Skip navigation
FNV

De twee gezichten van de vakbond

Dit artikel verscheen in de editie van Manifest van woensdag 28 september 2022

Placeholder
NCPN

Tijdens het PrinsjesdagProtest op 17 september in Den Haag, riep UvA hoogleraar Ewald Engelen iedereen op lid te worden van de vakbeweging en de klassenstrijd te versterken, waarbij hij de acties van de werknemers in het Openbaar Vervoer als voorbeeld noemde. De leiding van de FNV riep hij, op banale maar treffende wijze, op om “hun kop uit de kont van Den Haag te halen.” De afgelopen weken heeft de vakbeweging namelijk duidelijk laten zien twee gezichten te hebben.

De strijdbare vakbeweging

Tijdens de staking van de werknemers in het Openbaar Vervoer lieten NS-medewerkers, en later de buschauffeurs van het streekvervoer, zien wat een sterke vakbond is en waarom deze nodig is. Door verenigd en gedisciplineerd op te treden worden werkgevers gedwongen tot het doen van andere en verbeterde voorstellen. Het resultaat van deze onderhandelingen moet nu nog door de vakbondsleden worden gekeurd. Zo zouden NS-medewerkers een loonsverhoging van 5% krijgen, die ingaat per 1 juli 2022, met een minimum van €185 per maand. Daarbij komt een nieuwe loonsverhoging op 1 januari van 3,45%. Volgens de vakbond komt dit voor het NS-personeel gemiddeld uit op een loonsverhoging van 9,25% over 18 maanden. Daarnaast maken de RVU-regeling en een ‘generatiepact’ vervroegd pensioen en verlichting van het werk voor ouderen mogelijk. Zo worden de roosters verlicht waardoor nachtdienst voor ouderen wordt afgeschaft, en worden jeugdlonen afgeschaft.

Weggezakt in de polder

Echter, in dezelfde periode zien we een geheel ander gezicht van de vakbond. Zo werd duidelijk toen het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen (WTP) door de Tweede Kamer werd behandeld. Een wetsvoorstel dat nog steeds door de FNV wordt gesteund. De vele kritische vragen over de wet - vanuit vrijwel alle fracties - maakten duidelijk wat voor een gedrocht de kabinetten Rutte 3 en 4 hebben gebaard. Verschillende consultatierondes over de wet hebben honderden vragen en vernietigende reacties van deskundigen en belangenorganisaties opgeleverd. Die hebben overigens nauwelijks geleid tot wijzigingen van het wetsontwerp. Niettemin sloten vele Kamerleden zich aan bij deze vragen en kritiek. Ondertussen stuurde de FNV in een Pensioen-Nieuwsflits het volgende commentaar naar de leden:

“Wij ontvangen veel vragen over de gevolgen voor de individuele situaties waar helaas op dit moment nog niet veel over gezegd kan worden… dat neemt niet weg dat nu al uit de nodige berekeningen blijkt dat het nieuwe pensioenstelsel tot betere pensioenresultaten leidt dan het huidige...”

Niettemin gaf Minister van Sociale Zaken Carola Schouten tijdens de beantwoording van de vragen toe dat in het nieuwe stelsel onzekerheid over het pensioen standaard wordt, en bij invoering niet iedereen erop vooruit gaat. Zij wil wel garanderen dat de achteruitgang niet meer zal bedragen dan 5%. Of dit een percentage is van het aanvullend pensioen, het totale inkomen incl. AOW, of dat dit eenmalig of jaarlijks wordt, bleef onbeantwoord.

Hierdoor werd de “iedereen gaat erop vooruit”-luchtbel, waar de FNV-leiding nog steeds in gelooft en die doorslaggevend was in de besluitvorming, doorgeprikt.

Hoe vitaal is de FNV?

Na deze voor de FNV-top vernietigende onthulling van de minister volgde volledige stilte. En ook in de andere leidinggevende organen van de FNV zoals de sectorbesturen en het Ledenparlement is geen beweging waar te nemen. Of wordt dat onttrokken aan het oog van een geïnteresseerd kaderlid? Het Ledenparlement nam op 19 september wel een motie aan waarin werd uitgesproken: “Dat de FNV naar een indexatie van de pensioenrechten van minstens 10% voor iedereen, werkenden en gepensioneerden, per 1-1-2023 … moet streven.” Onduidelijk is nog hoe het FNV-bestuur hier invulling aan zal geven. En onduidelijk blijft ook in hoeverre deze uitspraak het standpunt van de FNV tegenover de WTP beïnvloed.

Dat is onbegrijpelijk, want de noodzaak van een kritische stellingname is zeer groot. In de WTP gaat het namelijk om een pensioenvermogen met een waarde van €1500 tot 1800 miljard, bestaande uit gespaard en collectief beheerd geld van de deelnemers. Om de WTP in te voeren dient het vermogen te worden omgezet in een individueel pensioenkapitaal voor elke deelnemer. Dit proces is zo ingewikkeld dat miljoenen worden uitgetrokken door de pensioenfondsen om hiervoor computerprogramma’s te ontwikkelen. Daarbovenop zullen nog miljoenen arbeidsuren nodig zijn van de pensioenfondsen om dit per pensioendeelnemer uit te rekenen.

Geld dat uit de pensioenspaarpot van de deelnemers moet komen en vloeit naar de handenwrijvende pensioenadviesbureaus op de Zuid-As in Amsterdam. Geld dat in het huidige stelsel gebruikt kan worden om pensioenen te indexeren en zelfs om de premie te verlagen. Immers zit zoveel geld in de pensioenpot dat men 50 jaar pensioen kan uitkeren. En voor de indexatie dient alleen de absurde ‘rekenrente’, opgelegd door De Nederlandsche Bank, te worden vervangen.

Merk of vakbond?

Dus heeft de FNV-leiding de bestuurskracht en de moed om haar rol als vakbond consequent op zich te nemen, en de polder te verlaten als die niets meer te bieden heeft? Om te werken aan eenheid in de vereniging op basis van discussie en democratische besluitvorming? Of wordt de werkorganisatie ondergeschikt gemaakt aan een strijdbare vakbond? Dan worden alle stappen teruggedraaid in de werkorganisatie om van de FNV een aantrekkelijk en fris merk te maken waar je ‘bij wilt horen’, en waarin het Ledenparlement slechts een klantenpanel is.

Daarom moet een antwoord komen op de vraag of de FNV de steun aan het gedrocht WTP opzegt en aan verbetering van het huidige pensioenstelsel gaat werken? Gaat FNV indexatie afdwingen voor al die jaren die sinds 2008 niet meer zijn geïndexeerd, waardoor alle deelnemers samen inmiddels 55 miljard euro aan koopkracht hebben verloren? Zo verloren actief werkenden op hun pensioenopbouw en gepensioneerden op hun uitkering. Gaat FNV daarnaast eindelijk werk maken van een vroegpensioenregeling voor beroepen waarmee de pensioenleeftijd niet of nauwelijks gezond wordt behaald? En gaat FNV daadwerkelijk strijden voor verplichte deelname van alle werkenden aan een pensioenregeling? Dan kunnen zzp’ers hun pensioenpremie op hun factuur schrijven om onderlinge prijsconcurrentie te voorkomen, en flexwerkers ook pensioen opbouwen.

De komende maanden zullen we antwoord krijgen op deze vragen en getuige zijn van de verdere aftakeling en verscheuring van FNV, of van het herstel van eenheid en de opbouw van de vakbondsmacht met een groeiend aantal leden.

Wil je een abonnement op Manifest?

Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland

Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.

Abonneer Nu!