Voor het eerst in een generatie braken afgelopen juli onder de Cubaanse bevolking protesten uit, een gebeurtenis die in alles het stempel van Washington droeg. De directe achtergrond van deze protesten was het feit dat de Verenigde Staten midden in de corona-crisis hun al zes decennia durende embargo van Cuba verscherpten doordat de regering van Donald Trump 243 extra financiële sancties oplegde, die vervolgens ook onder Joe Biden werden gehandhaafd.
Deze verscherping van de economische blokkade van Cuba en de ermee samenhangende economische sancties tegen Venezuela – die daar geleid hebben tot tienduizenden doden – zijn alleen te begrijpen in de context van het nieuwe tijdperk van financiële oorlogsvoering die de VS heeft ontketend tegen specifieke doellanden. Iets meer dan anderhalf decennium geleden, in 2004, lanceerde Washington een geheel nieuwe financiële oorlogsstrategie met de oprichting binnen het Amerikaanse ministerie van Financiën van het Bureau voor Terrorismebestrijding en Financiële Inlichtingen (BTFI) en het Bureau voor Inlichtingen en Analyse, het eerste inlichtingenbureau op de wereld dat ondergebracht werd bij een ministerie van Financiën.
Deze nieuwe organisaties zouden binnen het ministerie van Financiën het hoofdkwartier worden van een grote strategie die – gebaseerd op de rol van de Amerikaanse dollar als hegemoniale valuta – gebruikmaakt van Washingtons financiële invloed om het economisch verkeer van doellanden af te sluiten. Meer dan 60 procent van alle mondiale deviezenreserves luiden in Amerikaanse dollars, de munt die tevens de overheersende rol speelt in de internationale valutatransacties. Dit heeft de VS in staat gesteld om, als onderdeel van hun ‘op regels gebaseerde internationale orde’, een dwingend wereldwijd kader te creëren dat de Amerikaanse financiële rechtsmacht uitbreidt naar elk land, elke economische eenheid en elke persoon die op enig moment waar ook ter wereld betrokken is bij dollartransacties.
Meer in het bijzonder heeft Washington aan alle banken op de wereld de strikte opdracht gegeven om zich te houden aan de Amerikaanse richtlijnen, en zichzelf het recht gegeven elk land, elke economische eenheid en elke persoon op de wereld te bestempelen als ‘terroristische’ organisatie of individu, of als medeplichtig aan terrorisme. Sectie 311 van de Amerikaanse Patriot Act, aangenomen door het Amerikaanse Congres, geeft het Amerikaanse ministerie van Financiën de bevoegdheid om wereldwijd elke bank aan te merken als ‘slechte bank’ waarop dan Amerikaanse financiële en juridische sancties van toepassing zijn. Sinds 2016 heeft Washington in het kader van de Global Magnitsky Act de bevoegdheid om waar ook ter wereld sancties op te leggen aan alle personen die het aanmerkt als mensenrechtenschenders, en hun tegoeden te bevriezen. Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft volledige toegang gekregen tot het SWIFT-systeem (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication) dat internationale dollartransacties faciliteert, en daarmee is Amerikaanse controle van de meeste internationale dollarwisselingen mogelijk geworden.
Bijna honderd uitvoeringsbevelen zijn inmiddels uitgevaardigd om een reeks van landen met financiële sancties te treffen, met als resultaat dat de VS bij meer gelegenheden meer economische sancties hebben opgelegd dan alle andere landen op de wereld bij elkaar. Als onderdeel van zijn imperiale strategie heeft het Amerikaans ministerie van Financiën momenteel een veertigtal landen en regio’s (…) die zich op verschillende manieren verzet hebben tegen of niet neergelegd hebben bij de macht van de VS, aangewezen als zijn belangrijkste doellanden. Een meer dan 1500 pagina’s lange lijst (...) bevat al die economische eenheden en personen die banden hebben met de doellanden die Washington aangewezen heeft voor een ‘schandpaal’-behandeling. Deze lijst telt nu ongeveer 6300 officiële doelen; in 2018 werden er bijna acht keer zoveel namen aan toegevoegd als in 2002.
Onder dit systeem is elke financiële instelling op de wereld momenteel verplicht zich te houden aan de beperkingen die het ministerie van Financiën in Washington heeft ingesteld, dit op straffe van zelf te worden aangemerkt als medeplichtig aan witwassen van geld en terroristische acties, en zwaar beboet (of tot doelwit verklaard) te worden door de VS. In de praktijk betekent dit dat de grote financiële instellingen van de wereld, zoals banken en verzekeringsmaatschappijen, nu gedwongen zijn om hun eigen transacties en het mondiale financiële systeem dagelijks te controleren om zo hun tegoeden te beschermen tegen Amerikaanse sancties. En daarmee zijn bijna alle grote banken gedwongen om Washingtons financiële oorlog tegen zijn doellanden te steunen. Op deze manier zijn Cuba’s toeristenindustrie, diens toegang tot deviezen en diens mogelijkheid om tijdens een pandemie injectiespuiten te kopen, nu grotendeels stilgelegd. Venezuela is inmiddels afgesloten van de scheepvaartmaatschappijen die het nodig heeft om zijn olie te vervoeren, als gevolg van de financiële sancties die de VS hebben opgelegd aan zowel de scheepvaartmaatschappijen zelf als aan de verzekeringsmaatschappijen die de lading verzekeren. Het land kan de technologie, diensten en goederen die nodig zijn om de olieproductie in stand te houden, niet meer ontvangen en is bovendien verstoken van de noodzakelijke import van voedsel en medicijnen voor zijn bevolking. Vergelijkbare beperkingen op het economisch verkeer ervaren alle andere doellanden van de VS.
