Skip navigation
Driepartijenconferentie

Het karakter van de recente economisch crisis, de economische vooruitzichten en het beleid van de Nederlandse regering en de EU

Bijdrage NCPN op de driepartijenconferentie 2022

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van woensdag 6 juli 2022

Placeholder
NCPN

In 2020 brak een nieuwe kapitalistische economische crisis uit. In burgerlijke analyses werd gesproken van een ‘coronacrisis’. Er werd gepropageerd dat de pandemie en de maatregelen daartegen de oorzaak waren van deze economische crisis. In essentie betrof het echter een kapitalistische economische crisis, waarvan de diepere oorzaak ligt in de over-accumulatie van kapitaal. De uitbraak van het coronavirus en de maatregelen hebben wel een katalyserende rol gehad, doordat de handel en consumptie wereldwijd plots afremde. De pandemie heeft dus invloed gehad op het moment dat de economische crisis uitbrak en op de hevigheid van de crisis. Maar het is niet de onderliggende oorzaak.

De kapitalistische economische crisis van 2020 en haar oorzaken

Deze crisis zat er al aan te komen. Al vóór de uitbraak van het coronavirus was duidelijk dat het moeilijk werd het opgestapelde kapitaal opnieuw te investeren. De economische groei stagneerde in de meeste belangrijke economieën al sinds 2017 en vooral in de tweede helft van 2019. De wereldwijde industriële productie kende in 2019 al momenten van krimp. Allerlei sectoren kampten met problemen, zoals markten die verzadigd waren (bijvoorbeeld de luchtvaart), banken die lijden onder ‘slechte’ leningen, grote economische ‘bubbels’ etc. Economen en financiële instituten (IMF, OECD, Wereldbank, ECB etc.) voorzagen al dat er een zware recessie aan zat te komen. De pandemie en de maatregelen daartegen hebben de uitbraak van deze crisis slechts versneld en verhevigd.

De crisis is dus een gevolg van het kapitalisme zelf; van de basistegenstelling van het kapitalisme. Doordat de productiemiddelen in handen zijn van de kapitalisten, bestaat de maatschappelijke productie niet om te voorzien in de maatschappelijke behoeften, maar om kapitaal en winst voort te brengen. Maar juist door het winstbejag van het kapitaal botst de uitbreiding van de productiekrachten op de beperkte koopkracht. “De ware barrière van de kapitalistische productie is het kapitaal zelf,” zoals Marx schreef.

Anders dan hoe burgerlijke economen het voorstellen, is de crisis dus geen afwijking van de economische ontwikkeling onder het kapitalisme. Integendeel. In het kapitalisme resulteert economische ontwikkeling onvermijdelijk in crisis. De kapitalistische economische crisis doet zich daarom ook periodiek voor sinds de kapitalistische productieverhoudingen dominant zijn geworden.

Ook in de Nederlandse economie was de komst van een kapitalistische economische crisis al zichtbaar voor de uitbraak van het coronavirus. Indicaties daarvoor waren de stagnatie en lage groei waar de economie mee kampte in de afgelopen jaren en vooral in 2019 (1,7%), evenals de krimp in de industriële productie die al sinds december 2018 was ingezet en doorzette in 2019. Met het uitbreken van de kapitalistische economische crisis, bespoedigd door de pandemie, kromp de economie in 2020 met 3,7%. Dat is vergelijkbaar met de krimp bij de vorige crisis in 2009.

De kapitalistische economische crisis verscherpte ook de tegenstellingen tussen imperialistische machten, die afgelopen jaren al verscherpten doordat in het kapitalisme verschillende landen zich ongelijkmatig ontwikkelen. Verschillende landen worden in verschillende mate geraakt door de crisis, en hebben ook in verschillende mate mogelijkheden om de crisis het hoofd te bieden. Op die basis veranderen de internationale verhoudingen en neemt de strijd om de herverdeling van grondstoffen, markten en invloedssferen toe. Dat uit zich ook in imperialistische interventies en oorlogen, zoals de afgelopen jaren in het Midden-Oosten, Latijns-Amerika, Afrika, evenals de recente escalatie van de oorlog in Oost-Europa.

