Skip navigation
India

Kinderarbeid in India

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van woensdag 16 februari 2022

Placeholder
NCPN

De gruwel van kinderarbeid is helaas nog overal in de wereld aanwezig. En dan gaat het beslist niet alleen over straatverkopertjes die van alles aanbieden aan toeristen of automobilisten op drukke kruispunten. Deze vorm van kinderarbeid is te zien over de gehele wereld, inclusief het rijke westen. Maar hoe erg deze manier van kinderarbeid ook is, het is onvergelijkbaar met de uitbuiting van kinderen in de mica mijnen in Afrika, of in de steenmijnen en steenfabrieken in India. Met dat laatste houdt de Stichting Child Learn Nederland zich bezig.

Kinderarbeid in India wordt grootschalig toegepast. In werkelijk alle sectoren vind je deze vorm van arbeid terug. Op zich best merkwaardig als je je bedenkt dat India een opkomende handelsnatie is en al een tijd niet meer behoort tot de groep van arme ontwikkelingslanden. Hoewel het kastensysteem formeel afgeschaft is, kunnen we vaststellen dat het verschil tussen arm en rijk gigantisch is. Werkelijk van immens rijke magnaten tot de straatarme paria’s. Heb je de pech dat je geboren wordt in een arm gezin, dan is je toekomst bepaald. Je zult opgroeien in slechte omstandigheden, geen tot weinig scholing ontvangen, ongezond leven en vroeg overlijden. Weinigen weten aan deze spiraal te ontkomen.

Onder de paraplu van de BWI (de wereldorganisatie van bonden in de bouw, hout en bosbouw) heeft de FNV samen met vakbonden uit Denemarken, Finland, Duitsland en Australië vanaf het einde van de vorige eeuw projecten in India opgestart.

Deze projecten worden met de lokale vakbonden in India uitgevoerd. India heeft honderden grote en kleine vakbonden in veel sectoren. Dat lijkt veel, maar als je je realiseert dat India groter is dan Europa en meer dan tweemaal zoveel inwoners heeft en je vergelijkt dat met alle vakbonden in Europa, dan is er niet zo’n groot verschil. India is gewoon een enorme samenleving. De vakbeweging in India verschilt wel van de Europese en dus Nederlandse vakbonden. De meeste bonden zijn straatarm. Dat komt doordat de meeste leden geen contributie kunnen betalen. Daarnaast hebben de bonden minder rechten. Zo worden er nauwelijks cao-onderhandelingen gevoerd en ontvangen ze zeker geen werkgeversbijdragen. De verschillen tussen de lokale bonden zijn ook groot. Zo zijn de bonden in het noordwesten (Punjab) rijker, beter georganiseerd en invloedrijker dan de bonden in het arme zuiden en oosten. Daarom zijn de projecten die georganiseerd worden ook verschillend van inhoud en resultaat. Het ene project bouwt voort op bestaande structuren en voorgaande projecten, het andere project zet voorzichtig de eerste stapjes.

De BWI en de sponsorbonden hebben in India een structuur opgebouwd om de projecten te kunnen uitvoeren, monitoren en bijsturen. Daartoe is de Stichting Child Learn International opgericht, welke zetelt in Delhi. Het bestuur van de stichting bestaat uit medewerkers van de BWI, bestuurders van lokale bonden uit India en van bestuurders van de Europese bonden. Alle projecten hebben in principe dezelfde uitgangspunten: een einde maken aan kinderarbeid, het verzorgen van scholing van kinderen, het opbouwen van vakbondsmacht in de steenmijnen en steenfabrieken, het verbeteren van de positie van vrouwen en het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.

De situatie in de steenmijnen is anders dan de steenfabrieken

Op de steenmijnen of aan de rand daarvan staan dorpen van de arbeiders. Je wordt op de mijn geboren en je gaat er ook op dood. De leeftijd van de arbeiders als ze overlijden is vaak niet hoger dan 40 jaar. Ze overlijden vooral aan stoflongen, na een leven lang gewoond en gewerkt te hebben op de mijn. Vanaf kleine jongen tot volwassen man actief in het uithakken van zandsteen, vooral alleen met menskracht en zonder beschermingsmiddelen. Ook de vrouwen en meisjes zijn vaak actief op de mijn, naast alle taken op het land en in de huishouding. Bijna de gehele populatie op de mijn is analfabeet. Niks geen lagere school, laat staan voortgezet onderwijs. Hoewel de overheid de plicht heeft onderwijs te verzorgen, is daar op veel plaatsen geen sprake van. De dorpen hebben zelden elektra en stromend water. Ook de sanitaire voorzieningen zijn slecht. Het is geen wonder dat de arbeiders en hun gezinnen op deze wijze in armoedige en ongezonde omstandigheden met veel ziektes leven. De ‘Child Learn’ projecten proberen hier verandering in te brengen. Kinderen worden van de mijnen afgehaald en er worden scholen gebouwd en leraren in dienst genomen, zodat de kinderen onderwijs kunnen volgen. Medisch personeel bezoekt regelmatig de dorpen om ziekten te bestrijden en te voorkomen. Veiligheidsvoorzieningen, zoals stofmaskers worden aan de arbeiders verstrekt. In de dorpen zijn zonnecollectoren geplaatst voor verlichting en kookgelegenheid. Daarnaast worden vrouwen geschoold in het maken van kleine gebruiksvoorwerpen die verkocht kunnen worden om het gezinsinkomen te verhogen.

