We worden omringd door kunst in ons leven, of het nu gaat om liedjes die je vanaf je telefoon beluistert, of schilderijen die je ziet als je een museum bezoekt. Aangezien we nu onder het kapitalisme leven, heeft het kapitaal invloed op kunst. Daarom is het interessant om de relatie tussen kapitaal en kunst te onderzoeken. In dit artikel kijken we naar de relatie tussen kunst en de heersende klassen door de geschiedenis heen, en naar die relatie vandaag de dag.
De geschiedenis van kunst is enorm breed en kan niet in één artikel worden uitgelicht. Wij kijken daarom naar de rode draad en laten allerlei aspecten en delen van de kunstgeschiedenis achterwege. We zullen zowel de ontwikkeling van kunst en de huidige situatie waarin kunst zich bevindt kritisch benaderen, als dat we kijken naar toekomstige verbeteringen.
Vanaf het moment dat klassen ontstonden, is kunst een weerspiegeling geworden van de heersende klasse, politiek en sociale dynamieken. Gedeeltelijk komt dit doordat de opdrachtgevers van kunstenaars vaak tot de heersende klasse behoren. Zij beschikken over de middelen om op grote schaal kunst aan te schaffen, en gebruiken dit om hun belangen te bevorderen. Ook onderdrukte klassen vinden in elk tijdperk wel manieren om kunst te maken en daarin hun gevoelens, zorgen en belangen uit te drukken, maar over het algemeen heeft de heersende klasse en haar ideologie de overhand in de kunst.
Dit is het resultaat van de relatie tussen onderbouw en bovenbouw. De onderbouw is het geheel van productiekrachten en -verhoudingen en de bovenbouw is het geheel van alles wat niet direct verbonden is met productie, voorbeelden hiervan zijn politiek en kunst. De bovenbouw vloeit voort uit de onderbouw. De productieverhoudingen beïnvloeden alle aspecten van de maatschappij en deze aspecten kunnen op hun beurt invloed uitoefenen op de ontwikkelingen in de economie. Wanneer wij de geschiedenis bestuderen, krijgen we een goed beeld wat de relatie is die kunst heeft met productieverhoudingen.
Historische ontwikkeling van de kunst
In de middeleeuwen begonnen mensen minder realistische en meer figuratieve afbeeldingen te produceren. In deze kunst kwamen veel niet-realistische perspectieven en figuren die er plat uitzagen voor. Dit kwam doordat met de opkomst van het feodalisme en het christendom de materiële wereld als minder belangrijk werd gezien dan de spirituele wereld en het hiernamaals.
Het feodalisme is een productiewijze waarbij de maatschappij voornamelijk bestaat uit grondbezitters en de horigen. De grondbezitters bezaten een grondgebied en bepaalden wat de horigen, die op hun land leefden, moesten produceren. Ook eigenden ze overschotten van deze horigen toe in de vorm van waren en later in de vorm van geld. Om de klassentegenstellingen te verklaren, werd er gebruikgemaakt van religie, met name het christendom. God zou de adel hebben uitgekozen om te heersen over de horigen en omdat het woord van god was, zouden de horigen hier vrij weinig aan kunnen veranderen. De meest onderwerpen die getekend werden, waren Bijbelse taferelen, het leven van de aristocratie en dat van de monniken en nonnen. Religie werd gebruikt om de positie van de aristocratie in de maatschappij te verklaren en het goddelijke recht van de koning te legitimeren.
Ook werd tijdens de opkomst van het feodalisme de heersende klasse gedecentraliseerd. Dit wil zeggen dat de heersende klasse meer verspreid was in de ruimte en minder verbonden met andere delen van de heersende klassen omdat ze gebonden waren aan hun domein. Kunstenaars concentreerden zich daarom niet in de steden, maar leefden verdeeld aan de hoven van de adel. Hierdoor was het moeilijker om de klassieke methodes over te brengen en te delen met andere kunstenaars.
Deze periode werd opgevolgd door de renaissance, toen de burgerij opkwam als heersende klasse. Het renaissance humanisme is een centraal aspect van deze periode. Het humanisme was een beweging waar veel belangstelling was voor de oud-Griekse en Romeinse maatschappijen en wetenschappen, waar minder aandacht was voor godsdienst en meer aandacht was voor de betekenis van het menszijn. Hierdoor verschenen weer kunsttechnieken en technologieën die ontwikkeld waren door de oude Grieken en Romeinen.