De reactie van de Nederlandse regering tijdens de crisis

De economische crisis en de daling in de private investeringen en consumptie, gaf aanleiding tot aanpassing van het economisch beleid van de Nederlands regering en ook de EU. Daarbij werd, in tegenstelling tot de vorige periode, nu gekozen voor een keynesiaanse aanpak, met als doel de investeringen en consumptie te bevorderen. Dat beleid is gericht op grootschalige staatsinterventie in de economie, expansief begrotingsbeleid en ruim monetair beleid. Met andere woorden: er wordt enorm veel geld in de economie gepompt om de investeringen en consumptie aan te wakkeren.

De Nederlandse regering heeft o.a. een groot deel van de loonkosten van bedrijven overgenomen. Daarmee werd het kapitaal veelvuldig geholpen, niet alleen doordat de staat een deel van de kosten overnam, maar ook omdat een ongecontroleerde verhoging van de werkloosheid en de daarmee gepaard gaande afremming van de consumptie werd afgewend.

Dit neemt overigens niet weg dat de werkloosheid tijdens de economische crisis enorm opliep. Bedrijven hebben de crisis als aanleiding gebruikt om bezuinigingsplannen, die vaak al klaarlagen, door te voeren. Tienduizenden werkers kwamen op straat te staan, waaronder veel arbeiders met flexibele contracten en ZZP’ers. De bezuinigingen die veel bedrijven doorvoerden, waren bovendien gericht op intensivering van de arbeid en verhoging van de uitbuitingsgraad.

De regering heeft ook maatregelen genomen voor de kleinburgerij (waarvan veel tijdelijk, zoals uitstel van belastingbetaling), om een golf van faillissementen te voorkomen. Desondanks is een deel van de kleinburgerij hard geraakt en gedeeltelijk geproletariseerd. Verschillende maatregelen waren ook gericht op het beschermen van de liquiditeit van banken en het voorkomen meer slechte leningen, die als een donkere wolk boven de economie hangen.

Al deze maatregelen, die vele tientallen miljarden kostten, waren mogelijk door de overschotten in overheidsfinanciën, die door de werkenden duur zijn betaald in de vorige jaren via de bezuinigingen en sociale afbraak.

De grootschalige staatsinterventie heeft de diepte van de crisis in zekere mate bedwongen. Maar de mogelijkheden voor staatsinterventie zijn beperkt door de interne tegenstellingen van het systeem en de concurrentie tussen de kapitalistische landen. Ze zullen over enige tijd leiden tot nieuwe rondes van bezuinigingsmaatregelen, waarbij het volk de tientallen miljarden die nu aan het kapitaal worden gegeven zal moeten ophoesten. De onderliggende oorzaak van de kapitalistische economische crisis kan binnen het kapitalisme niet worden verholpen. De lage winstgevendheid van investeringen wordt met overheidsgeld slechts tijdelijk verdoezeld, waarmee de crisis hooguit kan worden uitgesteld. Maar in wezen wordt het opgestapelde kapitaal alleen maar vergroot, en daarmee ook het kapitaal dat vernietigd moet worden wanneer de (volgende) crisis uitbreekt.

Economische vooruitzichten

In 2021 lijkt het kapitalistische herstel van de economie te zijn ingezet, maar het herstel is zwak, fragiel en tijdelijk. Burgerlijke economen en financiële instellingen uiten al hun zorgen om het herstel. Ze zien allerlei problemen in de economie en grote onzekerheid. Er worden o.a. zorgen geuit over problemen in het aanbod, leveringsproblemen, hoge inflatie, economische ‘bubbels’ etc. Die problemen zijn echter slechts uitdrukkingen van het feit dat de oorzaak van de kapitalistische economische crisis, de over-accumulatie van kapitaal, nog altijd aanwezig is. De tegenstellingen binnen het internationale imperialistische systeem en de zorgwekkende ontwikkelingen in Oost-Europa creëren nog meer onzekerheid over de toekomst van de economie, en verschillende financiële instituten voorzien zelfs een recessie of nieuwe crisis in de komende periode.

