in 26 landen. China stond helemaal bovenaan, terwijl de VS, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Japan en Rusland onderaan bungelden. Tot zover voor wat betreft de ‘macht van het volk’ in de zo geroemde kapitalistische landen.

Hoe brengen de westerse politieke theoretici hun stelselmatig negatieve beeld van de Chinese democratie in overeenstemming met het hoge vertrouwen dat de Chinese bevolking heeft in haar bestuur? Gewoon, door dat laatste aspect te negeren.

Een diepere en minder hooghartige discussie over de democratie zou een goed tegengif kunnen zijn tegen de westerse verwaandheid in de ‘democratie’- oorlogen.


Bron: ZZ’s blog, 27 december 2021. Vertaling Frans Willems.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!