Tijdens de renaissance hadden kunstenaars een veel verder ontwikkeld begrip van realistische proporties en werd ook het gebruik van licht steeds belangrijker. Dit kwam doordat de wetenschap een grotere rol begon te spelen in de maatschappij. De wetenschap was nodig om de winst te vergroten voor de heersende klasse, de burgerij, omdat het productie efficiënter maakte en het het mogelijk maakte om afzetmarkten en grondstoffen te veroveren door oorlogen met hoogontwikkelde oorlogsmiddelen. Daarom werd kunst geprioriteerd die op wetenschappelijke wijze de wereld weerspiegelde.
De romantiek was een stroming binnen de kunst die opkwam in de 18e eeuw en tot aan de late 19e eeuw populair was. In deze eeuwen kwam ook het idealisme weer op, een ideologie die gebaseerd is op het idee dat de materiële werkelijkheid een product was van het bewustzijn, dat een belichaming van de geest zou zijn. Dit uitte zich in de schilderkunst doordat kunstenaars geen realistische weergave van het onderwerp toonden, maar een mooiere werkelijkheid verbeeldden die alleen bestond in hun ideeën.
In de 18e eeuw ontstond ook het concept van de natie, de saamhorigheid van een volk dat over bepaalde unieke karakteristieken zou beschikken, met een gedeelde geschiedenis in een land met een unieke natuur. Dit had effect op de onderwerpen die in deze tijd geschilderd werden: landschappen, historische figuren, en mythische en historische taferelen. Dit was nodig om genoeg arbeidskrachten binnen bepaalde grenzen te houden, wat belangrijk was voor de nationale burgerij van verschillende landen.
Algemener was het nationalisme een gevolg van het ontstaan van nationale staten op basis van de nationale economieën. In de feodale periode waren er vele lokale dorpsmarkten die per regio verschilden in de regels en wetten die zij aanhielden. Deze markten moesten met de ontwikkeling van het kapitalisme verenigd worden in een efficiëntere grote markt. Deze nationale eenheid was nodig voor de vorming van een grote markt, met gelijke regels en wetten. Het kapitaal kon zo ‘vrijelijk’ vloeien en competitie op de markt kon plaatsvinden.
Kunst onder het fascisme
De burgerij had aanvankelijk een progressieve rol in de geschiedenis, in de zin dat de opkomst van de kapitalistische productiewijze gepaard ging met enorme ontwikkelingen in de wetenschap, de productiekrachten en de maatschappij. In de 19e eeuw verloor de burgerij haar progressieve rol. Zij wordt een reactionaire klasse die de verdere ontwikkeling van de maatschappij in de weg staat. Dat reactionaire karakter van de burgerij uit zich ook in de kunst. Het meest duidelijke voorbeeld daarvan is kunst dat is beïnvloed door het fascisme.
Het fascisme ontstaat in de periode waarin de burgerij haar progressieve rol verliest, wanneer de monopolies heersen over de economie, dus in de imperialistische fase van het kapitalisme. Onder het fascisme, de openlijke dictatuur van het kapitaal, worden alle rechten van de werkende klasse onverbloemd aangevallen en afgebroken. Ook maakt de burgerij onder het fascisme uiteraard gebruik van kunst om haar reactionaire ideeën te verspreiden. Een voorbeeld hiervan is hoe de Duitse fascisten veelvoudig gebruik maakten van kunst die geïnspireerd was door kunst uit de romantische periode om ook hier nationalistisch gedachtengoed te verspreiden. Dit is niet toevallig, de burgerij probeert onder het fascisme werkers van klassentegenstellingen af te leiden met nationalistische ideeën die vaak hun oorsprong vonden in de romantische periode. Ook vertekenden zij bepaalde kunst als ‘ontaard’ en vervolgden de kunstenaars die deze kunst maakten. De fascisten maken gebruik van elke vorm van kunst om hun ideeën te verspreiden. Het is onjuist om te stellen dus, dat de fascisten alleen gebruik maken van bepaalde kunststijlen of vormen.
