Skip navigation
Militarisering

Is het altijd oorlog?

Defensie-uitgaven en de permanente dreiging onder het kapitalisme

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 1 oktober 2024

Foto: Marcel Antonisse - Anefo / publiek domein

Het laatste wetsvoorstel van Kabinet Rutte IV voelt als een eerste auditie voor zijn nieuwe rol als secretaris-generaal van de NAVO. Als slotakte van een kapitalistisch toneelspel, liet het afgetreden kabinet een cliffhanger achter waarmee het bedrijfsleven in een oorlogssituatie wettelijk verplicht kan worden om te produceren voor defensie. Productiemiddelen en arbeiders komen in een dergelijke situatie volledig onder het commando van het leger.

Vergelijkbare wetgeving treft men in de oorlogseconomieën van de jaren dertig van de vorige eeuw. Steeds meer signalen wijzen erop dat de westerse burgerij zich voorbereidt op een Grande Guerre. En hoewel dit in 2022 eerder een gevoel was, gaat dit artikel in op concrete ontwikkelingen die wijzen op een echte, militaire confrontatie tussen de imperialistische titanen van onze wereld.

Een breuk met het verleden

Als eerste moet de grootspraak over een militaire confrontatie enigszins worden ingekaderd. Men kan stellen dat er altijd wel ergens een ‘speciale operatie’ gaande is. Toch moet u bij een confrontatie in dit stuk denken aan een totale oorlog, of in ieder geval de voorbereidingen voor zo'n toestand. Denk aan militaire aanvoerlijnen, verplichte werk- en dienstplicht en verhoogde binnenlandse repressie. Denk aan de vernietiging van energievoorzieningen, schaarste van noodzakelijke waren en de sociaalmaatschappelijke stilstand die waarneembaar is in Oekraïne en het Midden-Oosten. Denk vooral aan een explosieve vermeerdering van leed en gebrek, dat gezien de graad van de productiekrachten, niet noodzakelijk is voor een coöperatief bestaan onder volken, landen en continenten.

Sommigen beweren dat onze eigen tijd weinig bijzonder is. Zo’n bewering wekt vragen over continuïteit op. Zijn mensen in onze eigen tijd te vol van hun eigen beleving en vergeten ze hoe het was voor eerdere generaties als ze spreken over de problemen van vandaag? Het is een terechte vraag die ons behoedt voor overhaaste analyses en paniekerige uitspraken. Tegelijkertijd kan men bij het bestuderen van de wereld sinds 2020 een andere wind zien waaien. Deze wind wordt nog wel het meeste gevoeld in de defensie-industrie. Sinds de muur viel en de Sovjet-Unie werd ontbonden, heeft de westerse hegemonie een ongekende dertigjarige vrede gekend. Een hele generatie groeide op met de gedachte dat je in alle rust een bestaan op kon bouwen. Van een interessante studie naar een zekere baan, tot een liefdevol gezin en gulden pensioenjaren.

Waar zit dan de breuk met dit ideaal? Het eenvoudige antwoord vinden we in de mate waarin we onze bestaansmiddelen vrijmaken voor oorlog. Geld, grondstoffen, leningen en arbeiders worden steeds minder gereserveerd voor een stabiel leven, en steeds meer voor de gewelddadige verovering van afzetmarkten. Onze kapitalisten hebben weinig andere opties om zichzelf te verzekeren van winst op de lange termijn. Zij zullen er alles aan doen om de andere kapitalisten in onze wereld uit te dagen. Deze onzinnige en reactionaire drijfveer raakt aan de kern van de grootste beslissingen op het wereldtoneel. De wil van de oorspronkelijke producenten, om gezamenlijk te werken voor een sociaal, zinvol en rationeel leven, is wereldwijd ondergeschikt aan de competitiefetisj van de parasietenklasse. Zij sleuren ons zonder bezwaar mee de diepte in.

