Skip navigation
Socialistische opbouw

NCPN zet studie naar socialistische opbouw voort

Visie op het socialisme wordt uitgewerkt

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 3 september 2024

Foto: publiek domein

De NCPN is bezig met het verder uitwerken van haar perspectief op het socialisme. Belangrijk onderdeel daarvan is de studie naar de socialistische opbouw in de 20ste eeuw en de lessen die we daarvan kunnen leren. Komend jaar zullen we diverse aspecten hiervan uitlichten in een reeks artikelen. In dit stuk geven we een beknopte introductie op dit vraagstuk en hoe we dit als NCPN benaderen.

De studie van de socialistische opbouw houdt natuurlijk historici en andere wetenschappers bezig. Het is echter verre van een puur academische kwestie. Sterker nog, het is juist ook een aangelegenheid van de arbeidersbeweging en haar politieke partij. De NCPN ziet het als een belangrijke taak om dit vraagstuk te bestuderen.

Dit artikel heeft een introducerend karakter, en gaat in op de relevantie van dit vraagstuk, de benadering en methodologie die we hanteren in de studie van de socialistische opbouw in contrast met burgerlijke benaderingen, en wat eigenlijk precies de vraagstukken zijn waar de studie van de partij zich op richt.

De actuele relevantie van het vraagstuk van het socialisme

De afgelopen decennia zien we de tegenstellingen van het kapitalisme toenemen. Enerzijds neemt de rijkdom die de maatschappij voortbrengt toe door de ontwikkeling van de wetenschap, technologie en productiekrachten. Maar anderzijds daalt juist het levenspeil van de werkende bevolking. De toenemende rijkdom die de arbeidersklasse voortbrengt, concentreert zich door de kapitalistische uitbuiting in de handen van een kleine minderheid, de kapitalistenklasse. De werkende bevolking wordt geteisterd door de aanvallen op inkomens en sociale verworvenheden, onzekerheid, armoede, uitbuiting, discriminatie, oorlogen die escaleren en steeds dichterbij komen, de gevolgen van de aantasting van het milieu en andere problemen.

Vanuit dat opzicht is het niet vreemd dat steeds meer mensen het kapitalisme in twijfel trekken. Daarbij hebben we het niet zozeer over politici die het ‘doorgeslagen’ kapitalisme bekritiseren (omdat ze het kapitalisme an sich prima vinden). Ook niet dat het woord kapitalisme vaker opduikt in kranten, andere media en in wetenschappelijke literatuur. Veel belangrijker is namelijk dat steeds meer mensen in de vakbeweging en de studentenbeweging – maar ook emancipatiebewegingen, milieubeweging en andere strijdbewegingen – inzien dat een fundamenteel andere organisatie van de economie en maatschappij nodig is.

De realiteit van het kapitalisme toont dus de noodzaak van een andere, socialistische maatschappij. Het vooruitzicht op socialisme kan krachten bundelen, richting geven aan de strijd en een perspectief bieden. In dat kader is de studie van het socialisme van groot belang voor de arbeidersbeweging, om overtuigender een alternatief te bevorderen dat perspectief kan bieden aan de strijd van de arbeidersklasse.

Ook voor de NCPN zelf is het als communistische partij van belang om het perspectief op het socialisme verder uit te werken, en op basis daarvan ook het partijprogramma en de strategie te verrijken. De opvatting die onze partij vormt van het socialisme, heeft directe implicaties voor de strategie en het handelen van de partij vandaag de dag, zoals de manier waarop partijopbouw, bedrijvenwerk, vakbondswerk en ander massawerk wordt aangepakt.

Daarnaast biedt de studie van de socialistische opbouw waardevolle lessen voor de toekomst. Het kapitalisme is een systeem dat niet altijd bestaan heeft en ook niet altijd zal blijven bestaan. Het is van groot belang voor de arbeidersbeweging om te leren van de historische ervaringen met de socialistische opbouw. Zo verbetert het inzicht in de wetmatigheden van de socialistische opbouw en is de arbeidersklasse beter in staat om de socialistische opbouw in de toekomst vorm te geven, en daarbij fouten en zwaktes te voorkomen of sneller te overwinnen.

De studie van de socialistische opbouw is ook van belang om hedendaagse ontwikkelingen beter te begrijpen. Zo heeft de beoordeling van de productieverhoudingen in de Chinese economie en het klassenkarakter van de Chinese staat belangrijke implicaties voor hoe men de hedendaagse internationale verhoudingen begrijpt.

