Skip navigation
Herdenking Februaristaking

UvA-staker: ‘Noch onze staking, noch de Februaristaking ontstonden als spontane volksopstanden’

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van dinsdag 4 maart 2025

Foto: NCPN

Martijn, werkzaam op de Universiteit van Amsterdam (UvA) en actief voor het actiecomité UvA Staff for Palestine, nam het woord en vertelde namens de Commissie Bedrijven- en Vakbondswerk over de strijd van de werkers en studenten aan de UvA, die eisen dat de universiteit haar banden verbreekt met Israëlische onderwijsinstellingen.

Staakt, staakt, staakt. Dat waren de legendarische woorden waarmee bijna 300 CPN’ers op de Noordermarkt in Amsterdam opriepen tot de Februaristaking. 84 jaar later, slechts een paar kilometer verderop, zijn het diezelfde woorden waarmee 300 moedige werkers van de Universiteit van Amsterdam een vierdaagse staking afkondigde. Althans, dat was zo op de door onszelf ontworpen stakingsflyer. Maar nadat onze flyer richting de FNV was gestuurd om hem te drukken, waren die drie woorden nergens meer te bekken. “Ze vielen zowat van hun stoel af op de communicatieafdeling”, zei de FNV-bestuurder later tegen me. De vergelijking met de Februaristaking durfden ze niet aan bij FNV. Maar wij stakers durven die wel aan. Wij legden afgelopen december een week lang ons werk neer, in de eerste meerdaagse staking op een Nederlandse universiteit ooit, met een duidelijke boodschap: stop de medeplichtigheid van onze universiteit met genocide. En daarmee plaatsen wij onszelf in de erfenis van de Februaristaking.

Vandaag wil ik jullie kort vertellen over wat er aan de hand is op de UvA, waarom wij gestaakt hebben, en hoe wij inspiratie putten uit de Februaristaking.

Laten we teruggaan naar 7 oktober 2023. Het begin van Israël’s genocide in Gaza. De omvang en intensiteit van deze genocide zal niemand in deze ruimte zijn ontgaan. Maar een misschien onderbelicht aspect van de genocide is de vernietiging van het onderwijs in Gaza. Op 6 november 2023 worden alle scholieren en studenten in Gaza naar huis gestuurd. Scholen en universiteiten kunnen de deuren simpelweg niet meer open houden. Human Rights Monitor rapporteerde in het najaar van 2023 dat “Israël op systematische wijze iedere universiteit in Gaza heeft vernietigd.” Datzelfde najaar van 2023 al waren vele duizenden studenten en vele honderden docenten direct vermoord door Israëlische bommen en kogels.

Zo’n diepgaande vernietiging van het onderwijsstelsel, en in zo’n korte tijd, zou op de onmiddellijke solidariteit mogen rekenen vanuit onderwijzers en onderwijsinstellingen over de hele wereld. Niet alleen in de vorm van een verklaring, maar ook in daad. Want op dit moment dragen veel Westerse universiteiten, zo ook onze UvA, bij aan de genocide in Gaza. En dat moet stoppen.

Dat gaat via samenwerkingsverbanden met Israëlische universiteiten en andere organisaties. Gedeelde onderzoeksprojecten, of uitwisselingsprogramma’s voor studenten. Formele banden met geldstromen. Het probleem hiermee is dat al deze Israëlische universiteiten onlosmakelijk en op systematische wijze betrokken zijn bij het ontwikkelen, onderhouden en verantwoorden van Israël’s mensenrechtenschendingen. Van het ontwikkelen van militaire doctrines die burgerslachtoffers als doel hebben, het gebruik van campussen door het leger, het feit dat meerdere universiteiten gevestigd zijn op Palestijns land met als doel het illegaal bezetten en bevolken van dat gebied, tot het direct ontwikkelen van wapensystemen. Waar onze technische studenten in Delft sleutelen aan zonneauto’s, sleutelen de technische studenten in Tel Aviv aan tanks die vervolgens Gaza inrollen en scholieren doodschieten. Dat is geen overdrijven, zo is dit letterlijk gebeurd.

Door formele banden te onderhouden met deze Israëlische universiteiten faciliteert, ondersteunt, en verleent de UvA geloofwaardigheid aan dit gedrag. Dat is simpelweg niet acceptabel. De escalatie van Israël’s geweld na 7 oktober vereist van ons het onmiddellijk verbreken van deze banden. En inderdaad: een week na 7 oktober roept een brief van bijna 800 studenten en werkers van de Universiteit van Amsterdam op tot stellingname en het verbreken van deze banden. Een werker zegt: “Wij hebben allerlei wetenschappers in huis die weten wat genocide is, wat een bezetting is en wat oorlogsmisdaden zijn. We kijken nu live naar beelden daarvan uit Gaza. En toch klinkt er een oorverdovende stilte vanuit de universiteit.”

