Mijn lokale PBS-radiostation zendt iedere zondagmorgen vroeg het programma 'On Being' uit, gepresenteerd door Krista Tippett. Het programma levert een mierzoete mix van popfilosofie, psycho-gebabbel en pseudo-religiositeit. Tippett druipt van overdreven ernstige oprechtheid, terwijl ze gasten bestookt met vragen die even diepgaand en met een diepe existentiële betekenis worden gesteld. Alhoewel er af en toe serieuze denkers in haar show opduiken bestaat het merendeel van haar gasten uit oplichters, goochelaars of charlatans.
Alhoewel de analyse ingaat op Amerikaanse ontwikkelingen zijn er veel overeenkomsten met de situatie in Nederland. Reden voor Manifest om het artikel integraal te plaatsen.
Het was onvermijdelijk dat Tippett, in deze tijd van langverwachte massale weerstand tegen racistisch geweld, het werk van Robin DiAngelo zou ontdekken en promoten. Zij is de auteur van 'White Fragility' [witte kwetsbaarheid]1 , een New York Times bestseller en een boek met een wijdverspreide invloed en populariteit als antiracistische gids voor boekenclublezers, ngo's, stichtingen en bedrijven.
Tippet interviewt in 'On Being' DiAngelo en Resmaa Menakem, een in Minnesota gevestigd therapeut en coach, tevens auteur van 'My Grandmother's Hands: Racialized Trauma and the Pathway to Mending Our Hearts and Bodies'. [Mijn grootmoeders handen: raciaal trauma en de weg naar het herstel van ons hart en ons lichaam]. Een merkwaardig aspect van dit 'On Being' interview is de complete afwezigheid van enige verwijzing naar de kern, de structurele elementen van Amerikaans racisme. Er is wel veel discussie over raciaal gevoelige etiquette en omgangsvormen, over conflicterende identiteiten, over "... interpretaties, percepties, emoties, taal ...", over ongemakkelijke gesprekken en over 'raciale reparatie' ("...het raamwerk dat witte kwetsbaarheid veroorzaakt is een weigering om te repareren, een weigering om te zien of te voelen ... ").
Maar er wordt weinig of geen melding gemaakt van de materiële toestand van zwarte mensen of over de vormen Afro-Amerikaanse onderdrukking en er wordt niet of nauwelijks gesproken over de voorwaarden voor het bereiken van echte raciale gelijkheid. DiAngelo toont geen interesse in het blootleggen van de materiële elementen van de raciale kloof. In plaats daarvan grossiert ze in percepties en gevoelens tussen rassen onderling. DiAngelo heeft het bijvoorbeeld niet over de etnische zuivering (gentrificatie)2 die tegenwoordig elke Amerikaanse stad teistert en honderdduizenden Afro-Amerikanen verdrijft uit gesegregeerde steden naar even gesegregeerde buitenwijken, waar sprake is van de-industrialisatie.
Net als de inheemse Amerikaanse volkeren, worden Afro-Amerikanen verplaatst van gesegregeerde, armoedige, lage inkomens 'reservaten' naar andere armoedige, gesegregeerde 'reservaten', in verlaten, voorheen blanke enclaves. De huizen in de oude, vroegere 'reservaten' zijn nu beschikbaar tegen lage aankoopprijzen en minimale onroerendgoedbelasting voor een bevoorrechte 'stadsadel'. Robin DiAngelo toont geen interesse in deze ontwikkeling. Evenmin onderzoekt ze het 'witte voorrecht' [white privilege], het winstbejag of de medeplichtigheid van de elite die deze ontwikkeling stimuleert.
DiAngelo neemt ook geen nota van de aanhoudende kloof in rijkdom en inkomen tussen blanken en zwarten in de VS. Sinds 1968 vergaren blanken consequent gemiddeld tien keer meer rijkdom dan Afro-Amerikanen. Dit betekent overduidelijk dat elke generatie van de zwarte bevolking niet in staat is om de volgende generatie een economische voorsprong te bieden, wat leidt tot een vermenigvuldiging van de Afro-Amerikaanse achterstand. Toch ontsnapt dit 'in-your-face' racisme blijkbaar aan DiAngelo.
De welvaartskloof veroordeelt en dwingt steeds meer zwarten om vaak ondermaats te wonen, in gebieden met lage inkomens die letterlijk 'Bantustans'3 worden [Verwijzing naar de zgn. 'thuislanden' tijdens de Apartheid in Zuid-Afrika, red.], als resultaat van het formele (Jim Crow) en informele apartheidsbeleid, opgelegd door de heersende klasse van de VS sinds de Burgeroorlog. Net als onder het voormalige apartheidsregime van Zuid-Afrika, zijn het deze gesegregeerde gebieden die worden geteisterd door strenge handhaving en wreedheid van de politie.