In een poging de kapitalistische economie draaiende te houden en de winsten van het kapitaal te beschermen, zetten de burgerlijke regeringen en de EU het beleid voort dat gericht is op grootschalige steun voor het grootkapitaal. Ook worden investeringen in de infrastructuur en strategische sectoren bevorderd, zoals digitalisering en de energiesector, die als doel hebben de concurrentiepositie van het Nederlands en Europees kapitaal te versterken.

'Groen' beleid als voorwendsel voor het kapitalistische beleid

We gaan zo uitgebreider in op het beleid dat de Nederlandse regering en de EU hebben uitgestippeld voor de komende periode. Kenmerkend is dat vele miljarden aan het grootkapitaal beschikbaar worden gesteld onder de mantel van ‘verduurzaming’ en de ‘groene transitie’. Het is de moeite waard om wat uitgebreider stil te staan bij de doelstellingen van dit beleid en de klassenbelangen die daarbij gediend zijn.

Voor het grootkapitaal dient dit beleid verschillende doelen. Door het afschrijven van oude vervuilende industrie, energieproductie, auto’s etc., vindt een grootschalige ontwaarding van kapitaal plaats. Daarmee worden gunstigere voorwaarden gecreëerd voor de uitgebreide reproductie van het kapitaal. De nieuwe winstgevende investeringen worden bevorderd met enorme subsidies, o.a. in ‘groene sectoren’. Maar de investeringen betreffen ook algemener de infrastructuur van de economie, met als doel de concurrentiepositie van het kapitaal te versterken. Dit beleid dient dus ook doelen in het kader van de concurrentie tegenover andere imperialistische machtsblokken. Zo poogt het Europees kapitaal de afhankelijkheid van het Russische energiebronnen te verminderen – iets waar het VS-kapitaal overigens gebruik van probeert te maken door de levering van lng te promoten. Algemener wordt verduurzaming regelmatig gebruikt als voorwendsel voor protectionistische maatregelen tegenover buitenlands kapitaal.

De rekening voor al deze maatregelen komt bij de arbeidersklasse te liggen via belastingen, torenhoge energierekeningen, inflatie etc. Doordat de ‘groene transitie’ is overgeleverd aan de wetten van het kapitalisme en de winst uiteindelijk bepalend is, is het ‘groene beleid’ vaak helemaal niet zo groen. Vaak ontstaan zelfs allerlei nieuwe milieuproblemen als gevolg van zogenaamd ‘groene’ investeringen.

Terwijl de monopolies en de rijken het milieu aantasten, zijn het de gewone mensen uit de arbeidersklasse, evenals andere onderdrukte lagen van de bevolking zoals kleine boeren en zelfstandigen, die lijden onder de gevolgen. Hun leefomgeving en gezondheid wordt aangetast. Hun huizen worden bedreigd bij milieurampen. Dat hebben we de afgelopen periode ook in Nederland kunnen zien. Bijvoorbeeld met overstromingen in Limburg, die gerelateerd zijn aan intensieve regenval als gevolg van de verandering van het klimaat, evenals ontbossing en ontoereikende maatregelen ter bescherming tegen overstromingen. Of bijvoorbeeld de aardbevingen in Groningen als gevolg van de gaswinning door de NAM, dat in handen is van de monopolies Shell en ExxonMobil.