Veel burgerlijke kunstdeskundigen en historici vertekenen dit als een waardeoordeel dat de nazi’s aan de gestileerde vormgeving gaven, maar er waren wel gestileerde kunststromingen die de goedkeuring van de nazi’s kregen. Het futurisme is een kunststroming die populariteit ervaarde in fascistisch Italië, waar met kubistische vormen oorlog en technologie werden verheerlijkt. Hoewel lang niet alle futuristische kunstenaars fascistisch waren, was het de grootste kunststroming in fascistisch Italië. Het was niet de vormgeving waardoor nazi’s modernistische kunstenaars vervolgden, maar de inhoud. Veel modernistische kunstenaars waren communisten of sympathiek naar het communisme. Dit was ook in hun kunst te zien door het gebruik van communistische symbolen, klassenstrijd als onderwerp in hun kunst en de promotie van de vakbond in hun kunst. Dit was een bedreiging voor de nazi’s en als reactie werden modernistische kunstenaars door de nazi’s vervolgd.
De houding van de nazi’s tegenover modernistische kunst leeft voort als een afkeer in de werkende klasse voor alle moderne kunst. Onder de werkende klasse heerst het idee dat alleen ‘realistische’ kunst van de klassieke oudheid tot en met de impressionisten ‘echte kunst’ is. Deze ideeën en gevoelens zijn het gevolg van de burgerlijke klasse die dit soort ideeën promootten om net als de nazi’s in de werkende klasse een afkeer te kweken tegen de kunst van communisten en hun sympathisanten. Deze gevoelens gaan gepaard met de afkeer voor het huidige burgerlijke karakter en warenfetisjisme van de moderne kunstwereld.
Huidige situatie van kunst
Klassieke kunst is vaak toegankelijker voor de werkende klasse dan moderne abstracte kunst. Veel klassieke werken zijn beschikbaar om te bekijken in musea, terwijl moderne kunst vaker te zien is in galeries en private collecties. Het doel van klassieke werken was het verspreiden van ideologieën onder de bevolking waar de heersende klasse baat bij had. Dit gebeurde in kerken, openbare ruimtes, overheidsgebouwen en theaters, die toegankelijk voor het volk waren. Tegenwoordig worden veel abstracte moderne werken gemaakt voor de burgerij die de tijd en het geld hebben om zich te verdiepen in de kunstgeschiedenis en theorie die nodig is om veel moderne kunstwerken te begrijpen. Omdat veel moderne avant-garde kunst gemaakt wordt als hobby van de burgerij of als hun investeringswaar, is het niet noodzakelijk dat deze kunst toegankelijk is voor de werkende klasse.
Kunstenaars waren tot aan het begin van de 20e eeuw vaak kleine producenten afkomstig van adellijke of burgerlijke gezinnen, omdat de productiemiddelen van kunst en de opleiding tot kunstenaar zeer duur waren. In de 19e eeuw zorgden fabrieken en de komst van de stoommachine ervoor dat de productiemiddelen van kunst op massale schaal geproduceerd konden worden. De ontwikkeling van het kapitalisme zorgde ook voor de langzame proletarisatie van de kleine producenten, waaronder de kunstenaars. Hierdoor moesten artiesten voortaan kunst maken in opdracht van kapitalisten om te overleven, waardoor zij minder kunst konden maken als vorm van persoonlijke uiting of die de interesses van hun klasse weerspiegelde.
In het heden worden schilderwerken, standbeelden, muziekstukken en andere vormen van kunst door kunstenaars geproduceerd om genoeg geld te verdienen om zichzelf als werker te onderhouden. Dit zorgt ervoor dat de opdrachtgever, of de potentiële koper van een kunstwerk, veel zeggenschap heeft over de productie van kunst. Kunst kan in deze gevallen geen oprechte uiting zijn van de ideeën van een kunstenaar, omdat deze dan het risico loopt om zijn bron van inkomsten te verliezen. Kunstenaars zijn vaak geen kleine producenten, maar proletarisch omdat zij vaak in dienst van een bedrijf moeten werken, waar zij samen met andere werkers aan delen van een kunstwerk werken. Deze kunst is vaak in de vorm van reclame, vermaak of decoratie. Omdat het doel van deze kunst is een zo groot mogelijke winst op te brengen, is het toegankelijk voor de arbeidersklasse aangezien zij deze waren moeten kopen zodat er winst gegenereerd kan worden. Deze kunst dient niet om de gevoelens en ideeën van de werkende klassen te weerspiegelen, maar om winst te genereren voor hun werkgever.
