"Nu wij allemaal met de ernstigste epidemie van de eeuw te maken hebben, nu overal regeringen strijden tegen een onzichtbare vijand en doen wat in hun vermogen ligt om de bevolking te beschermen tegen de verspreiding van het virus en levens te redden, zou er wat meer solidariteit moeten zijn."
Deze verklaring is niet van een of andere premier die zich op de 'individuele verantwoordelijkheid' beroept om gedaan te krijgen dat de mensen meer maatregelen accepteren, en ook niet van een of andere oppositieleider om zijn 'verantwoordelijke houding' te rechtvaardigen.
Nee, dit zijn de woorden van een vertegenwoordiger van de Hongaarse regering na de kritiek, die werd geuit op het recente besluit van het parlement om een wet aan te nemen ter verlenging van de noodtoestand voor onbepaalde duur, 'tot nader order'. Daarmee wordt de regering gemachtigd via decreten de geldigheid van wetten op te schorsen en noodmaatregelen te nemen. Van meet af aan werd daarbij de censuur versterkt.
De kritiek die burgerlijke partijen en Europese hoogwaardigheidsbekleders uitten, richtte zich er overwegend op, of het mogelijk is in een staat van beleg voor 'onbepaalde duur' te voorzien. Overigens wordt de opschorting van fundamentele rechten en vrijheden, die in de burgerlijke grondwet verankerd is, zoals vakbondsactiviteiten en politieke actie en het recht op samenscholing, wel 'gerechtvaardigd' met het beroep op 'noodomstandigheden.'
De ontwikkelingen in Hongarije zijn weliswaar een extreem voorbeeld, maar niet het enige, zoals we zullen zien. Daarin tekent zich af hoe de bourgeoisie zich voorbereidt op de eventuele toename van volksontevredenheid over de dreigende nieuwe crisis. Aan de ene kant werden in Griekenland al vóór de crisis door de regeringen van SYRIZA en NEA DIMOKRATÍA de pogingen versterkt tot inlijving van de bevolking in het systeem (door oproepen tot 'nationale eensgezindheid' en 'nationale inspanning' e.d.) en aan de andere kant werd de repressie vergroot (het nieuwe strafwetboek en een wetsontwerp ter beperking of zelfs verbod op betogingen).
Uitbreiding van het 'noodrecht'
Uiteraard staan we niet negatief tegenover het nemen van de noodzakelijke, wetenschappelijk verantwoorde beperkende maatregelen ter bescherming van de gezondheid (zoals bijvoorbeeld in geval van een epidemie). Maar toch, een oplettender blik op de ontwikkelingen van de laatste jaren in de grondwettelijke, maar ook in andere wetgeving en ook op de praktijken van de EU-lidstaten, leidt tot de volgende constateringen:
Bovengenoemde richtsnoeren worden tot op heden duidelijk in praktijk gebracht door alle burgerlijke regeringen, of het nu liberale, sociaaldemocratische of grote coalities betreft, die van de mogelijkheden gebruikmaken, geboden door de burgerlijke democratie en het parlementarisme, om de lus om de nek van de volkeren aan te trekken 'ter bescherming van het publieke belang.'
Typerend voor deze tendens is, dat in Spanje de noodtoestand voor het laatst in 2010 was afgekondigd door de toenmalige sociaaldemocratische regering, om het hoofd te bieden aan de staking van de luchtverkeersleiders. Vermeldenswaard is ook, dat in de VS de noodtoestand geldig blijft die George Bush had afgekondigd na de aanslagen van 11 september 2001. Deze werd namelijk zowel door Obama als door Trump verlengd en verleent aan de president van de VS zeer brede bevoegdheden om het leger, de Nationale Garde en reservisteneenheden te mobiliseren, maar ook om hogere en hoge officieren aan te nemen, te ontslaan of in dienst te houden.
Verhindering van vakbondsactiviteiten en politieke actie
In Frankrijk verleent de grondwet in crisisomstandigheden aan de president van de republiek 'uitzonderlijke bevoegdheden' zonder de afkondiging van een noodtoestand, zodat het staatsapparaat kan functioneren. Toen van november 2015 tot mei 2017 het land zich in een noodtoestand bevond vanwege de terroristische aanslagen in Parijs, verboden de autoriteiten, gebruikmakend van de regels voor noodtoestanden, tientallen publieke bijeenkomsten behalve die op dat moment al verboden waren op grond van het wettelijke kader buiten de noodtoestand om. Toen Macron in 2017 de noodtoestand formeel beëindigde, voorzag de overheid in het behoud van zekere 'speciale volmachten', waaronder de mogelijkheid preventieve controles in appartementen te houden, beperking van de bewegingsvrijheid van mensen die als algemeen verdacht werden beschouwd e.d. De geldigheid van die maatregelen mocht tot eind 2020 duren!