De NAVO-norm

Iedereen die is opgegroeid na de val van de muur kan zich geen tijd heugen waarin ons land, en de bondgenoten van het trans-Atlantische defensiepact, zulke hoge defensie-uitgaven hebben gekend als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP). In een CBS-publicatie uit 2015 getiteld De opkomst van nieuwe militaire supermachten zien we een hoop gegevens over het historische verloop van defensie-uitgaven.[1] Zo lezen we in een grafiek dat Nederland het meeste aan het leger uitgaf, ruim 6 procent van het BBP, gedurende de jaren vijftig.[2] Dit had alles te maken met de desastreuze Korea-oorlog, het wegkwijnen van de laatste koloniale bezittingen en de strijd tegen het communisme. Kort daarna zakken de defensie-uitgaven naar 4 procent van het BBP in de jaren zestig en uiteindelijk 3 procent in de jaren zeventig en tachtig.[3] Na de val van de muur belanden we in de jaren negentig en het historisch lage percentage van zo’n 1,5 procent blijft zelfs tijdens de Irakoorlog gehandhaafd, om in 2014 uit te komen op een diepterecord van 7,4 miljard euro of 1,1 procent van het BBP.[4]

Elke jongere is niets anders gewend dan deze ogenschijnlijke trend van demilitarisering; tot een paar jaar geleden. Want inmiddels zit ons land met 21 miljard euro alweer op de 2 procent. En daar blijft het niet bij als het ligt aan onze vorige minister van Defensie en jonkvrouwe, Kasja Ollongren: “Ollongren noemt de tweeprocentnorm een ondergrens. Net als verschillende NAVO-bondgenoten denkt Ollongren aan 3 á 4 procent van het BBP. 'Ik denk dat het de ondergrens is, zo hebben we het ook afgesproken in Vilnius. Het is minimaal 2 procent.'”[5] Het is niet ondenkbaar dat het budget de komende jaren oploopt tot 42 miljard euro. Onze Oosterburen mikken in hun meest recente begroting op ruim 75 miljard euro per 2028.[6]

Man- en machinekracht

Op de beurzen blijven wapenfabrikanten gedijen onder de strategische voornemens van de burgerij. Terwijl de civiele industrie zich dagelijks dieper in recessiewater begeeft, communiceerde Lockheed-Martin in het tweede kwartaal van 2024 dat het verwacht nog meer winst te maken.[7] Nieuwe software-updates en displays voor F-35’s gaan als warme broodjes van de plank. Deze omhooggetilde voorspelling had alles te maken met het Amerikaanse wapenpakket van 95 miljard dollar dat eind april werd vrijgemaakt voor de strijdtonelen van Oekraïne, Israël en Taiwan. Ook de bevroren Russische tegoeden met een totale waarde van 280 miljard dollar zullen de komende jaren worden uitgegeven aan defensiebedrijven.[8] De financiële baten van de wapenpakketten geven een comfortabele toekomstvoorspelling aan de heersende klasse. Dankzij belastinggeld uit loonarbeid, rekenen de 15 belangrijkste opdrachtnemers op een verdubbeling van hun kasstroom in de komende drie jaar. De militaire industriëlen spreken zelf van een ongekende bedrijvigheid:

“De stijging van de overheidsbestedingen heeft de orderportefeuilles al tot recordhoogte opgestuwd. Het duurt meestal enkele jaren voordat nieuwe contracten zich vertalen in een hogere omzet — defensiebedrijven boeken het grootste deel van hun omzet zodra de wapens geleverd zijn — maar de groeiende geldstromen leiden nu al tot discussies over hoe de industrie het geld zal besteden.”[9]

De beurswaardering van Artificiële Intelligentie (AI) en de chipindustrie heeft een innige band met oorlogsvoering. Dit blijkt al uit de manier waarop het Israëlische leger AI gebruikt om doelwitten in Gaza te kiezen of uit de honderden startups die in Oekraïne zwermen van drones ontwikkelen.[10] Mensen bleken moeite te hebben met het coördineren van vijf drones of meer, dus de artificiële robotkorporaal bood hier een oplossing.[11] Northrop Grumman, een andere titaan van het militair-industrieel complex, meldde met vergelijkbare winstverwachtingen enthousiasme voor de doorontwikkeling van de B-21 Raider. Deze Stealth Bomber voldoet aan de wens om te bombarderen zonder piloot in de cockpit en wordt ongetwijfeld voorbereid om met AI te werken. De B-21 kan kernwapens dragen, een functie die in de marketing wordt aangeprezen als nucleair afschrikmiddel: “Northrop is goed gepositioneerd voor defensiewerk op het gebied van nucleaire capaciteiten. Wij denken dat dit een belangrijk gebied is waar de komende jaren relatief veel geld zal worden uitgegeven, met een agressief Rusland aan de horizon en een nieuwe samenwerking tussen Rusland en China die de geopolitieke belangen verhoogt.”[12]