In de steenfabrieken is de situatie anders. Steenfabrieken draaien vooral op binnenlandse migranten en het werk bestaat vooral uit seizoenarbeid. Hele dorpen migreren van de ene kant van het land naar de andere. De overeenkomst met de bevolking op de steenmijnen is dat beide straatarm zijn, bijna geheel ongeschoold en analfabeet en met het hele gezin in de fabriek actief. Kinderen vanaf 5 jaar zijn de hele dag bezig klei in vormen te stoppen die later gebakken wordt. Ook hier zijn de arbeidsomstandigheden en leefsituatie beroerd. Extra probleem is dat de scholen mobieler moeten zijn omdat de locatie van de steenfabrieken wisselt. Daarnaast kan het onderwijs niet gecontinueerd worden omdat de migranten aan het einde van het seizoen teruggaan naar het eigen dorp.

Het resultaat van al deze projecten in de mijnen en fabrieken is dat tienduizenden kinderen verlost zijn van kinderarbeid en scholing hebben gekregen. Analfabetisme is teruggedrongen. Wij sponsoren een aantal kinderen met een beperking om naar het basis- en voortgezet onderwijs te gaan en sommigen van hen studeren zelfs af op de universiteit. De arbeids- en leefomstandigheden op de mijnen en fabrieken zijn verbeterd. De bonden zijn sterker geworden, hebben schoolgebouwen in het bezit en leraren in dienst. En omdat de bonden sterker zijn geworden, kunnen ze natuurlijk ook meer betekenen voor de arbeiders.

Inmiddels is na een aantal decennia de situatie wat veranderd. Hier en daar heeft de Indiase overheid de exploitatie van de scholen overgenomen. Leraren zijn bijgeschoold en in dienst van de overheid gekomen. De bonden uit Australië hebben de schoolgebouwen overgedragen aan de overheid. De bonden uit Duitsland, Denemarken en Finland zijn gestopt met de sponsoring. De bonden uit India betalen inmiddels een aantal schoolprojecten uit eigen middelen met wat overheidssubsidie. De Nederlandse stichting Child Learn Nederland is verzelfstandigd en staat los van de FNV. De stichting bedruipt zichzelf door bijdragen van donateurs en giften. Ondanks de vooruitgang op een aantal fronten, zijn er nog steeds veel plekken in India waar de situatie nog altijd erbarmelijk is. Nog steeds zijn er steenmijnen en steenfabrieken waar de omstandigheden onveranderd slecht zijn en waar de Indiase overheid niet aanwezig is. Daarom blijft Child Learn Nederland actief en voert nieuwe projecten uit of zet oude projecten voort. Dit doen wij samen met de FNV sector bouw en met sponsoren zoals de NAM die vanuit het cao-overleg gelden via FNV Mondiaal bijdraagt. De schoolgebouwen blijven in eigen beheer en worden ook ingezet voor ander vakbondswerk en vrouwengroepen. Leraren blijven in dienst en krijgen regelmatig bijscholing. Onderwijsmethodes worden aangepast en de computer is daar onderdeel van geworden. Ook is vakonderwijs voor volwassenen opgepakt, zoals een opleiding voor schilders waarvoor ze een door de overheid erkend certificaat ontvangen. Daarmee worden de kansen op de arbeidsmarkt vergroot en migranten die naar het buitenland vertrekken zijn geschoolde arbeiders en kunnen daarmee meer verdienen.

Er is nog een lange weg te gaan voordat alle kinderarbeid in India verdwenen en de leefsituatie van de arbeiders in de fabrieken en mijnen verbeterd is. Tot die tijd blijft de steun van Child Learn Nederland en de FNV op basis van internationale solidariteit broodnodig. Gelijkwaardigheid tussen alle projectpartners is daarbij ons uitgangspunt.


Voor meer informatie zie childlearn.nl.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!