In deze woonwijken, door blanke elites eufemistisch aangeduid als 'De Zwarte Gemeenschap', in plaats van het oude, neerbuigende 'Getto', vind je 'voedselwoestijnen', zonder de keuze en kwaliteit van hun blanke tegenhangers, maar vaak wel tegen hogere prijzen. Het onderwijs op scholen voor de zwarte bevolking is overduidelijk inferieur. Het besluit van het Hooggerechtshof uit 1974 (Milliken vs. Bradley) heeft de segregatie op stedelijke scholen geïnstitutionaliseerd en daarmee de vlucht van de blanken naar de buitenwijken verder gelegitimeerd en aangemoedigd. In het On Being-interview wordt geen melding gemaakt van dit structurele racisme in onderwijs, gezondheidszorg, sociale dienstverlening of de effecten ervan op kindersterfte, gezondheid en levensverwachting onder de zwarte bevolking.
Evenmin bekritiseert DiAngelo de criminalisering en massale opsluiting, wat een kenmerk is geworden van Afro-Amerikaanse onderdrukking, of een van de andere kenmerken die de (materiële) kwaliteit van het leven van de zwarte bevolking vermorzeld. Zij hanteert een vorm van antiracisme die het daadwerkelijke racisme negeert.
Commodificatie van antiracisme
Alles kan een handelsartikel worden in de kapitalistische productiewijze. Van ideeën tot het water dat we drinken, het kapitalisme streeft ernaar om ze onderdeel te maken van de handel op de enorme commerciële markt. Commodificatie sluipt binnen in elk aspect van het menselijk zijn, als antwoord op elke ontwikkeling.4 Het zou ons dus niet moeten verbazen dat zelfs ideeën als antiracisme op de markt worden toegeëigend, tot handelswaar worden gemaakt en verkocht.
In de jaren zestig waren antiracistische organisaties zoals de Black Panther Party prijzenswaardig goed in staat om gebruik te maken van de blanke liberale schuld van beroemdheden en elites, om geld in te zamelen voor sociaal nuttige projecten zoals kinderopvang, ontbijtprogramma's, studiebegeleiding, enz. Maar sinds die tijd hebben anderen de liberale schuld en de vermeende behoefte van instellingen om raciaal gevoelig te lijken uitgebuit om een heuse diversiteitsindustrie op te bouwen. Diversiteitstraining en -advies, het brede gebied waarin DiAngelo's product valt, heeft een lange geschiedenis, maar een van twijfelachtige resultaten.
Het is weliswaar gebleken dat het product diversiteitstraining en -advies lucratief kan zijn voor consultants, docenten, academici en sommige bedrijven, maar het heeft in feite weinig gedaan voor het afnemen van segregatie in instellingen (bedrijven, stichtingen, ngo's, etc.). Er zijn zelfs onderzoeken die suggereren dat sommige instellingen minder divers zijn geworden na blootstelling aan diversiteitstrainingen. DiAngelo's snelgroeiende spreker- en adviesbedrijf plaatst haar volledig in deze traditie. Het is op zijn zachtst gezegd vreemd dat deze branche de media heeft aangemoedigd om een academische blanke vrouw, zonder echte betrokkenheid bij de allang bestaande massale antiracistische beweging, in de rol van leider van antiracisme te plaatsen.
Gepromoot door de nationale media is zij een 'uitlegger' van racisme, op dezelfde manier als J.D. Vance, met zijn boek 'Hillbilly Elegy', een 'uitlegger' was van de blanke arbeidersklasse in het Midden-Westen van de VS. In beide gevallen zijn het personen die 'ontsnapt' en 'verlicht' zijn en de stedelijke en voorstedelijke elites aan de oost- en westkust de weg wijzen naar 'inzicht'. Beiden hebben op winstgevende wijze een boek van verlichting geopend voor niet-ingewijden. Voor DiAngelo is het product dat ze aan de man/vrouw brengt 'verbondenheid', een toestand die wordt verkregen door een zwaar ritueel van zelfonderzoek en verzoening/boetedoening. Als blanken dit ritueel doormaken kunnen ze daarna naar verluidt Afro-Amerikanen vergezellen in de antiracistische strijd.
Maar niet zomaar iedereen kan daarbij je gids zijn: "... het vergt jarenlange ervaring en studie en strijd, fouten maken en vertrouwen opbouwen om een groep vast te houden rond het thema racisme, en die groep te blijven vasthouden en ze te duwen en te helpen te gaan waar ze heen moeten, op een constructieve manier. Er is veel ervaring voor nodig." Je kunt dus beter Robin DiAngelo bellen.
Het is enorm onthullend dat DiAngelo's antiracisme niet gaat over zwarte mensen en hun omstandigheden, maar over blanke mensen en hun omstandigheden, hun gesprekken, hun houding, hun gevoelens, hun bereidheid om te bekennen: "En zelfs die bekentenis kan problematisch zijn. Het kan variëren van slechts een vorm van masochisme tot een vorm van: "Nou, ik voel me nu zo slecht hierover dat je kunt zien dat ik eigenlijk goed ben." En dat wordt dus ook "performatief."5
DiAngelo's antiracisme is rigide individualistisch, een soort van zelfhulp met begeleiding van een mentor om een betere bondgenoot te worden, geaccepteerd door zwarte mensen. In plaats van een strijder samen met de zwarte bevolking tegen de krachten van onderdrukking, een strijder tegen de rijkdom en macht van diegenen die tot doel hebben de zwarte arbeidersklasse arm en machteloos te houden. Dit is antiracisme zonder enige kern van gelijkheid.