Tot slot is de studie naar de socialistische opbouw van belang om weerwoord te bieden tegen de geschiedvervalsing en laster die de burgerlijke literatuur voortbrengt over de socialistische opbouw. Daarmee kunnen ook allerlei misvattingen en verdraaiingen over het socialisme worden gecorrigeerd, die verwarring zaaien in de arbeidersbeweging, mede onder invloed van burgerlijke, maar ook sociaaldemocratische en opportunistische literatuur. Zo bestaat er veel verwarring over het communisme als socio-economische formatie en wat basiskenmerken ervan eigenlijk inhouden, zoals het maatschappelijk eigendom, centrale planning, arbeiderscontrole enz.

Burgerlijke polemiek tegen het socialisme

Er is enorm veel onderzocht en geschreven over dit onderwerp, van wisselende kwaliteit. “De ideeën van de heersende klasse zijn in elk tijdperk de heersende ideeën,” zo schreef Marx in De Duitse ideologie. Het is onvermijdelijk dat veruit de meeste publicaties over het socialisme en de socialistische opbouw van de 20ste eeuw die we tegenkomen in (wetenschappelijke) literatuur en de media, zijn ingegeven door de burgerlijke ideologie, oftewel de benadering van de kapitalistenklasse. Kenmerkend voor deze benadering is dat het de kapitalistische maatschappij als een gegeven ziet en niet in twijfel trekt. Het kapitalisme wordt gezien als iets dat eeuwig bestaan heeft en altijd zal bestaan. De pogingen om een andere, socialistische maatschappij op te bouwen verschijnen vanuit dat oogpunt als ‘afwijkingen’ in de maatschappelijke ontwikkeling, die gedoemd waren te mislukken.

Dat geldt natuurlijk niet voor alle studies, en ook in studies die vanuit een burgerlijke benadering geschreven zijn kan men soms nuttige inzichten ontdekken. De burgerlijke benadering zit echter een consequent wetenschappelijke en objectieve beoordeling van de socialistische opbouw in de weg. Deze benadering geeft uitdrukking aan de opvattingen van de kapitalistenklasse, die belang heeft bij de voortzetting van de kapitalistische uitbuiting en wil voorkomen dat de arbeidersklasse een alternatief ziet. Veel publicaties over de socialistische opbouw in de 20ste eeuw bevatten, naast problemen in de benadering en methodologie, ook regelmatig regelrechte laster en leugens die als doel hebben het socialisme in diskrediet te brengen en het kapitalisme te verbloemen.

Er zijn een aantal algemene punten te onderscheiden die vaak terugkomen in burgerlijke publicaties die de socialistische opbouw demoniseren.

  1. Op economisch vlak wordt het socialisme vooral geassocieerd met stagnatie. Door het ontbreken van privaat eigendom en het kapitalistische winstmotief in de economie, zouden er geen economische ‘prikkels’ zijn. De socialistische centrale planning zou een verstikkende bureaucratie opleveren die niet in staat zou zijn om een complexe, moderne economie te organiseren zoals de markt dat wel kan, volgens de ideologen van de burgerij. Mensen zouden lui worden door het gebrek aan werkloosheid en het feit dat de arbeidskracht in het socialisme geen waar is. Alle dynamiek en elk initiatief zou zo uit de economie worden gezogen.

    Hieraan verbonden is de kritiek in burgerlijke literatuur op de socialistische landbouw. Zo wordt de collectivisering in de jaren ’30 in de USSR geassocieerd met hongersnood. In nazi-propaganda werd het zelfs neergezet als een bewust complot, en dat wordt de laatste tijd steeds meer overgenomen door de EU.

    Al deze kritiek is niet gericht op het begrijpen van de reële problemen en uitdagingen die zich voordeden in de opbouw van de socialistische economie en het achterhalen van de oorzaken ervan. De kritiek richt zich specifiek op de fundamenten van de communistische productieverhoudingen, zoals het maatschappelijk eigendom, de centrale planning enz. Het verkettert de afschaffing van privaat eigendom, het winstmotief, de markt en de loonarbeid – oftewel basiseigenschappen van de kapitalistische productiewijze.
  2. Het grootste punt waar de burgerlijke anticommunistische propaganda zich op richt ligt echter op politiek vlak. Daarbij wordt het socialisme gelijkgesteld aan dictatuur. Socialistische landen zouden enkel door onderdrukking bij elkaar gehouden kunnen worden. Er zou geen sprake zijn van democratie en inspraak van de bevolking. Er zou geen vrijheid zijn in het socialisme. Sterker nog, tot in detail zou de staat alles willen bepalen, zelfs hoe mensen hun privéleven leiden. Iedereen zou permanent bespioneerd worden. Onder de noemer ‘totalitarisme’, waarin de staat alles zou willen controleren, wordt het communisme zelfs gelijkgesteld aan fascisme.