Je kan tegen van alles zoveel geld en productiemiddelen aangooien als je wilt. Maar zelfs met de voordelen van AI, zullen er altijd werkende mensen moeten zijn die de systemen van de bommenwerpers aansturen, die de patronen tillen of de wonden schoonmaken. En ook dit is inmiddels diep doorgedrongen tot militaire beleidsmakers. In alle NAVO-landen wordt het debat over dienstplicht nieuw leven ingeblazen en worden grote wervingscampagnes opgetuigd.

Frankrijk kent het grootste leger met 203.850 troepen, Duitsland volgt met 181.000, daarna de Italianen met 160.900 en het Grote Brittannië dat ooit de zeeën beheerste komt achteraan met 138,000 soldaten.[13] De belangrijkste NAVO-strategen stellen dat er bij een directe militaire operatie maar 300.000 soldaten kunnen worden opgetuigd. Daarom moeten de legers weer groeien, indien: “…er een crisis is, moeten we de Russen ervan kunnen overtuigen dat het niet alleen het Poolse leger is dat hen in de weg staat, maar dat de cavalerie eraan komt en dat die geloofwaardig is.” Op basis van deze analyse, stelt de NAVO dat er behoefte is aan 35 tot 50 extra brigades van 7000 manschappen.[14] Deze uitbreiding zou niet alleen neerkomen op honderdduizenden extra soldaten en reservisten, maar ook talloze treinsporen, snelwegen, luchtwegen en vaarroutes die geordend moeten worden voor een militair scenario. De NAVO weet dat de Europese infrastructuur gericht is op handel en vrij verkeer van mensen. Voordat er sprake is van een oorlogseconomie van Russisch kaliber, zal het leven van de Europeaan ingrijpend moeten veranderen.

Tijdens het schrijven van dit artikel kwam er nog een onmisbaar stukje nieuws uit het nieuwe kabinet; het opschalen van de Nederlandse dienstplicht. De kersverse defensieminister Ruben Brekelmans windt er geen doekjes om. Niet alleen krijgt het leger er 2,4 miljard euro bij in de volgende begroting, ook doet het openlijk een oproep om meer arbeidskracht aan te trekken. Ons ministerie stelt het volgende in een boodschap: “De oude dienstplicht keert ‘niet direct’ terug, maar er wordt wel gezocht naar ‘een dienmodel dat voorziet in maatregelen met een (gradueel) meer verplichtend karakter’.”[15] Het behoeft geen verdere duiding om te begrijpen waar Brekelmans op voorsorteert. Gezien de zeer concrete militaire-industriële ontwikkelingen die inmiddels van alle kanten zijn belicht, laat “(gradueel) meer verplichtende dienstplicht” weinig over aan de verbeelding.

Militair Keynesianisme

Een belangrijke parallel met de economieën van de jaren dertig zien we bij een nadere blik op het Keynesianisme. De economische doctrine van de Britse John Maynard Keynes, is gericht op grote overheidsinvesteringen die een tijdelijke vraag naar goederen en diensten op peil kunnen houden. Overheden moeten volgens Keynes niet bang zijn om een crisis uit te stellen met hoge schulden. Zo wordt de werkgelegenheid tijdelijk behouden dankzij gecreëerde vraag. De theorie is uitermate geschikt voor het intact houden van het kapitalisme tijdens een crisis. Het Keynesianisme werd een wereldwijd fenomeen dankzij de Amerikaanse Democratische president Franklin Delano Roosevelt, die zich liet adviseren door Keynes na de grote economische crisis van 1929. In een brief aan Roosevelt noemt Keynes:

“Als drijvende kracht in de eerste fase van het herstel leg ik een overweldigende nadruk op de toename van de nationale koopkracht als gevolg van overheidsuitgaven die worden gefinancierd door leningen en niet louter een overdracht via belastingheffing van bestaande inkomens zijn.”[16]