Tegenover de ‘groene’ kapitalisten, staan overigens ook monopolies die fossiele brandstoffen verdedigen en produceren evenals takken van de vervuilende industrie die geen belang hebben bij aspecten van dit beleid. Vanuit die hoek wordt misinformatie verspreid zoals ontkenning van klimaatverandering en andere milieuproblemen.

De plannen van de Nederlandse regering

In maart 2021 vonden verkiezingen plaats. Daarna hadden we de langst durende onderhandelingen voor een kabinetsformatie in de Nederlandse geschiedenis, om uiteindelijk een nieuwe regering te vormen met exact dezelfde partijen die de oude regering opmaakten. In december werd het coalitieakkoord van de nieuwe regering gepresenteerd met de titel: ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’.

‘Verduurzaming’ wordt centraal gesteld in het coalitieakkoord. Energie, industrie, landbouw, volkshuisvesting, infrastructuur – al deze en andere grote onderwerpen worden geplaatst in het kader van de ‘verduurzaming’. De toenemende problemen door de aantasting van het milieu, waaronder de verandering van het klimaat, zijn dringend, maar tegelijk ook ingewikkeld. Het kabinet reduceert deze complexe problemen tot enkel het beperken van de uitstoot van CO2 en stikstof. Onder het voorwendsel van het beperken van de uitstoot, worden miljarden beschikbaar gesteld voor het grootkapitaal voor winstgevende investeringen in ‘groene’ sectoren. Die investeringen in de industrie, energie, infrastructuur en landbouw worden respectievelijk gepresenteerd met termen als ‘transitie naar een groene industrie’, ‘energietransitie’, ‘schone mobiliteit’ en ‘transitie naar kringlooplandbouw’. Het kabinet neemt zich ook voor om een ‘klimaat- en transitiefonds’ op te stellen met daarin maar liefst 35 miljard euro. In werkelijkheid heeft dit allemaal weinig te maken met de bescherming van het milieu, maar gaat het voornamelijk om subsidies aan het grootkapitaal en investeringen in de infrastructuur met als doel de concurrentiepositie van het Nederlandse kapitaal te versterken.

Een belangrijk probleem dat speelt in Nederland, is het enorme tekort aan (betaalbare) woningen, met als gevolg dat de huizenprijzen en huren enorm zijn toegenomen en veel mensen geen huis kunnen vinden. De huidige huisvestingscrisis in Nederland is de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog, en een direct gevolg van het feit dat alles is overgelaten aan de markt. In het coalitieakkoord wordt duidelijk dat de regering weigert de regie te nemen in de bouw. Alles wordt overgelaten aan de markt, maar er wordt ook een bedrag van 7,5 miljard beschikbaar gesteld voor het grootkapitaal om de infrastructuur voor nieuwe woningen en de woonkwaliteit te verbeteren.

Daarnaast werd in het coalitieakkoord al afgesproken dat miljarden extra zouden worden uitgegeven aan defensie, en dat is dus al afgesproken maanden voor de escalatie van de oorlog in Oost-Europa met de Russische invasie in Oekraïne. Het past in een patroon dat we al jaren kunnen zien, waarbij de imperialistische machtsblokken in de wereld scherper tegenover elkaar komen te staan. Sinds de Russische invasie van Oekraïne heeft de Nederlandse regering de uitgaven voor de krijgsmachten nog verder opgeschroefd.

Het beleid van de regering dient de strategische doelen van het Nederlandse kapitaal, die samen te vatten zijn in de volgende punten:

  1. Veiligstellen van het herstel van de economie na de crisis. Met andere woorden: het veiligstellen van de winsten van het grootkapitaal.
  2. Versterken van de internationale positie van het Nederlandse bourgeoisie. Daarbij neet Nederland een prominentere rol wil in bij imperialistische interventies. Ook worden de Nederlandse kapitaalbelangen binnen de EU en de NAVO assertiever bevorderd.
  3. Afbreken van arbeidsrechten, sociale rechten en publieke voorzieningen. De kosten voor publieke voorzieningen worden steeds meer afgewenteld op de arbeidersklasse, o.a. door publiek gefinancierde voorzieningen te vervangen door private verzekeringen.
  4. Versterken van de invloed van de burgerlijke ideologie op de arbeidersklasse.
  5. Inperking van politieke rechten en vakbondsrechten, evenals uitbreiding van het repressieapparaat van de burgerlijke staat.

