Skip navigation
Oorlogseconomie

Frankrijk voert productie wapenfabrieken op en dringt aan op ‘strategische autonomie’ van de EU

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 4 maart 2025

Foto: publiek domein

De EU is openlijk bezig met de overgang naar een oorlogseconomie en Frankrijk staat voorop in die ontwikkeling. De onderstaande tekst van de Revolutionaire Communistische Partij van Frankrijk (PCRF) gaat hier uitgebreider op in. Het betreft de bijdrage van de PCRF aan de bijeenkomst van de Europese Communistische Actie (ECA) over de strijd van communisten tegen de EU en de oorlogseconomie.

Na drie jaar inter-imperialistische oorlog in Oekraïne, de effecten daarvan op het wereldsysteem van imperialistische staten, maar ook binnen de internationale communistische beweging, kan de PCRF een snelle balans opmaken van twee aspecten. Ten eerste de relatie tussen de Franse monopolies en de Europese Unie, en de ontwikkeling daarvan sinds de oorlog. Ten tweede het standpunt van de communisten over de oorlog en de tendensen die de inter-imperialistische oorlog in Oekraïne aan het licht heeft gebracht met betrekking tot de kwestie van inter-imperialistische verbonden.

Strategie van het Frans kapitaal

We kunnen in dit korte tijdsbestek niet in detail ingaan op onze analyse van de strategie van de Franse monopolies. Met betrekking tot de vraag die we vandaag behandelen is het belangrijk om terug te komen op twee doelstellingen in het proces van voltooiing van deze monopolies. De opeenvolgende regeringen Macron brengen de politieke keuze in het licht van deze strategie (de twee doelstellingen – red.) tot uiting. Deze twee doelstellingen zijn de liquidatie van de sociale verworvenheden en de liquidatie van de burgerlijke democratische vrijheden die door het gewapende antifascistische verzet zijn verworven. Dit programma, dat momenteel wordt voltooid, is ook een sociaal offensief, bedoeld om de achterstand van Frankrijk op Duitsland in te halen. Daarbij speelt de EU een centrale rol, zodat de Franse monopolies hun eigen belangen aan deze strategie kunnen ontlenen.

In 2024 had Frankrijk ongeveer 25 van de 500 grootste concerns ter wereld, tegenover 28 in 2017. Op alle continenten zijn posities verworven en is Frankrijk nog steeds een van de dominante imperialistische spelers. Maar ondanks zijn leidende ondernemingen wordt de concurrentie tussen imperialistische blokken versterkt, met name door de explosieve groei in bepaalde sectoren en regio's. Het is dus duidelijk dat posities verloren kunnen gaan, vooral aan China (142 groepen in de 500) en de Verenigde Staten (136).

De huidige politieke crisis in Frankrijk is een weerspiegeling van de recente economische moeilijkheden. Tot 2024 kon Macron rekenen op economische resultaten die werden geprezen door de bestuursraden van de monopolies. Deze economische kaart is echter afgebrokkeld onder de impact van een steeds hardere internationale concurrentie die ongunstiger is voor het Franse kapitalisme. Bijvoorbeeld, de belangrijkste economische partner van Frankrijk is Duitsland, waar de recessie voor het tweede opeenvolgende jaar een negatieve invloed heeft op de winsten van Franse bedrijven.

Op het gebied van oorlogsvoering gaat de recordverkoop van Franse wapens door, met achttien miljard in 2024 en een verdubbeling ten opzichte van 2023: Caesar-kanonnen, Rafales, schepen, onderzeeërs, optisch materiaal etc. 76% van de verkoop vond plaats in Azië (India 30%) en het Midden-Oosten. Maar het heeft ook markten verloren aan naburige concurrenten zoals Italië, met als meest recent voorbeeld Italiaans-Algerijnse contracten voor de productie van helikopters en verschillende soorten krachtige schepen, of Marokko, dat liever geen Franse Caesar-kanonnen gebruikt ten gunste van Israëlische artillerie. Dit zijn de meest recente verkoopcijfers. Overal wordt de productie in Franse wapenfabrieken opgevoerd. Het Franse Directoraat-generaal van Bewapening (DGA) heeft zelfs de automobiel-, chemische en energiesector aangewezen als gebieden waar de industriële oorlogsinspanningen moeten worden opgevoerd. De eerste contracten zullen in 2025 worden getekend om te profiteren van hun kennis en productiecapaciteit.