In essentie faalt dit type antiracisme omdat ze het concept van 'klassen' verwerpt. Het maakt geen onderscheid tussen de sociale ongemakken van de hogere middenklasse, zowel blank als zwart, en de benarde situatie van de Afro-Amerikaanse arbeidersklasse.
Er zijn maar een paar jaar verstreken sinds het presidentschap van Obama de zelfvoldane verzekering bracht dat we ons nu in een post-raciaal tijdperk bevonden, omdat een zwarte elite een tot dan toe onbereikbaar hoog doel behaalde. De via smartphone camera's blootgelegde orgie van politiegeweld, die voornamelijk gericht is tegen de arme Afro-Amerikanen binnen de arbeidersklasse, doet dat beeld wankelen. Maar de DiAngelos en hun mediapromotors geven ons nieuwe hoop! We kunnen terugkeren naar een post-raciale periode, als we rustig blijven en ons hoofd koel houden!
Ondertussen blijft het bouwwerk van racisme intact. Zwarte arbeiders werken voor een lager loon, betalen meer voor dezelfde diensten, krijgen minder van de beschikbare diensten, wonen gesegregeerd en sterven eerder. De ontwikkelaars, huisbazen, (kleine) kapitalisten en CEO's gaan gewoon door met de super-uitbuiting van Afro-Amerikaanse arbeiders. Het ultieme antwoord op racisme ligt niet in exorcisme, symbolische gebaren, gevoeligheden of gevoelens. Als raciaal onrecht niet alleen over gevoelens gaat, dan gaat antiracisme zeker ook niet alleen over attitudes ten opzichte van het vraagstuk.
De echte antiracistische strijders - zwart en wit - verzinnen antwoorden die zwarte mensen verrijken en versterken. Ze vallen de rijken en machtigen aan die profiteren van raciale onderdrukking. Ze houden de onderdrukkende instellingen, hun leiders en hun begunstigden verantwoordelijk voor de materiële gevolgen van racistische praktijken. Ze centreren antiracisme rond het winnen van gelijkheid. DiAngelo's exorcisme raakt niets van dit alles.
1 'White Fragility: Why It's So Hard for White People to Talk About Racism', in 2018 geschreven door Robin DiAngelo, over raciale relaties in de Verenigde Staten. Zij richt zich heel specifiek tot een wit lezerspubliek, in het bijzonder tot witte mensen die zichzelf zien als niet-racistisch en professioneel of in hun activisme of vrije tijd al dan niet nauwe contacten hebben met mensen van kleur. (dewereldmorgen.be)
2 Gentrificatie (gentrification): is een proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied, het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de lagere klassen uit het stadsdeel. (wikipedia.org)
3 Bantustans of thuislanden, opgericht door de Apartheidsregering. Gebieden waarnaar de meerderheid van de zwarte bevolking werd verplaatst om te voorkomen dat ze in de stedelijke gebieden van Zuid-Afrika woonden. Ze vormden een belangrijk administratief mechanisme voor de verwijdering van zwarten uit het Zuid-Afrikaanse politieke systeem onder de vele wetten en beleidsmaatregelen die door Apartheid waren gecreëerd. Het idee was om zwarten van de blanken te scheiden, en zwarten de verantwoordelijkheid te geven om hun eigen onafhankelijke regeringen te leiden, waardoor hen bescherming en alle resterende rechten die een zwarte zou kunnen hebben in Zuid-Afrika, werden onthouden. Bantustans werden opgericht voor de permanente verwijdering van de zwarte bevolking uit blank Zuid-Afrika. (sahistory.org)
4 Commodificatie (tot-waar-making, van het Engels commodity, verhandelbaar goed) is het proces waarbij steeds meer aspecten van het menselijk handelen en de uitkomst daarvan worden uitgedrukt in een geldwaarde/economische waarde in plaats van de intrinsieke of inherente waarde. Het begrip werd geïntroduceerd door Karl Marx. Alles wordt ontmenselijkt en voorgesteld als koopwaar, dus ook menselijke verhoudingen, grote begrippen, ideeën en emoties. Het gevolg is dat alle relaties gedefinieerd kunnen worden in termen van vraag en aanbod. Denk ook aan menselijke arbeid, voorheen vrije goederen zoals lucht en water, kennis en informatie. (o.a. wikipedia.org; overdenken.wordpress.com)
5 Performatief taalgebruik: door het uitspreken of schrijven van de woorden is er iets in de realiteit veranderd of voer je de betekenis van de zin gelijk uit, vb: "Ik veroordeel u tot 10 jaar gevangenisstraf."
(*) ZZ's-blogspot.com, 18 juli 2020. Vertaling: J. Bernaven.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!