De bestudering van politieke economie laat zien dat Keynesianisme ook terugkomt in de kapitalistische economieën van nazi-Duitsland en fascistisch Italië. Hitler en Mussolini maakten veelal gebruik van de garanties van een onbeperkt schuldenplafond om chauvinistische industriëlen voor zich te winnen. De nationaal gezinde burgerij zou zo altijd op grote winsten kunnen rekenen omdat de overheid garant zou staan voor risicovolle investeringen (mits zij zich schikten aan de eugenetisch afgebakende volksgemeenschap). Siemens, Kruppstahl, I.G. Farben en Porsche hadden al voor de oorlog gigantische overheidsgaranties en toegang tot dwangarbeiders uit de concentratiekampen.[17] Fiat is een treffend voorbeeld uit Italië. De doctrine van Keynes vindt men praktisch in alle naoorlogse kapitalistische economieën. In het tijdperk van het imperialisme heeft de burgerij het staatsapparaat nodig om haar macht te behouden. Het beïnvloeden van de conjuncturele schommelingen is een van de manieren om dit te doen.

Privaat eigendom en de verkoop van loonarbeid bepalen echter de koers van het Keynesianisme. Ondanks de beloftes van permanente werkgelegenheid, hebben Keynesiaanse maatregelen de verarming van de arbeidersklasse noch tegengehouden, noch opgelost. Elke materiële vooruitgang die de westerse arbeidersklasse door deze maatregelen heeft kunnen bewerkstelligen, is gegrond in spotgoedkope waren uit afhankelijke landen en de verbeterde organisatie van de arbeidersbeweging. Daarnaast leidt een onbeperkte schuldenberg in een door winst gedreven samenleving altijd tot toekomstige schuldeisers. Deze schuldeisers kunnen dan, zoals in de vroege jaren zeventig gebeurde, alsnog de afbraak van sociale verworvenheden eisen als terugbetaling. Het is bij de bespreking van economisch overheidsingrijpen belangrijk om het onderscheid tussen een socialistische en een kapitalistische economie duidelijk te maken.

Later in de brief snijdt Keynes een belangrijk kenmerk van het moderne kapitalisme aan, en hij geeft daarmee een treffende voorspelling over het pad van de fascistisch geleide economieën. Overheidsinvesteringen in agrarische, sociale en dienstverlenende sectoren zijn leuk en aardig, maar gezien de onstabiele aard van ons systeem is er één sector die altijd betrouwbare vraag kan creëren, zelfs als daar geen reden voor is: de militaire industrie. Lonen van ambtenaren, officieren, soldaten, reservisten, ingenieurs en receptiemedewerkers generen voorspelbare consumptiemogelijkheden. En gigantische orders voor synthetische grondstoffen, verharde staalplaten of radarsystemen scheppen een reeks aan banen die indirect verbonden zijn met de defensie-industrie.

Het is niet voor niets dat het leger één van de grootste werkgevers in de VS is. Tel daar de geheime diensten en het politieapparaat bij op, en het wordt duidelijk dat ‘veiligheid’ in een gemilitariseerde samenleving immens potentieel bevat voor economische uitbreiding (iets wat ook in het oude Rome waarneembaar was). In de Russische Federatie verdienen miljoenen mensen tegenwoordig de kost met de oorlog in Oekraïne. De Russische burgerij begon de oorlog met weinig publieke steun, maar kan nu rekenen op maatschappijbreed oorlogsenthousiasme dankzij de bovenmodale salarissen in het leger.[18] Keynes noemt dat het leger een veilige investeringshaven is in tijden van laagconjunctuur:

“Tijdens een hausse kan inflatie worden veroorzaakt doordat onbeperkte kredieten worden toegestaan ​​om het opgewonden enthousiasme van zakelijke speculanten te ondersteunen. Maar in een recessie zijn de overheidsuitgaven voor leningen het enige veilige middel om snel een stijgende productie tegen stijgende prijzen veilig te stellen. Dat is de reden waarom een ​​oorlog altijd voor intense industriële activiteit heeft gezorgd. In het verleden heeft de orthodoxe financiële wereld een oorlog beschouwd als het enige legitieme excuus om via overheidsuitgaven werkgelegenheid te creëren.[19]

Conclusie

Burgerlijke overheden besteden niet alleen recordbedragen aan het leger, maar lijken zich ook voor te bereiden op een echte militaire confrontatie. Steeds meer landen, inclusief Nederland, zijn gewijd aan het overtreffen van de NAVO-norm. De internationale defensie-industrie kan daarom nu en later rekenen op forse winsten. De wereldwijde imperialistische concurrentie uit zich in steeds grotere legers die ook worden gebruikt om de economische vraag op peil te houden. Dit wordt betaald door bij te lenen en te bezuinigen op de civiele sectoren.