De inter-imperialistische oorlog heeft de Franse monopolies in staat gesteld om deze inhaalslag te versnellen door intens deel te nemen aan de oorlogsinspanning. Dit weerspiegelt zich ideologisch en politiek in de oorlogsconsensus van steun aan de Oekraïense bourgeoisie, van het Rassemblement National tot het pseudo 'Nieuwe Volksfront'. Een recente militaire oefening in de herfst van 2024, 'Doorbraak' genaamd, die in het diepste geheim werd georganiseerd, simuleerde de interventie van meer dan 3.000 Franse soldaten in Oekraïne, ondersteund door drones en spionagesatellieten. Het bevestigde de verklaring van Volodimir Zelensky in januari 2025 dat hij, na een nieuwe bilaterale ontmoeting met de Franse regering, eenheden zou sturen en Oekraïense soldaten en piloten zou trainen met de levering van Mirage 2000 vliegtuigen. De deelname van het Franse leger zelf is bedoeld om de enorme economische voordelen te waarborgen die de monopolies hopen te oogsten. Het 'Oekraïne-fonds', dat grote Franse monopolies zoals Thalès, Dassault en Enedis verenigt, heeft 200 miljoen euro bijeengebracht voor de naoorlogse 'wederopbouw' van Oekraïne, naast de bilaterale partnerschappen van 2024, die voorzien in 3 miljard euro militaire hulp, evenals voor infrastructuur en de vestiging van fabrieken in het land.

Uit een recent onderzoek van het Franse instituut Statista blijkt dat het Franse kapitaal uiteindelijk betrokken is voor een bedrag van 4,6 miljard euro, zowel militair als financieel, en dan hebben we het nog niet eens over de financiële deelname aan de Europese instellingen.

Deze centrale kwesties voor de Franse bourgeoisie verklaren het herhaalde aandringen van de regering-Macron om de ‘strategische autonomie’ van de EU op militair vlak te versterken. Dat zien we terug in de herhaalde plannen voor een verenigd Europees leger, waarover nog geen compromis is gevonden met de kapitalistenklasse van andere Europese landen. We zien het ook terug in het Europese ‘strategisch kompas’, een routekaart voor een oorlogseconomie waarin de regering Macron samen met Duitsland het voortouw heeft genomen. Als de EU een hefboom is geweest voor de belangen van de Franse monopolies in de inter-imperialistische tegenstellingen, dan heeft de imperialistische oorlog in Oekraïne dit gebruik van de EU versterkt in een context van sociale strijd die in Frankrijk is gegroeid tijdens de strijd tegen de recente pensioenhervorming.

Tijdens de laatste Europese Raad stelde Macron een Europese voorkeur voor bij de aankoop van militaire uitrusting (dit beleid zou betekenen dat de voorkeur uitgaat naar in Europa geproduceerde uitrusting – red.). In plaats daarvan werden de 27 EU-lidstaten het eens over een mogelijke herziening van het stabiliteitspact van 3%, waardoor militaire aankopen een uitzondering worden op de tekortregel. De oprichting van Europese privébanken zou ook kunnen worden gebruikt om een deel van dit formidabele spaargeld van 1400 miljard (meer dan de Verenigde Staten met 800 miljard) te gebruiken om te investeren in oorlog.

EU als imperialistisch verbond

De Europese Unie als inter-imperialistisch verbond heeft ook gewerkt als een katalysator voor interne tegenstellingen binnen de communistische beweging in Europa, maar ook in Frankrijk. Het heeft voor de organisaties die beweren leninistisch te zijn de vraag opgeroepen naar het verband tussen tactiek en strategie. Allereerst is er een universele invalshoek voor de kwestie van de EU, die raakt aan de manier waarop communisten de inhoud en vorm van inter-imperialistische verbonden begrijpen. Voor onze partij zijn imperialistische verbonden in de eerste plaats allianties tussen staten die de gemeenschappelijke belangen van de bourgeoisie van hun lidstaten vertegenwoordigen.

Hun gemeenschappelijke belangen zijn de groei van hun monopolies, de versterking van hun concurrentievermogen in omstandigheden waarin de concurrentie in het imperialistische wereldsysteem verscherpt, en de gemeenschappelijke confrontatie met de arbeidersbeweging met als doel de neutralisatie van revolutionaire communistische partijen. De gemeenschappelijke belangen van de monopolies van verschillende staten in een imperialistisch verbond kan echter de ongelijkheid niet doen verdwijnen. Ook verdwijnt niet de organisatie (van monopolies – red.) in nationale staten waarop de kapitalistische accumulatie is gebaseerd. De gemeenschappelijke belangen kan concurrentie en tegenstellingen niet doen verdwijnen binnen een bepaalde imperialistische alliantie, maar ook niet tussen verschillende imperialistische verbonden en coalities. Het voorbeeld van de EU en een Europese oorlogseconomie is hier typerend. In plaats van de tegenstellingen binnen de EU te verzachten, heeft de gezamenlijke inzet van de Europese bourgeoisie om het Oekraïense regime te steunen bepaalde interne tegenstellingen juist geaccentueerd.