Auteursrecht is een belangrijk juridisch werktuig dat de burgerij gebruikt om haar positie te versterken. Om concurrenten toegang te ontzeggen tot de ideeën en ontwerpen van hun werkers, gebruikt de burgerij auteursrechten. De burgerij interpreteert deze wetten zo breed mogelijk om hun concurrenten zo veel mogelijk te benadelen. Ze worden ook gebruikt door de burgerij om ideeën van individuele kunstenaars te stelen, omdat deze vaak niet het geld hebben om advocaten in te huren om auteursrechten te verdedigen.
Desondanks hebben veel kunstenaars de illusie dat auteursrechten bestaan om hen als kleine producenten te beschermen. Ze hebben hierdoor vaak individualistische ideeën over kunst. Ze zien andere artiesten, die voor inspiratie dingen overnemen of gebruikmaken van fragmenten van andermans muziek of kunst, als concurrenten die hun ideeën stelen in plaats van een collega waar gezamenlijk mee geleerd en gecreëerd kan worden. Dit zorgt ervoor dat kunstenaars een onmogelijke standaard voor originaliteit moeten nastreven. Ook is de vergunningverlening van kunst die onder auteursrecht staat een lucratieve markt waar veel verdiend kan worden. De hitserie Mad Men moest $250.000 betalen om een deel van het Beatles nummer Tomorrow Never Knows te spelen en de rapper Danny Brown heeft in totaal $70.000 betaald voor de samples die hij in zijn album Atrocity Exhibition gebruikte (2016).1
Kunst zelf wordt niet alleen gecommercialiseerd, maar ook het imago van de kunstenaar wordt een handelswaar. Kunstenaars zoals Salvador Dalí en Frida Kahlo zijn iconen geworden wier gezichten te koop staan op vele waren. Kapitalisten verkopen gebruiksobjecten die bekende kunstenaars zelf zouden hebben gebruikt en vertellen aan het proletariaat dat als zij deze objecten kopen ook zij net als hun idolen kunnen zijn. Zo heeft de zanger Justin Timberlake een jingle geschreven voor McDonalds voor 6 miljoen dollar en heeft de zangeres Beyoncé voor 50 miljoen dollar een deal met Pepsi gesloten om hun producten te promoten.2 De platenmaatschappijen van artiesten die muziek maken gebruiken het imago dat zij en hun team cultiveren om hun albums en andere handelswaar te verkopen. In de K-pop industrie wordt hier veel gebruik van gemaakt. In veel contracten van K-popartiesten staat dat zij bijvoorbeeld geen telefoon mogen hebben, wekelijks gewogen moeten worden en geen romantische relatie mogen hebben, zodat zij een imago hebben dat makkelijker te verkopen is aan fans.3
Onder het kapitalisme worden kunstenaars met gemarginaliseerde identiteiten zoals LHBTI-artiesten of artiesten van kleur gemotiveerd om over hun identiteit kunst te maken in de naam van representatie. Maar de kunst die over identiteit gaat, wordt vaak zodanig gereduceerd dat het losstaat van politiek of productieverhoudingen. In plaats van cultuur te begrijpen als uitingen van een connectie met een gemeenschap, worden in deze werken LHBT-cultuur of de cultuur van etnische minderheden vaak gereduceerd tot een aantal objecten waar leden van deze groepen over beschikken of een aantal gebruiken die iedereen zou moeten naleven. Deze kunnen dan verkocht worden als waren.
