Skip navigation
Boekbespreking

Op de Filippijnen gaat de strijd tegen neokolonialisme, klimaatvernietiging en uitbuiting een nieuwe fase in

Boekbespreking: José Maria Sison, 2021, Resist Neoliberalism, Fascism and Wars of Aggression, International Network fir Philippine Studies (INPS)

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van woensdag 14 april 2021

Placeholder

Kort na elkaar verschenen er twee boeken van José Maria Sison over de revolutionaire strijd op de Filippijnen. Het eerste boek, dat we hier bespreken en op 7 februari jl. online werd gepresenteerd, bevatte artikelen en interviews uit 2019. Het tweede boek, dat drie weken geleden werd gepresenteerd, bevat artikelen uit 2020. Manifest plaatst deze boekbespreking omdat de NCPN, ondanks de fundamentele politieke meningsverschillen, met de naar Nederland (Utrecht) gevluchte Filippijnse kameraden een band heeft gekregen. De relaties tussen de CPP en groepen Indonesische kameraden in Nederland versterkten de onderlinge banden. Joma Sison is in ons land, zeker door zijn gevangenneming indertijd, een begrip geworden en zijn opvattingen zijn de moeite waard om te kennen.

Sison, die als politiek vluchteling in Nederland verblijft, behandelt tal van onderwerpen: van de geschiedenis van de Communistische Partij van de Filippijnen (CPP), die hij mede oprichtte, tot aan het protest van de Gele Hesjes in Frankrijk. Zijn politieke analyse is helder, scherp en is gebaseerd op grote kennis van de revolutionaire theorie.

Tegelijkertijd vertelt hij over zijn eigen persoonlijke rol in de strijd als student in de jaren '60 en hoe hij nu, als theoreticus van marxisme-leninisme-maoïsme, de strijd begeleidt met politieke analyses. De behandelde thema's in het boek zijn zeer divers: actuele politieke verklaringen van de ILPS (International League of People's Struggles) worden afgewisseld met een boekbespreking van een vertaling van een Duits boek over klimaat. Het gaat van transcripten van radio-interviews naar gedegen studies over de geschiedenis van de rol van de Comintern op de Filippijnen. Om de artikelen goed te kunnen volgen, is soms wat voorkennis nodig over de geschiedenis van de CPP en New Peoples Army (NPA). Zoals bij de uitleg over de twee rectificatie-campagnes, die de partij en haar gewapende tak maakten tot wat zij nu zijn. Enkele keren maakt Sison zijn lezers ook duidelijk: geloof de bakerpraatjes dat de CPP en NPA direct vanuit Utrecht worden aangestuurd niet. De leiding van de CPP en NPA bevindt zich op de Filippijnen, sterk geworteld in de massa.

In het jaar dat de artikelen verschenen, 2019, werden de contouren van een nieuwe fase in de revolutionaire strijd op de Filippijnen duidelijk. Het eilandenrijk in Zuidoost-Azië wordt sinds 2016 geregeerd door president Duterte. Deze president en zijn politiek worden in de burgerlijke media vaak in één adem genoemd met Trump en Bolsonaro. Politieke leiders die het eveneens parlementair succesvol deden, in respectievelijk de VS en Brazilië, met agressieve taal tegen politieke tegenstanders. De artikelen en interviews in het boek van Sison geven meer diepgang aan de oppervlakkige vergelijking van 'populisten', die opgang maken in de burgerlijke media. In Sisons analyse wordt duidelijk dat Duterte en de politiek die hij voorstaat, niet los staat van het neokoloniale, semifeodale en bureaucratisch-kapitalistische karakter van de Filippijnse economie.

Dit specifieke karakter, ook wel bekend als 'compradore capitalism', is het resultaat van de geschiedenis van de Filippijnen. Eerst als kolonie van Spanje en later, tot 1946, als kolonie van de Verenigde Staten. De VS liet bij de onafhankelijkheid wetten aannemen, die de juridische positie van buitenlandse investeerders en bezitters complete vrijheid gaven. Gesteld kan worden dat er nu nog steeds van een neokoloniale situatie sprake is.

Dit gegeven maakt dat in een groot deel van het eilandenrijk er nog steeds semifeodale sociale verhoudingen heersen. Landloze plantagearbeiders zijn politiek en economisch uitgeleverd aan families van grootgrondbezitters. Ook in de stedelijke omgeving maken een klein aantal families economisch en politiek de dienst uit. Hun politieke en economische macht is vooral gebaseerd op contacten met buitenlandse kapitalisten. Daarnaast is een baan bij politie, leger of nutsvoorzieningen vooral een middel om hogerop te komen in het corrupte systeem van het bureaucratische kapitalisme.