Als we teruggaan in de tijd naar de Russische invasie in Oekraïne, kondigde Duitsland op 27 februari 2022 aan dat het inging op het officiële verzoek van de NAVO in 2014 aan haar leden om hun militaire uitgaven te verhogen tot ten minste 2% van hun jaarlijkse BBP, terwijl ze tot nu toe genoegen had genomen met 1,3%. Op dezelfde dag werd ook een enorme envelop van 100 miljard vrijgemaakt (twee keer het defensiebudget van 48 miljard) om het leger te moderniseren. In Frankrijk voorzag de wet op de militaire programmering al in een bijna-verdubbeling van het militaire budget voor 2019-2025, waardoor het een voorsprong kreeg, die nog werd vergroot door de recente begroting van de regering-Barnier en daarna Bayrou voor 2025, waarbij het ministerie van de strijdkrachten 3,3 miljard euro kreeg en minister Lecornu verklaarde dat er geen sprake van was om aan dit budget te raken, zelfs niet in het geval van tekorten in Frankrijk. Het is een direct bewijs, als bewijs nog nodig was, dat de staatsschuld de oorlogseconomie financiert. Een schuld die vervolgens wordt gedragen door het werkende volk.

De Europese snellereactie-eenheid Eurokorps, dat niet verbonden is aan de EU maar vijf permanente leden heeft (België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Spanje), is veel succesvoller geweest als een eenheid verbonden aan de NAVO, waarvan het deel uitmaakt als een 'hoge paraatheidsmacht', dan aan de EU. Het is namelijk niet geïntegreerd in het officiële EU-kader. Een ander voorbeeld is Toekomstig Luchtgevechtssysteem FCAS (ook bekend onder de Franse afkoring SCAF – red.), een project dat Frankrijk, Duitsland en Spanje sinds 2017 samenbrengt om tegen 2030 een geïntegreerd luchtgevechtssysteem te ontwikkelen. Het kent lange doorlooptijden en moeizame onderhandelingen tussen de monopolies over de verdeling van de contracten. Het is ook in twijfel getrokken door de aankondiging in maart 2022 dat Duitsland 35 Amerikaanse F-35's zal kopen. Tot slot, op hetzelfde moment dat Frankrijk zijn Rafales-vliegtuigen moderniseert met de F5-variant (met een stealth-drone, hypersonische kernraketten, enz.), is de eerste productiefase van deze nieuwe FCAS-oorlogsvliegtuigen in 2023 van start gegaan. Maar de compromissen en interne meningsverschillen binnen de Europese bourgeoisie over leiderschapskwesties en het overwicht van sommige nationale monopolies over andere zijn nog steeds duidelijk.

Strijd tegen EU en imperialisme

Met het oog op deze realiteiten is de PCRF van mening dat ze twee mogelijke tendensen moet bestrijden in de strijd tegen de Europese Unie. Natuurlijk tegen de tendens van de PCF, de sociaaldemocratie en de trotskistische organisaties om het kader van de EU te steunen als een plaats voor sociale en democratische transformatie. Een tendens die de volksbeweging onder de vlag van het kartel van burgerlijke staten in Europa plaatst. Maar ook tegen de nationalistische tendens die, door de anti-EU strijd los te koppelen van de strijd voor socialisme en van een klassenoriëntatie, de beweging kan duwen richting het sociaal-chauvinisme.

De strijd tegen de EU impliceert daarom een strijd en een nationale versterking van elke partij tegen de eigen monopolies, gekoppeld aan de kwestie van de Europese Unie. Een strijd die arbeiders bewust kan maken, op basis van hun eigen ervaringen, van het verband tussen de strijd tegen de eigen bourgeoisie in het eigen nationale kader, om te slagen uit de EU te stappen. Zonder deze zelf opgedane ervaring en de versterking van onze partij door strijd, zal de kwestie van de EU opgenomen blijven onder de illusoire sociaal-democratische optie of een chauvinisme dat ons ertoe brengt andere imperialistische verbonden te verkiezen voor onze monopolies. De tweede, chauvinistische tendens, aangevoerd door de opportunistische pool, heeft zich openlijk uitgesproken via het Wereld Anti-imperialistisch Platform (WAP) in de inter-imperialistische oorlog in Oekraïne. (…)

Het zijn de werkende volkeren van de verschillende landen die via hun communistische partijen in staat zijn om voor eens en altijd een einde te maken aan de EU door de nationale klassenstrijd te coördineren, wat aantoont dat partijen als de onze steeds sterker moeten worden op nationaal niveau binnen en met de Europese Communistische Actie.


Een gedeelte dat ingaat op acties van de PCRF in Frankrijk is omwille van de omvang van het stuk weggelaten. De tussenkopjes zijn door de redactie toegevoegd.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!