In de analyse van de ontwikkelingen van kunst door de geschiedenis heen hebben we gezien dat kunst wordt gemaakt als middel om burgerlijke ideologieën te verspreiden. Laten we nu kijken hoe dit in het heden wordt gedaan. In Hollywood heeft het Amerikaans leger veel te zeggen over het script van de film die wordt geproduceerd in ruil voor het uitlenen van militaire voertuigen, wapens en uniformen. Ook worden films gebruikt om de landen waar de nationale burgerij oorlog mee wil voeren neer te zetten als vijanden. Bijvoorbeeld The Hurt Locker (2008) waarin de populatie van Irak gedemoniseerd wordt en de focus vooral ligt op het lijden van de ‘heldhaftige’ Amerikaanse soldaten.
Ook worden films gebruikt om socialistische landen te demoniseren. In de Koude Oorlog hadden de slechteriken vaak een Sovjet nationaliteit, terwijl de helden een Amerikaanse nationaliteit hadden. Met deze films werd het idee verspreid dat de Sovjet-Unie een vreselijke plek was om te leven en het ook een gevaar vormde voor de rest van de wereld. Dit is een van de meest vulgaire voorbeelden van anticommunistische propaganda in film.
Ook wordt een individualistisch wereldbeeld gepromoot door veel films die gaan over een heel bijzonder individu dat de dag redt of voor grote verandering zorgt in de maatschappij, in plaats van dat de massa dit veroorzaakt. Ook wordt in veel films succes gedefinieerd als iemand die heel rijk en beroemd is, of als iemand met een succesvol eigen bedrijf. Dit wordt dan vaak verbeeld als het gelukkige einde van het verhaal van de hoofdrol. Verder gaan films vaak over het heldhaftige in plaats van het alledaagse. De films zijn niet gebonden aan de werkelijkheid, maar dienen juist om mensen af te leiden en verder te vervreemden van hun werkelijkheid.
Ook kunst die niet wordt geproduceerd voor commerciële doeleinden wordt sterk beïnvloed door het kapitalisme. In fandoms, ruimtes op het internet waar fans van verschillende fictieve werken samenkomen, zijn er talloze mensen die hun kunstwerken van al bestaande media delen met andere fans. Omdat men onder het kapitalisme weinig tijd heeft om hobby’s te beoefenen, hebben velen van hen de aspiratie om van hun hobby hun baan te maken. Dit komt doordat werkers onder het kapitalisme het grootste deel van hun tijd en energie moeten besteden aan werken om te overleven.
Een voorbeeld hiervan is de vele artiesten die kunst delen op het internet als fan van televisieseries en in de animatie-industrie willen werken. Zij zijn zich ervan bewust dat grote animatiestudio's nieuw talent zoeken op social media. Ze proberen daarom hun populariteit te verhogen om opgemerkt te worden door deze animatiestudio's, die een voorkeur hebben voor artiesten met veel volgers. Deze volgers zijn eerder geneigd om een serie te kijken waar hun favoriete artiest op het internet aan heeft gewerkt. Artiesten hebben in deze kringen zelfs een aantal datums waar zij hun portfolio posten op twitter met de hashtag #portfolioday, in de hoop om ingehuurd te worden. Filmregisseur Guillermo del Toro heeft bijvoorbeeld aangegeven dat hij werkers heeft gevonden door deze hashtag.4 Het gevolg van deze manier van werven is dat zelfs hobby-artiesten op het internet vaak niet tekenen wat zij leuk vinden, maar wat populair is op het moment.
Kunst onder het socialisme
In het socialisme zal het proletariaat de heersende klasse worden en zal vervolgens de opdeling van de maatschappij in klassen verdwijnen. Kunst zal niet langer verbonden zijn aan de ideologische onderdrukking van uitgebuite klassen, en zal verlost zijn van commerciële overwegingen. Dat creëert de voorwaarden om kunst te maken die daadwerkelijk de ervaringen van de mensen verbeeldt en hun belangen behartigt.
In de Sovjet-Unie, waar het proletariaat de heersende klasse was, vond een indrukwekkende ontwikkeling van de kunst plaats. Veel kunst werd gemaakt om het proletariaat de toekomst die mogelijk was onder het socialisme te tonen. De onderwerpen van sovjet-realisme waren het dagelijks leven van werkers, de revolutionaire strijd, de strijd tegen analfabetisme, de inspanningen voor emancipatie, de prestaties van de geplande economie, maar natuurlijk ook de gevoelens, zorgen en ideeën van de mensen.