De Filippijnen laten meerdere ontwikkelingen zien. Bijvoorbeeld enerzijds een ontwikkeling waarbij de steeds meer verpauperde eilandbewoners aan den lijve ervaren dat er géén economische ontwikkeling mogelijk is door het neokoloniale, semifeodale en bureaucratisch-kapitalistische karakter van de Filippijnen. Anderzijds een ontwikkeling waarin lokaal steeds meer democratische structuren ontstaan, die het verrotte politieke systeem op den duur kan vervangen. Die laatste ontwikkeling is mede het resultaat van 50 jaar consequent gevoerde gewapende strijd van de CPP.

Sison laat in een aantal interviews zien hoe te begrijpen is, dat Duterte vaak ruime verkiezingsoverwinningen behaalt. Dat gebeurt mede dankzij het zogenaamde 'redtagging': het demoniseren van iedereen die Duterte's fascistische aanpak niet steunt. Progressieve politici en activisten worden op zijn bevel zwartgemaakt in de media als 'terroristenhulpjes' van de NPA. Duterte claimt dat er buiten hem géén politiek alternatief is. Dat doet hij zowel richting elite, als richting een groot deel van de verpauperde, stedelijke bevolking.

Internationaal baarde de, door Duterte opgeroepen, moordpartijen op drugsverslaafden en de kleine criminelen in het drugscircuit veel opzien. Inmiddels berichten ook de Westerse burgerlijke media van 12.000 gepleegde moorden in het 'antidrugsbeleid' van Duterte. The Economist meldde nog kortgeleden dat er negen moorden waren gepleegd op activisten, die ervan verdacht werden 'communist' te zijn.

De consequenties van Duterte's politiek, die stap voor stap meer naar een fascistische staatsstructuur gaat, worden steeds zichtbaarder: het leidt tot massale moordpartijen op vaak onschuldige slachtoffers. Om onderdeel te worden van een smeercampagne in het roddelcircuit en de media is weinig nodig. Alleen al deelname aan een kritische discussiegroep op de universiteit is reden genoeg voor verdachtmaking.

"Duterte is de beste 'recruiter' voor de NPA", zo merkte Sison op tijdens de boeklancering. Studenten- en vakbondsactivisten, die hun mede-activisten (en dat zijn zeker niet allemaal leden van de CPP) vermoord zien worden door doodseskaders, hebben geen uitleg nodig voor de noodzaak van de zelfverdediging, die de wapens van de NPA bieden.

Het clandestiene karakter van de CPP is niet enkel een door de maoïstische theorie ingegeven tactiek. Sison studeerde in Indonesië in de jaren '60 en heeft daar de complete uitroeiing van de revolutionaire beweging, door massamoord op leden van de PKI, van dichtbij meegemaakt. De kracht van de CPP is dat zij in haar vijf decennia durende bestaan steeds de juiste strategische en tactische keuzes wist te maken. Daarbij waren twee rectificatieperiodes cruciaal, die van 1968 en 1992. Gestaag bouwt de CPP aan de revolutionaire beweging, met stevige wortels in de massa's.

Sison wijst er fijntjes op dat Duterte eerder als burgemeester van Davao, een stad op het zuidelijkste eiland Mindanao, gedwongen was politiek samen te werken met de revolutionaire lokale volksdemocratie. Overal waar de NPA genoeg politieke en economische vrijheid schept, weet de lokale bevolking landhervormingen, lokale coöperaties en democratisch en vrij verkozen volksvertegenwoordigers te realiseren. In plaats van de 'vriendjes' van de grootgrondbezitters, die de stemmen kopen met geld en gunsten en de lokale corruptie steeds verder aanjagen. Op de politieke emancipatie van de landarbeiders, van de plantagearbeiders, van bergvolkeren die hun leefomgeving kapotgemaakt zien worden door mijnbouwbedrijven, heeft Duterte maar één antwoord: méér repressie.

Voor een Nederlander, opgegroeid in een land waarin de sociaaldemocratie al meer dan een eeuw relatieve klassenvrede kon realiseren dankzij superwinsten uit de koloniale roof van de laatste 500 jaar, is de aard van de revolutionaire strijd op de Filippijnen van een andere orde. Met het lezen van dit boek wordt duidelijk, dat de manier waarop op de Filippijnse communisten zich organiseren, gepast en correct is gezien de situatie in het land.

Sison weet in dit boek goed uit te leggen dat de wijze van analyse en zo tot de tactische keuzes komen, ook die van een 'protracted peoples war' (continue volksguerrilla), een universele kern heeft. Correct tactisch handelen gaat samen met een goed gebruik van de revolutionaire theorie. In die zin is ook voor de revolutie in Nederland te leren van de Filippijnse ervaring.

Zolang het kapitalisme voor zijn overleven niet naar fascistische methoden grijpt, zoals op de Filippijnen, hebben openbare en legale klassenorganisaties een voordeel. Sison roept de Europese progressieven op kennis te nemen van wat gaande is op de Filippijnen en de strijd, waar mogelijk, te steunen.

Het boek is te verkrijgen in eBoek-vorm en in papieren editie, o.a. via Amazon.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!