Over het land werd weer de noodtoestand afgeroepen op 19 maart 2020 vanwege de verspreiding van de epidemie. Daarmee werd de president de mogelijkheid geboden via decreten maatregelen te treffen, aanvankelijk voorzien voor een duur van twee maanden. Op hetzelfde moment echter dat de ene strenge maatregel de andere opvolgde om de bewegingsvrijheid van de mensen te beperken en het virus in hoog tempo om zich heen greep, bleven grote werkplaatsen en fabrieken normaal functioneren zonder hygiëne- en veiligheidsmaatregelen. Tegelijkertijd worden de nieuwe regelingen benut voor drastische veranderingen in de arbeidsrelaties en nog resterende rechten. Op de aanklachten en de eisen van de vakbonden antwoordde de Franse president met de start van nog een operatie in naam van de pandemie: hij bood de mogelijkheid tot de inzet van militaire eenheden in de overzeese Franse gebiedsdelen.
In Italië biedt de grondwet in gevallen van nood de regering de mogelijkheid decreten uit te vaardigen met de kracht van wetten, die binnen 60 dagen na uitvaardiging aan het parlement ter goedkeuring voorgelegd moeten worden. Over Italië werd de noodtoestand naar aanleiding van de pandemie op 31 januari 2020 voor zes maanden uitgeroepen. In maart werd overgegaan tot een algehele lockdown over het hele land, maar men liet wel een groot aantal industrieën en bedrijven met duizenden werknemers functioneren.
Het is typerend, dat de overweldigende meerderheid van de toegepaste maatregelen genomen worden in de vorm van decreten, die rechtstreeks door de premier worden uitgevaardigd - formeel dus geen wetten - zonder de verplichting ze ter goedkeuring aan het parlement voor te leggen of door de president van de republiek mede te laten ondertekenen.
Tezelfdertijd antwoordde de regering met vervolgingen en dreigde economische sancties op te leggen aan die vakbonden die de voorhoede vormden van het organiseren van acties tegen de willekeur van werkgevers en tegen het door blijven draaien van grote industrieën en bedrijven en wel met een groot gebrek aan hygiëne- en veiligheidsmaatregelen. De regering beweerde dat het uitroepen van een staking middenin een pandemie bijdraagt aan het 'creëren van een wijder klimaat van onveiligheid' en 'onnoemelijke schade berokkent aan de collectiviteit en de bedrijven.' Nog meer beperkingen op het recht op staking werden daarbij aangekondigd.
Een strijdvaardige houding tegenover de dictatuur van het kapitaal
De noodzaak om het hoofd te bieden aan de pandemie wordt dus benut als aanleiding om sneller een breed spectrum aan verscherpte beperkingen van vrijheden en rechten te ontwikkelen. Dit betreft repressiemaatregelen en criminalisering van acties van werknemers en de bevolking, het elektronisch monitoren en registreren van miljoenen mensen. Dit stond toch al op de agenda van de bourgeoisie in de diverse landen. Vooral wordt gestreefd naar consensus en legitimatie van die maatregelen in het volksbewustzijn.
Mikpunt is de arbeiders- en volksbeweging en dan vooral de mogelijkheid dat die in de toekomst sterker wordt. Daarom is de tendens al enige tijd bepalingen te benutten, die betrekking hebben op het aanpakken van de 'vijand van buitenaf'. Dit was in de regel al de grondslag voor de rechtvaardiging van de 'staat van beleg' (oftewel noodsituatie) in de burgerlijke grondwetten. Het wordt duidelijk dat burgerlijke staten, regeringen en partijen hun blik gericht hebben op de nieuwe kapitalistische crisis die in aantocht is, en op de verscherping van tegenstellingen en concurrentie. De versterkte voorbereiding op een abrupte verscherping van de klassenstrijd betreft niet alleen Hongarije, zoals sommige 'gevoelige' sociaaldemocraten en liberalen hypocriet snotterend belijden, maar ligt al in het laadje van de richtlijnen en besluiten van de EU en de burgerlijke staten.
Er is geen tijd te verliezen tegenover deze aanval op alle fronten. Nu wordt de rekening opgemaakt en er is geen plaats voor een 'na afloop rekenen we wel af'-logica, zoals Syriza voorstaat in een poging zijn consensus te verhelen met de plannen tegen de bevolking, die Syriza trouwens als regering diende. Wakker blijven is nodig, geen enkel vertrouwen in burgerlijke partijen en regeringen. Wij versterken nu de claim op bescherming van de volksgezondheid en die van de kinderen, op de verdediging van hun rechten, van de vakbonds- en politieke vrijheden en het verzekeren van alle sociale behoeftes.
Bron: KKE, 12/04/2020, vertaling A.I.
Marina Lavránou, lid van de Afdeling Volks Vrijheid en Gerechtigheid van het CC van de KKE
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!