In 1934 was het eerste congres van Sovjet schrijvers, een congres van alle schrijversvakbonden waar 600 delegaties naartoe gingen.5 Hier werd het beginsel van het socialistisch realisme uitgeroepen. Het officiële doel van het socialistisch realisme was het tonen van de revolutionaire ontwikkeling van de werkelijkheid.
Het socialistisch realisme wordt vaak negatief benaderd, als een star principe, opgelegd door de staat, waarbij men de werkelijkheid als een spiegel moest weergeven, maar dan wel met verbloeming van de maatschappij, verheerlijking van individuen en met gebruik van allerlei stereotypen. Dit beeld staat ver van de werkelijke inhoud van het socialistische realisme.
Het realisme wil zeggen dat de werkelijkheid weerspiegeld wordt. Echter niet op een statische manier, als een spiegel, maar op levende wijze. Socialistisch realistische kunst onthult de werkelijkheid in zijn ontwikkeling, met alle tegenstellingen en tendensen die daarin naar voren komen. Het staat dus ver van stereotypering en verbloeming. Het socialistisch aspect wil zeggen dat het kunst betreft die aan de kant staat van de socialistische revolutie. Het is kunst die niet alleen de werkelijkheid kritisch benadert (zoals het kritisch realisme van 19e eeuw), maar die de werkelijkheid ook wil veranderen. Het toont niet alleen hoe de wereld is, maar ook hoe die kan zijn.
Er waren geen formele richtlijnen voor de stijl of de onderwerpen van de kunst. Socialistische realistische kunst kon gaan over de inspanningen voor het behalen van het economische plan, maar kon ook gaan over de liefde of de dood. Het kon abstract zijn, maar ook juist figuratief (d.w.z. dat het onderwerp herkenbaar is). Het socialistische realisme was geen van bovenaf opgelegd principe, maar een tendens die in de kunst ontstond in de revolutionaire strijd en die werd door de kunstenaars van de Sovjet-Unie zelf herkend en uitgewerkt.
Conclusie
Kunst is sinds het ontstaan van de klassenmaatschappij een weerspiegeling geweest van de belangen van de dominante klasse, omdat de productieverhoudingen bepalen wie opdracht kan geven voor de productie van kunst, en de vele andere aspecten van de bovenbouw. Onder het kapitalisme wordt kunst geproduceerd om winst te maken en de positie van de burgerij te verdedigen, omdat dit de motivatie is van de huidige heersende klasse, de burgerij. Zelfs in de hobbysfeer is dit het geval en dit heeft een negatief effect. Kunst onder het kapitalisme is vaak geen oprechte uiting van gevoelens, ideeën of persoonlijke ervaringen omdat het winstmotief voorop staat in een kapitalistische maatschappij. Zelfs wanneer mensen in hun vrije tijd kunst maken, zorgt het winstmotief ervoor dat burgerlijke waarden de onderwerpen van de kunst zijn, in plaats van de interesses en ideeën van de kunstenaar. Alleen als kunstenaars klassenbewust worden en realiseren dat ze ook werkers zijn, kunnen zij meebouwen aan een toekomst waar zij kunst produceren die de waarden van henzelf en de rest van de maatschappij weerspiegelen en niet de waarden van een kleine bevoorrechte minderheid.
- https://www.ad.nl/tv-en-radio/beatles-nummer-kost-mad-men-kwart-miljoen-dollar~ae1c15fa/
- http://www.rollingstone.com/music/news/danny-brown-details-new-lp-atrocity-exhibition-w434607 https://www.npr.org/sections/thesalt/2016/06/07/481123646/this-is-how-much-celebrities-get-paid-to-endorse-soda-and-unhealthy-food
- https://www.scmp.com/magazines/style/luxury/article/3202557/how-grace-kelly-made-hermes-kelly-bag-fashion-icon-princess-donned-sac-depeches-alfred-hitchcocks?module=perpetual_scroll_1&pgtype=article&campaign=3202557
- https://twitter.com/RealGDT/status/1612896973585104901
- Elliott, David; Juszkiewicz, Piotr (2003), "Socialist Realism", Oxford Art Online, Oxford University Press, doi:10.1093/gao/9781884446054.article.t079464, ISBN 978-1-884446-05-4
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!