    In het kader van dit punt is het kenmerkend dat veel anticommunistische propaganda zich specifiek richt tegen de communistische partij. De partij of de ‘partijleider’ zou alles willen bepalen. De communistische partij wordt benaderd als iets dat compleet losstaat van de werkende klasse en de bevolking. Binnen de partij zou er geen democratie zijn, en de richting van de partij en het hele land zouden worden bepaald door de ‘machtsstrijd’ tussen enkele personen die veelal als paranoïde worden afgeschilderd. De partijleiding wordt daarbij benaderd als iets dat losstaat van de ledenbasis van de partij.

    Er is veel te zeggen over de problemen die zich voordeden in de vorming en consolidering van de arbeidersmacht. Het is ook zeker belangrijk om kritisch te kijken naar de politiek die de communistische partijen voeren tijdens de socialistische opbouw en de fouten die daarbij zijn gemaakt. Het gaat de ideologen van de bourgeoisie er echter niet om deze kwesties wetenschappelijk te onderzoeken, maar het socialisme te belasteren en te associëren met allerlei kenmerken die juist eigen zijn aan het kapitalisme, zoals onderdrukking, de ‘surveillancestaat’, gebrek aan democratie enz. De communistische partij wordt specifiek aangevallen omdat zij het belangrijkste wapen is van de arbeidersklasse in de strijd voor de omverwerping van het kapitalisme.
  3. Op ideologisch vlak wordt socialisme geassocieerd met dogmatisme en starheid. Er zou geen (academische) vrijheid en discussie zijn. De sovjetfilosofie en sovjetwetenschap wordt veelal afgedaan als onwetenschappelijk. De sovjetkunst en het socialistisch realisme als oncreatief en misleidend. De partij zou op basis van dogmatische leerstellingen alle vrij discussie en creativiteit platslaan. De indrukwekkende verworvenheden van de socialistische landen op deze vlakken worden veelal verzwegen.

De lijst kan nog veel langer worden gemaakt. Dit zijn slechts een paar algemene punten die vooral indicatief zijn.

Kenmerkend is overigens dat sociaaldemocratische, opportunistische en ook sommige links-radicalistische politieke organisaties in grote lijnen regelmatig dezelfde argumenten hanteren als de burgerlijke ideologen. Het verschil is dat het gepaard gaat met een poging om de socialistische opbouw van de 20ste eeuw af te doen als iets wat niet met het socialisme te maken heeft. Dit gaat vaak hand in hand met het naar voren schuiven van een ‘alternatieve’ opvatting over het socialisme, die in wezen een als socialisme vermomd kapitalisme inhoudt. Zo hebben sommige partijen die zich socialistisch noemen het niet over maatschappelijk eigendom maar over het nationaliseren van enkele bedrijven of sectoren. Maar staatsbedrijven in een economie die verder functioneert op basis van warenproductie en loonarbeid is een kapitalistisch staatsbedrijf. Dat zijn geen socialistische productieverhoudingen.

Onze benadering en methodologie

Als communistische partij hebben we niets met de demonisering van het socialisme of een nihilistische houding tegenover de socialistische opbouw. Met onze studies en artikelen hebben we mede als doel weerwoord te bieden tegen de geschiedvervalsing en anticommunistische propaganda.

Evenmin interesseert het ons echter om de socialistische opbouw van de 20ste eeuw te idealiseren of te verbloemen. Vanuit het perspectief van de arbeidersklasse is het immers juist van belang alle fouten en zwaktes te benoemen en goed te begrijpen waarom die zich voordeden. Daarom hechten we grote waarde aan objectieve en wetenschappelijke studie.

We pretenderen niet dat onze kijk op de geschiedenis ‘neutraal’ is. Wij denken dat zoiets ook niet mogelijk is. De geschiedenis heeft altijd een andere betekenis voor de onderdrukkende klasse dan voor de onderdrukte klassen. Ook iemand die geen partij zegt te kiezen, zal bij het beoordelen van de geschiedenis onvermijdelijk toch de ontwikkelingen benaderen en belichten van het perspectief van de ene of andere klasse. Wij kiezen expliciet en consequent voor de kant van de arbeidersklasse. Vanuit het perspectief en de belangen van de arbeidersklasse bestuderen en beoordelen wij de socialistische opbouw.