Het beleid van de EU

Ook de EU volgt, in reactie op de kapitalistische economische crisis, een beleid van grootschalige steun voor het grootkapitaal.

Met het Europees Herstelfonds - door de Europese Commissie 'NextGenerationEU' genoemd – wil de Europese Unie de economische klap van de crisis opvangen. Het Herstelfonds heeft een omvang van 750 miljard euro, bestaande uit 390 miljard aan subsidies en 360 miljard aan leningen. Naar verwachting kan Nederland aanspraak maken op 4,7 miljard euro uit de 'algemene' pot van het Herstelfonds.

Lidstaten krijgen deze subsidies en leningen alleen wanneer ze voldoen aan allerlei voorwaarden. Het geld moet gebruikt worden voor 'verstandige hervormingen' met nadruk op ‘duurzaamheid’ en ‘digitale ontwikkeling’. Die mooie woorden verhullen, dat er in wezen allerlei eisen worden gesteld, die de rechten in inkomens van de werkende klasse en andere onderdrukte lagen van bevolking aan banden leggen. Het doel is om het grootkapitaal te redden van de gevolgen van de kapitalistisch economische crisis, de concurrentiepositie van het Europees kapitaal te versterken en zo de winsten veilig te stellen.

In 2020 heeft Europese Unie de ‘European Green Deal’ vastgesteld. In naam gaat het over een enorm verduurzamingsproject met als doel dat de Europese Unie in 2050 ‘klimaatneutraal’ zal zijn. Ook hier wordt klimaatverandering als voorwendsel gebruikt voor subsidies voor het grootkapitaal.

Ondertussen moeten deze miljarden natuurlijk door de werkende klasse worden opgehoest. De NextGenerationEU en European Green Deal zijn gepaard gegaan met voorstellen voor belasting op verpakkingen en CO2-uitstoot die de EU als inkomensbron wil gebruiken. Onder het voorwendsel van de ‘groene transitie’ wordt de werkende klasse opgezadeld met torenhoge energierekeningen en belastingen.

Andere kenmerkende aspecten van het EU-beleid zijn als volgt:

  • Inperking van arbeidsrechten, met o.a. flexibilisering van arbeidsrelaties en inperking van vakbondsvrijheden.
  • Afbraak van sociale verworvenheden, waarbij het publieke karakter van het sociale zekerheidsstelsel, gezondheidszorg en pensioenstelsel wordt afgebroken. De ‘kosteneffectiviteit’ en het ‘concurrentievermogen’, zijn de maatstaven die de EU hanteert, niet het welzijn van de bevolking.
  • Hervormingen om het hoger onderwijs aan te passen aan de behoeftes van het kapitaal.
  • Het steeds verder sluiten van de grenzen voor vluchtelingen en migranten, die slachtoffer zijn imperialistische oorlogen en armoede. Het beleid is meer en meer gericht op het selecteren van welke mensen worden toegelaten in het land van aankomst. Niet het recht op asiel en bescherming is bepalend, maar welke migranten economisch nuttig zijn voor het kapitaal.

Verscherping van de inter-imperialistische tegenstellingen

Het is in dit kader ook van belang iets meer stil te staan bij de toenemende internationale tegenstellingen en de herschikkingen in het internationale imperialistische systeem. We noemden als dat de ongelijkmatige ontwikkeling van het kapitalisme de internationale tegenstellingen in de hand werkt, en dat de crisis dat verder aanwakkert.