Hoe reageerde het bestuur: “Dit conflict is heel complex”, reageerde bestuursvoorzitter Geert ten Dam in de Volkskrant op 18 oktober. “Er is boosheid en angst. Maar voor ons is het belangrijkste nu om de onderlinge rust te bewaren En dat kan alleen als wij zelf geen stelling nemen als bestuur” . Het deed mij denken aan de frustratie van Martin Luther King, die stelde dat het grootste struikelblok voor zwarte emancipatie niet de KKK’er is, maar “De witte gematigde, die meer toegewijd is aan 'orde' dan aan gerechtigheid; die een negatieve vrede, wat de afwezigheid van spanning is, verkiest boven een positieve vrede, wat de aanwezigheid van gerechtigheid is.”. Alles om de “rust” te bewaren op de campus. Ten koste van alles.

De studenten en medewerkers die de brief geschreven hadden, namen geen genoegen met deze reactie van het bestuur, en organiseerden twee dagen later een grote demonstratie op de campus. Direct erna mailde de universiteit aan alle studenten en werkers: uit de eerste paragraaf: “Politieke demonstraties zijn volgens de huisregels van de UvA bovendien niet toegestaan op de campus.” Een dreigement. Breken van de huisregels kan schorsing tot gevolg hebben, en voor internationalen met een studeer- of werkvisum betekent dat: deportatie.

Pas in de vierde paragraaf wordt kennisgenomen van de “afschuwelijke gebeurtenissen in de Palestijnse gebieden en Israël” en wordt gesproken over een “complex conflict”. Genocide en totale verwoesting van het onderwijs in Gaza kunnen alleen genoemd worden, als in dezelfde adem Hamas veroordeeld wordt, nooit ondubbelzinnig, zonder een woord van solidariteit naar onderwijsinstellingen in Gaza, en niet voordat er eerst een verkapt dreigement van deportatie richting kritische studenten wordt gemaakt.

Wat een contrast met de reactie van datzelfde bestuur op Ruslands inval in Oekraïne. Eén dag de Russische inval veroordeelde het bestuur deze invasie ondubbelzinnig. Toen was er solidariteit: “Als universitaire gemeenschap voelen wij een bijzondere verantwoordelijkheid voor alle studenten en medewerkers die door de Russische inval in Oekraïne worden getroffen, ongeacht hun herkomst. Het is goed om te zien dat de UvA-gemeenschap hierin eensgezind is.” Een week later volgde het verbreken van alle samenwerkingsverbanden met Russische organisaties

Een groter verschil kan bijna niet. Dit verschil leert ons een belangrijke les. Namelijk dat principiële stellingname, en verzet tegen onrecht, slechts kan bestaan als de werkende klasse zichzelf organiseert. Het bestuur kan soms de juiste keuzes maken, maar slechts wanneer het een geopolitieke vijand betreft. Als Rusland, Iran of China veroordeeld moeten worden, kunnen ze zich niet inhouden. Zodra onze ‘bondgenoot’ in klaar daglicht, op een meest overduidelijke, grove en systematische wijze mensenrechten schendt, is het allemaal veel te ‘complex’.

Die les hebben studenten en werkers aan de UvA dan ook geleerd. Sinds oktober 2023 organiseren werkers aan de UvA zich in het actiecomité UvA Staff for Palestine, met als inzet het direct opschorten van alle samenwerkingsverbanden met Israël, net zoals dat bij Rusland is gedaan. Dit zou een zeer effectieve sanctie op Israël zijn: voormalig Israëlisch president Rivlin noemde de angst dat Westerse universiteiten banden met Israël verbreken een “strategische dreiging van de eerste orde voor Israël". Maar het is ook een kwestie van solidariteit: het is onze arbeid die onze Universiteit haar prestige geeft. Het is die prestige die middels samenwerkingsverbanden nu een rol speelt in het faciliteren van genocide. We eisen dus simpelweg dat onze arbeid niet bijdraagt aan genocide.

Na een halfjaar aan kleinschalige acties bewoog het bestuur geen centimeter. Frustratie daarmee leidde in het voorjaar tot het opzetten van een tentenkamp op de campus door studenten. Dit soort tentenkampen verschenen op campussen over de hele wereld. Waar zelfs in de VS dit soort tentenkampen vaak weken of maanden met rust gelaten werden, was het in Amsterdam andere koek: de UvA blijkt nog geen uur na het opzetten van de tenten al contact met de politie te hebben gehad over ontruimen. Dat gebeurde ook: midden in de nacht werden de demonstranten met geweld uit hun tenten gerukt en gearresteerd.