Partijdigheid wordt in de burgerlijke wetenschap en literatuur veelal gezien als strijdig met objectieve en wetenschappelijke studie. Maar juist vanuit het perspectief van de arbeidersklasse kan de historische ontwikkeling en de maatschappelijke realiteit objectief worden beoordeeld. De arbeidersklasse is namelijk de klasse die belang heeft bij de voortzetting van de historische ontwikkeling; de verandering en omverwerping van de huidige orde. Vanuit dat perspectief kunnen de interne tegenstellingen van het kapitalisme worden onthuld en de vraagstukken die zich voordoen in de socialistische opbouw objectief beoordeeld. Vanuit het perspectief van de bourgeoisie kan de ontwikkeling niet objectief en wetenschappelijk worden beoordeeld, omdat zij als doel heeft de huidige verhoudingen in stand te houden. Dat maakt blind voor de interne tegenstellingen van dit systeem, creëert een apologetische houding tegenover het kapitalisme en gaat gepaard met afkeer van de ontwikkelingen die tot de negatie van het kapitalisme leiden.

Het belangrijkste handvat in de studie naar de socialistische opbouw, die ook het wetenschappelijke karakter ervan waarborgt, is de methode van de materiële dialectiek en het historisch materialisme als toepassing ervan in de studie van de geschiedenis. Onmisbaar zijn ook de inzichten uit de politieke economie en de leer van de klassenstrijd. Deze theoretische handvaten zijn onmisbaar om een juist begrip te vormen van de ontwikkelingen, en daarin steeds correct de rol te begrijpen van de basis en de bovenbouw, de objectieve en de subjectieve factor, vorm en inhoud.

Deze methodologische uitgangspunten volgen uit de wetenschappelijke, dialectisch materialistische wereldbeschouwing die eigen is aan de communistische ideologie. Ze vertalen zich ook in het feit dat we prioriteit geven aan de studie van de economie, de productieverhoudingen en klassenverhoudingen. Op die basis bestuderen we de ontwikkelingen in de bovenbouw, zonder daarbij te onderschatten dat de ontwikkeling van de bovenbouw ook haar eigen dynamiek kent en die invloed uitoefent op de economie.

Het doel van de NCPN is niet om met deze studies slechts een formeel standpunt ‘af te tikken’, maar om een inhoudelijk proces te organiseren waarin we collectief een beter begrip krijgen van het communisme als socio-economische formatie, de wetmatigheden van de socialistische opbouw en de lessen die we kunnen leren van de geschiedenis.

Dit proces zien wij als een collectieve aangelegenheid, waarin de hele partij, sympathisanten en de arbeidersklasse wordt betrokken. We mobiliseren hierin weliswaar mensen met relevante kennis en vaardigheden, waaronder historici, sociologen en andere wetenschappers die zich in of dichtbij de partij bevinden, maar we zien het zeker niet als een puur academische aangelegenheid. Het is bij uitstek een kwestie die de arbeidersklasse zelf aangaat.

Doelstellingen

De afgelopen jaren heeft de NCPN reeds belangrijke stappen gezet in de studie naar de ervaringen van de socialistische opbouw in de 20ste eeuw. Daarbij is voornamelijk gekeken naar de USSR, het eerste land waar het socialisme werd opgebouwd, en de Volksrepubliek China, aangezien die een belangrijke rol speelt in de hedendaagse internationale verhoudingen.

De studie heeft zich vooralsnog vooral geconcentreerd op de ontwikkelingen in de economie en de oorzaken van de contrarevolutie in de Sovjet-Unie. Ook heeft de partij een aanzet gedaan in de studie van de socialistische opbouw in de Volksrepubliek China en de ontwikkelingen met de herintroductie van kapitalistische verhoudingen in de Chinese economie. Het 7e Congres van de partij besloot de studie naar de geschiedenis van de socialistische opbouw voort te zetten.

De centrale doelstelling, die volgt uit de besluiten van het 7e Congres van de NCPN, is om collectief onze opvatting van het socialisme te versterken en lessen te trekken voor de toekomst. Dat is immers de maatschappij waar we voor strijden, maar het is ook belangrijk voor het begrijpen van hedendaagse ontwikkelingen en het tegengaan van de verwarring en verdraaiingen vanuit de burgerlijke ideologie.