Op het wereldtoneel is kenmerkend dat de afgelopen decennia een versterking zichtbaar is van China, die ondertussen de een na grootste en volgens sommige berekeningen zelfs de grootste economie is, ten koste van de posities van o.a. de VS, de EU en Japan. Dat neemt overigens niet weg, dat de VS met zijn economische, politiek-diplomatieke en militaire macht, nog altijd aan de top staat van de imperialistische piramide. Maar de tegenstellingen tussen de VS en China verscherpen wel, evenals met Rusland, EU, Verenigd Koninkrijk en andere machtsblokken. De competitie en tegenstellingen tussen imperialistische machtsblokken en landen, die onderling strijden om de controle over grondstoffen, markten, transportroutes en invloedssferen, nemen toe.

In Oost-Europa is er een escalatie van de ontwikkelingen, met de uitbreiding van de NAVO die inzet op de omsingeling van Rusland, de reactionaire coup in Oekraïne in 2014, de annexatie van de Krim door Rusland, de inzet van paramilitaire fascistische krachten zoals Azov en Rechtse Sector als stoottroepen in de Donbas regio, en recent de Russische invasie. Al deze ontwikkelingen zijn zeer zorgwekkend. Ook in andere regio’s zijn er zorgwekkende ontwikkelingen. De toenemende oorlogsdreiging is een groot gevaar voor de werkende klasse wereldwijd.

Ook binnen de EU leiden de wet van ongelijkmatige ontwikkeling en de economische crisis tot veranderende verhoudingen en verscherpende tegenstellingen. Het lijkt erop dat landen als Duitsland en ook Nederland relatief sterker uit de laatste kapitalistische economische crisis zijn gekomen, terwijl de posities van Italië, Frankrijk en Spanje binnen de EU zijn verzwakt. Het herstelfonds en het EU-beleid leiden tot verdere verscherping van de tegenstellingen en complexe afhankelijkheidsrelaties binnen de EU. De samenhang van de EU wordt dus onvermijdelijk ondermijnd door de wetmatigheden van het kapitalistische systeem en de inter-imperialistische tegenstellingen. De afgelopen tijd kwamen de tegenstellingen nadrukkelijk naar voren in de onderhandelingen rond de maatregelen om de kapitalistische economische crisis tegen te gaan.

Strijd is de enige weg

De kapitalistische economische crisis en het beleid van de burgerlijke regeringen en de EU hebben negatieve gevolgen voor de arbeidersklasse en andere onderdrukte lagen van de bevolking. Zonder onze strijd, komt het kapitalistische herstel van de economie niet ten goede aan de arbeidersklasse, maar leidt tot verdere verslechtering van haar positie. In Nederland en in alle kapitalistische landen, ongeacht de politieke kleur van de regering, is zichtbaar dat het kapitaal ruimhartige steun krijgt, zowel tijdens de crisis als tijdens het herstel, terwijl de rekening bij de arbeidersklasse wordt gelegd. De maatregelen zijn enkel gericht op het veiligstellen van de winsten van het grootkapitaal. Als het aan het kapitaal ligt, zal het de arbeidersklasse zijn die moet opdraaien voor de kosten van het expansieve begrotingsbeleid, voor al het geld dat verdwijnt in de zakken van het grootkapitaal, via belastingen, bezuinigingen en de inflatie. Door de inflatie, in het bijzonder voor de woon- en energiekosten, maar ook voor voeding en andere dagelijkse producten, wordt het inkomen van de werkende mensen grof gesnoeid.

Strijd is de enige weg om een stokje te steken voor de plannen van het kapitaal, om verworvenheden en verbeteringen af te dwingen, om de vrede te verdedigen tegenover de oorlogsophitsing van de imperialisten, en om de weg te openen voor een betere maatschappij, zonder uitbuiting, armoede en oorlog. Een maatschappij waarin de welvaart in handen is van de arbeidersklasse, waar de economie centraal gepland wordt op basis van behoeften van de bevolking. Het socialisme-communisme.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!