Er zijn voorbeelden genoeg van de inzet door de VS van het financiële wapen in deze nieuwe vorm van belegeringsoorlog tegen verschillende landen in het mondiale Zuiden. Rond 2006 had Stuart Levey, ondersecretaris van het Amerikaanse ministerie van Financiën voor BFTI, honderden ontmoetingen met bankfunctionarissen over de hele wereld om te bereiken dat het gehele mondiale banksysteem Iran en andere door de VS vogelvrij verklaarde landen zou isoleren. Zoals Juan C. Zarate, voormalig adjunct-ondersecretaris voor BFTI en een van de belangrijkste architecten van het nieuwe systeem van financiële oorlogsvoering, in 2013 in zijn boek Treasury’s War: The Unleashing of a New Era of Financial Warfare uitlegde, “werden er een aantal financiële benamingen bedacht in een opklimmende reeks van scherpte om een internationale financiële omgeving te creëren waarin uit eigenbelang de risico’s van het zakendoen met Iran [en elke andere ‘schurkenstaat’] vermeden zouden gaan worden. Amerikaanse uitvoeringsbevelen zouden financiën die terrorisme ondersteunden, gaan identificeren en aanpakken … hetgeen begeleid zou moeten worden door aanwijzingen vanuit de Verenigde Naties. Vervolgens werden Iraanse banken ontmaskerd en aangepakt – een voor een.” Op 7 september 2006 sloot het Amerikaanse ministerie van Financiën de Iraanse bank Saderat af van het internationaal financieel systeem. De volgende dag werd de bank onder het presidentieel uitvoeringsbevel 13224 officieel gekwalificeerd als een instelling die terrorisme financierde. In 2019 bereikte de financiële oorlog van de VS tegen Iran een hoogtepunt toen het Amerikaanse ministerie van Financiën de centrale bank van Iran, Bank Markazi, aanwees als een terrorisme financierende organisatie.
Al in 2005 had het Amerikaanse ministerie van Financiën een kleine bank in Macau (China), Banco Delta Asia, bestempeld als ‘slechte bank’ in zijn poging om Noord-Korea financieel en commercieel te isoleren en had daarmee in de internationale bankgemeenschap een dreigend signaal afgegeven, speciaal richting Chinese banken. Banco Delta Asia veranderde onmiddellijk in een financiële paria. In heel Azië werden Noord-Koreaanse rekeningen opgeheven. Wereldwijd begonnen alle andere banken hun financiën te herstructureren om zeker te stellen dat ze voldeden aan de Amerikaanse richtlijnen. CIA-directeur Michael Hayden noemde de actie “een met precisie gestuurd projectiel van de eenentwintigste eeuw” die angst verspreidde in de gehele financiële wereld.
In de afgelopen jaren hebben het ministerie van Financiën, het ministerie van Justitie en andere regelgevende instanties van de VS via schikkingsprocedures voor meer dan 11 miljard dollar boetes opgelegd aan westerse financiële sleutelondernemingen als BNP Paribas, HSBC, Credit Suisse, Barclays, Standard Chartered en andere voor het niet volledig naleven van de Amerikaanse regels met betrekking tot de door de VS aangewezen doelwitten. In 2017 legde Washington de Chinese telecomfabrikant ZTE een boete op van 1,19 miljard dollar voor het omzeilen van de Amerikaanse sancties tegen Iran en Noord-Korea, waardoor de aandelen van het bedrijf kelderden.
De VS zijn, direct of via hun bondgenoten, overgegaan tot inbeslagneming en bevriezing van soms wel tientallen miljarden dollars aan tegoeden van doellanden, waaronder Iran, Libië en Venezuela. Daartoe behoorde de Amerikaanse inbeslagname van het Venezolaanse oliedistributiebedrijf CITGO in de VS en (met steun van het Verenigd Koninkrijk) van de Venezolaanse goudreserves in Londen. Op 17 april 2019 heeft het Amerikaanse ministerie van Financiën sancties opgelegd aan de centrale bank van Venezuela (…) met als rechtvaardiging de steun van Banco Central de Venezuela aan de gekozen regering van Venezuela onder leiding van Nicolás Maduro, die Washington als ‘onwettig’ bestempeld had. Volgens Ashi Moshiri, voormalig topman van Chevron in Venezuela, “zegt deze sanctie: ‘Als je zaken doet met de centrale bank van Venezuela, dan gaan wij [het Amerikaanse ministerie van Financiën] achter je aan.’” .
Op de slotpagina’s van zijn boek waarschuwt Zarate dat tegelijk met de Amerikaanse economische dominantie ook de hegemonie van de dollar zal gaan verdwijnen. Ergens in de toekomst kunnen andere mogendheden, met name China, genoodzaakt zijn om met gepaste munt terug te betalen en zo een financiële wereldoorlog ontketenen. Desondanks is het duidelijk dat het huidige financiële oorlogsregime van de twee politieke partijen in Washington vastbesloten is om dit wapen maximaal te blijven gebruiken in een wanhopige poging om het imperium van de VS in stand te houden. Onderwijl wordt de wereldbevolking in gijzeling gehouden en lijden honderden miljoenen mensen dagelijks onder de arrogantie van de Amerikaanse financiële macht.
Bron: Notes from the Editors in Monthly Review van september 2021, Monthly Review, september 2021 (Volume 73, nummer 4)
Vertaling: Louis Wilms.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!