Meer specifieke doelstellingen die hieruit volgen zijn:

  1. Beter inzicht verkrijgen in het socialisme als eerste fase van het communisme en de bijzondere wetmatigheden en eigenschappen die deze fase kenmerken.
  2. Verbeteren van het inzicht in het communisme als socio-economische formatie en de wetmatigheden ervan.
  3. Verbeteren van ons inzicht in de geschiedenis van de socialistische opbouw, in het bijzonder in de USSR en China.
  4. Verbeteren van ons vermogen om collectief de historische ervaringen niet enkel te begrijpen maar ook kritisch te kunnen beoordelen.
  5. Versterken van ons inzicht in de algemene wetmatigheden van de socialistische opbouw, die zich in elke context anders uitdrukken maar een bepalende rol hebben in de ontwikkeling, in contrast met opvattingen die de rol van algemene wetmatigheden van de socialistische opbouw ontkennen.
  6. Verbeteren van het vermogen om verwarring over en verdraaiingen van de inhoud van het socialisme te verwerpen, waaronder bijvoorbeeld theorieën die socialisme als een vorm van warenproductie voorstellen.
  7. Uitwerken van de mogelijkheid en noodzaak van het socialisme in Nederland, op basis van de specifieke eigenschappen van de Nederlandse economie en maatschappij.

Op historisch vlak is het van belang om bepaalde kwesties nader te bestuderen, waaronder:

  • de productieverhoudingen onder het socialisme en hoe die werden vormgegeven (nadere studie vragen in het bijzonder de centrale planning, de arbeiderscontrole en de communistische houding ten aanzien van de arbeid, in het bijzonder hoe dit werd vormgegeven in de USSR);
  • het bondgenootschap tussen de arbeidersklasse en boerenklasse en de ontwikkeling van de landbouw in de socialistische opbouw (de NEP, collectivisatie en latere ontwikkelingen in de USSR, en de collectivisatie en decollectivisatie in China);
  • ontwikkelingen in de bovenbouw;
  • ontwikkelingen in de communistische partijen en de redenen dat het opportunisme daarin de overhand kreeg (in het bijzonder het 20ste Congres van de USSR en de 3e vergadering van het CC na het 11e Congres van de CPC);
  • nadere studie naar het verloop van de contrarevoluties;
  • studie van verworvenheden van de arbeidersklasse in de USSR op het gebied van arbeidsrechten en publieke voorzieningen, zorg, onderwijs, sport en cultuur, en vrouwenemancipatie, evenals de bijdrage van de USSR in de strijd tegen kolonialisme en imperialisme, en tegen reactie en fascisme.

De studie van de socialistische opbouw biedt daarmee belangrijke handvatten voor de verdere uitwerking van het partijprogramma van de NCPN en de strategie voor de strijd vandaag. Komende maanden zullen een reeks artikelen worden gepubliceerd die meer ingaan op allerlei specifieke vraagstukken omtrent de socialistische opbouw.

Afsluitend een vrij vertaalde passage uit het gedicht Met heel mijn stem, van Vladimir Majakovski uit 1930. Majakovski was een belangrijke communistische dichter, die de Oktoberrevolutie, de burgeroorlog en de eerste decennia van de socialistische opbouw meemaakte.


Met heel mijn stem

Jaren van beproeving en dagen van honger
bevolen ons om onder de rode vlag te marcheren.

We openden elk deel van de werken van Marx
zoals we de luiken in ons eigen huis zouden openen;
maar we hoefden niet te lezen
om te beslissen aan welke kant we ons zouden scharen,
aan welke kant we zouden vechten.

Onze dialectiek hadden we niet van Hegel geleerd.
In het gebrul van de strijd barstte het uit in verzen,
toen, onder vuur, de bourgeois op de vlucht sloegen,
zoals wijzelf ooit voor hen op de vlucht waren geslagen.

Laat de roem achter het genie aan sjokken
als een ontroostbare weduwe naar een dodenmars
– sterf dan, mijn vers, sterf als een gewone soldaat,
zoals onze mensen die naamloos stierven tijdens de aanval!

Ik geef niets om tonnen brons;
ik geef niets om slijmerig marmer.
We zijn mensen te goeder trouw,
we zullen ons anders verzoenen met onze roem;
laat er voor ons een gemeenschappelijk monument zijn:
het socialisme dat we hebben opgebouwd in de strijd.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!