Alle genoemde ontwikkelingen laten zien dat de kans op een nog grotere oorlog reëel is. Meerdere oorlogsfronten staan op springen en veel economieën presteren niet beter dan voor de coronapandemie. Economische stagnatie geeft de burgerij nieuwe motieven om grondstoffen, afzetmarkten en transportroutes te veroveren.

Tegelijkertijd zorgt de oorlogsdreiging ook voor een sterk tegengeluid vanuit de werkende massa. Het proletariaat moet de grootste offers leveren in een oorlog. Daarom wordt de eis voor vrede versterkt door de eis voor socialisme en communisme. De historische overwinningen van de arbeidersbeweging laten zien dat er een wezenlijk vreedzaam alternatief bestaat zonder kapitalisme. Tegenover het private eigendom en de gedwongen verkoop van arbeidskracht, plaatst de arbeidersklasse het gemeenschappelijk bezit en het recht op werk. Door direct maatschappelijke productie maakt de socialistische maatschappij een einde aan oorlogen ten behoeve van onzinnige kapitaalaccumulatie.


[1] Frank Notten, De opkomst van nieuwe militaire supermachten, CBS, 11-9-2015.

[2] Ibid, 4.

[3] Ibid.

[4] Ibid, 5.

[5] Mark van Harreveld, “Kajsa Ollongren: twee procent voor Defensie mogelijk niet genoeg,” 20-06-2024.

[6] Piero Cignari, “Germany approves draft 2025 budget: Debt brake saved, funds to Ukraine halved,” Euronews, 17-07-2024. https://www.euronews.com/business/2024/07/17/germany-2025-budget-finally-agreed-after-months-of-debate

[7] Pratyush Thakur en Mike Stone, “Lockheed Martin lifts 2024 sales target on fighter jet, missile demand,” Reuters, 23-07-2024.

[8] Alberto Nardelli, Viktoria Dendrinou, en Annmarie Hordern, “G-7 Agree to Tap Frozen Russian Assets for $50B to Ukraine,” Bloomberg, 13-06-2024.

[9] Sylvia Pfeifer, Patrick Mathurin en Patricia Nilsson, “Top defence contractors set to rake in record cash after orders soar,” Financial Times, 25-09-2024.

[10] Harry Davies, Bethan McKernan en Dan Sabbagh, “‘The Gospel’: how Israel uses AI to select bombing targets in Gaza,” The Guardian, 01-12-2023.

[11] Max Hunder, “Ukraine rushes to create AI-enabled war drones,” Reuters, 18-07-2024.

[12] Pratyush Thakur en Mike Stone, “Northrop Grumman lifts 2024 earnings forecast on weapons demand,” Reuters, 25-07-2024,

[13] Sam Jones en John Paul Rathbone, “Wanted: new soldiers for Europe’s shrinking armies,” Financial Times, 26-06-2024.

[14] Sabine Siebold, Matthias Williams, “NATO finds gaping holes in Europe's defences,” Reuters, 24-07-2024. https://www.reuters.com/business/aerospace-defense/nato-finds-gaping-holes-defences-europe-2024-07-24/

[15] NOS Nieuws, “Defensienota: leger redt het niet met alleen beroepsmilitairen en reservisten,” NOS, 05-09-2024.

[16] Fragmenten uit Keynes's brief aan Roosevelt: “On Spending Our Way To Prosperity,” The New York Times, 31-12-1933.

[17] Christoph Buchheim en Jonas Scherner, “The Role of Private Property in the Nazi Economy: The Case of Industry,” The Journal of Economic History 66, no. 2 (juni 2006): 399, het is het waard om deze publicatie in zijn geheel te bestuderen om een beeld te krijgen van de Nazi-economie, net als; Gabriel Kolko, “American Business and Germany, 1930-1941,” The Western Political Quarterly 15, no. 4 (december 1962): 718-722.

[18] Volodymyr Ishchenko, “Russia’s military Keynesianism,” Al Jazeera, 26-08-2024.

[19] Keynes's brief aan Roosevelt, Ibid.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!