Het leidde tot een uitbarsting van woede om het gebruik van geweld tegen studenten en collega’s, die bovenop bestaande woede om de banden met Israël kwam. Dit bewoog een grote nieuwe groep werkers tot actie. Het zelfvertrouwen opgedaan door eerdere acties, en de grote groep werkers die zich inmiddels had aangesloten, maakte het mogelijk om de vakbond erbij te betrekken. Dan zouden we kunnen onderhandelen, en wanneer het bestuur niet meebeweegt, met ondersteuning van de FNV gaan staken. Een maand na het eerste tentenkamp was de kogel door de kerk: 92% van de FNV leden sprak zich uit voor het waarborgen van demonstratierecht op de universiteit, en het verbreken van banden met organisaties die mensenrechten schenden (zoals Israëlische universiteiten).

Tijdens de zomer gingen we als FNV onderhandelingen in met het bestuur. Althans, zo zagen wij dat. Het universiteitsbestuur zei bij het eerste overleg stellig dat zij het “niet zien als onderhandeling”. En inderdaad, ze weigerde elke concessie. Het logische gevolg: in het najaar stemden 84% van de FNV leden om over te gaan tot staking.

Die staking vond plaats van 9 tot en met 12 december. Waar wij eisten dat samenwerkingen werden verbroken, en er al een half jaar radiostilte was over het nieuwe beleid rondom samenwerkingen, was dit beleid nu opeens bijna klaar! En waar wij hernieuwde huisregels eisten waar ruimte was voor demonstraties, en er al een halfjaar radiostilte was over de huisregels, waren de nieuwe huisregels opeens af! De staking had duidelijk effect; het bestuur was aan de vooravond gehaast de documenten aan het aftypen, zodat het tijdens de staking kon claimen dat ze “erover in gesprek zijn met de ondernemingsraad”. Alles zodat ze konden zeggen dat onze staking overbodig was. Alhoewel op het gebied van samenwerkingen een stap onze kant op gemaakt is, zijn de banden nog niet verbroken. We zullen blijven doorstrijden.

Noch onze staking, noch de Februaristaking ontstonden als spontane volksopstanden. Zeker, men is woedend: nu door de genocide in Gaza en het geweld tegen collega’s en studenten; toen door de eerste razzia’s en al het geweld dat daarvoor al kwam. Maar woede alleen leidt nog niet tot actie. Daarvoor moet er een sterke organisatie zijn die de woede van de massa’s kan kanaliseren. En daarvoor moeten de mensen zelfvertrouwen hebben.

Organisatie was er in 1941: de in Amsterdam enorm sterk georganiseerde CPN maakte al op de zaterdag van de eerste razzia plannen voor een staking, die zij op maandagavond op de Noordermarkt verklaarde. Hun organisatie aan de basis, in de bedrijven, stelde de CPN in staat om de mensen te bereiken, en hun woede te kanaliseren middels die staking.

Zelfvertrouwen was er ook in 1941. Een week of twee voor de Februaristaking, organiseerde de CPN een succesvolle staking in Amsterdam-Noord tegen de inzet van Nederlandse werkers voor dwangarbeid in Duitsland. Deze staking was van cruciaal belang was voor de Februaristaking: “Veel was er na acht maanden bezetting onder de arbeidersbevolking in Amsterdam veranderd. Het zelfvertrouwen was teruggekeerd. Men greep terug op de traditie dat de arbeiders alleen gezamenlijk macht konden ontwikkelen. In de conflicten spraken tienduizenden uit, dat zij niet van plan waren voor onrecht te bukken, ook niet onder een Duitse bezetting. Daartegen had met zich met succes solidair teweer gesteld. Hier lag een van de dieper bronnen waaruit de Februaristaking zou opwellen.”

Veel, ook, is er na een jaar aan de arbeidersbeweging op onze universiteit veranderd. Namelijk de oprichting van een afdeling van de CJB aan de UvA bijna precies een jaar geleden. Deze brengt een sterke, strijdbare organisatie voor de massa’s: de interventie van communisten was van groot belang om tot een staking te komen. En het verdubbelen van de vakbond met jonge, strijdbare mensen, die door deze strijd het zelfvertrouwen hebben gekregen dat als zij zich organiseren, ze kunnen winnen. Mogen die organisaties aan de basis en het zelfvertrouwen van de massa’s, net als toen, een bron voor toekomstige strijd zijn.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!