Om de allesomvattende economische chaos die de afgelopen weken is ontstaan te begrijpen, is het noodzakelijk om onderscheid te maken tussen de directe aanleiding en de dieperliggende oorzaak ervan. De directe aanleiding is de vaak dodelijke verspreiding van het coronavirus (COVID-19). De ineenstorting van de aandelenmarkten wereldwijd is duidelijk een onmiddellijk gevolg van deze directe aanleiding.
De slachting die het virus in de Volksrepubliek China aanrichtte, leidde tot snelle en effectieve maatregelen. Als gevolg hiervan liepen de economische activiteiten sterk terug, terwijl de Chinese economie al aan het vertragen was als gevolg van de economische sancties en de hoge handelstarieven. Institutionele beleggers, managers van hedgefondsen en hun makkers zagen toe hoe het bloedbad zich voltrok, en uit vrees voor de economische gevolgen wereldwijd staken ze hun geld niet langer in aandelen, maar kozen ze voor veiliger beleggingen zoals Amerikaanse staatsobligaties. De paniek veroorzaakte aanvankelijk een schok op de obligatiemarkten, waardoor het rendement drastisch daalde. Naarmate het virus zich sneller verspreidt wordt de economische ontwrichting alleen maar groter.
De dieperliggende oorzaak van de internationale economische onrust van nu is de kwetsbaarheid van het wereldwijde kapitalistische systeem. Die bewering is niet banaal of voor de hand liggend. Sinds de ernstige crisis van 2007-2009 strompelt het kapitalisme maar verder, dankzij uitzonderlijke maatregelen van de centrale banken, belastingverlagingen, militaire uitgaven, en een hoge consumentenvraag die gedreven wordt door kredieten. De slachtoffers van de vorige crisis overleven dankzij slecht betaalde baantjes in de dienstensector terwijl de rijken zich volvreten, omdat de waarde van aandelen werd opgeblazen door fusies en overnames en doordat bedrijven hun eigen aandelen opkochten. Elke voorzichtige groeispurt hapert, waardoor de kapitalistische economie opnieuw in stagnatie verzandt. De toenemende irrelevantie van de politieke middenpartijen is een uiting van de massale ontevredenheid over de toenemende ongelijkheid en verarming die veel mensen ervaren. De vraag was niet of dit een heilzame koers was, maar wanneer hij zou mislukken.
De onheilspellende dreiging van het coronavirus voor de internationale economische activiteit - werk, vrije tijd, reizen, alle vormen van sociaal verkeer - heeft tot een ineenstorting van de markt geleid, veroorzaakt door de angst dat het kapitalistische systeem uit de rails loopt. Beleggers weten dat de zwakke punten van het systeem, het gebrek aan adequate voorbereidingen, de politieke stagnatie en onbekwaam beleid een beroerde uitkomst voorspellen.
China reageerde snel en doeltreffend, waardoor de verspreiding van het virus voor een groot deel gestopt kon worden. In de westerse kapitalistische landen echter is de zelfgenoegzaamheid schokkend. Momenteel zijn er in Italië per duizend inwoners zeven keer meer mensen besmet dan in de Volksrepubliek China, waar het virus voor het eerst de kop opstak. Op 14 maart kwamen er in Italië 3.497 nieuwe gevallen bij, en in China slechts elf. Het aantal sterfgevallen in China daalde op 14 maart naar dertien, terwijl er 175 Italianen, 97 Iraniërs en 60 Spanjaarden overleden. Alle kritiek in de westerse media over het 'autoritaire systeem' in China kan het ongelofelijke gebrek aan paraatheid als het gaat om de volksgezondheid in de westerse kapitalistische landen niet verhullen.
Door het gebrek aan rechtvaardig en alomvattend zorgverzekeringsstelsel (zoals Medicare for All!) en een robuuste volksgezondheidssector lopen de VS een bijzonder hoog risico. Koppel de ongelijkheid en de oneerlijkheid van de gezondheidszorg aan de historische obsessie met persoonlijke autonomie in de VS, en het wordt duidelijk dat er een ramp dreigt.
Niet voor het eerst in de afgelopen decennia veroorzaakt een oorzaak van buitenaf economische onrust. De aanval van Al Qaida van 11 september 2001 op Amerikaanse burgerdoelen zorgde voor een daling van meer dan 7 procent op de aandelenbeurzen, verdiepte de dotcom-cirisis en leidde meer dan een jaar tot dalende aandelenkoersen en stijgende werkloosheid.
Net zoals in 2020 met het coronavirus bracht in 2001 een onvoorziene, niet-economische factor een toch al zwakke economie aan het wankelen, waarna deze ook nog eens ondergraven werd door overgewaardeerde activa. Nu dreigen de gevolgen nog veel ernstiger te worden. Een groot deel van de economische geschiedenis van de eenentwintigste eeuw werd gekenmerkt door de strijd van beleidsmakers tegen deflatie, een strijd om kunstmatig opgeblazen, vaak virtuele activa te ondersteunen. Vanaf het begin van de nieuwe eeuw en de dotcom-zeepbel tot op heden hebben besmette activa de productieve economie geïnfecteerd. Ironisch genoeg is het nu een schijnbaar willekeurig virus dat het verzwakte economisch organisme wereldwijd verzwakt, en voor biljoenen aan 'waarde' vernietigt.
De ernstigste gevolgen moeten nog komen. De markten bereiden zich nu alleen nog voor op de verloren werkuren, de ontslagen, de kosten voor gezondheidszorg, de bedrijfssluitingen, de vertraagde productie, het omgekeerde 'welvaartseffect', de consument die de hand op de knip houdt, teruglopende investeringen en tal van andere economische schokken die kunnen leiden tot een deflatiespiraal. Ook de financiële sector ondergaat een schok omdat de vermogenswaarde bij deze lage rentestanden ineenstort.
Sommigen noemen dit een financiële crisis, maar de crisis wordt niet veroorzaakt door financiële factoren en ze beperkt zich ook niet tot de financiële sector. Het is ook geen overproductie- , onderconsumptie- of rendementscrisis, hoewel ze snel in dat alles zal overgaan. Onvermijdelijk zal ze neerkomen op een accumulatiecrisis, waar alle economische crises op neerkomen. De wereldeconomie balanceerde aan de rand van de afgrond en het coronavirus gaf haar een zetje.
Het virus had niet op een slechter moment kunnen komen. De oorlog tussen de economische globalisten en nationalisten, gevoerd met tarieven en sancties, eiste van veel landen een zware tol en is vooralsnog niet beslist. Ondanks de euforie op de aandelenmarkt (die losgezongen is van de realiteit), waren de grondstoffenmarkten slap of afnemend. De groei van de internationale handel was onder het historische niveau gezakt.
Opgezadeld met de stilzwijgende afspraak om de Amerikaanse economie te stabiliseren voor een zittende president tijdens zijn herverkiezingscampagne, heeft de Amerikaanse Centrale Bank haar monetaire kruit al verschoten. Ze verlaagde de rentetarieven in de verwachting dat de economische achterstand ten opzichte van 'het probleem' China beperkt zou blijven.
Nu blijven er alleen nog maar radicale maatregelen over om de crisis het hoofd te bieden. Op 12 maart werd een plan aangekondigd om anderhalf biljoen dollar in de bankensector te injecteren en om op nog grotere schaal activa op te kopen in een poging de deflatie te bestrijden.
Met het verwerpen van het Saoedische plan om de oliemarkt te versterken, hebben de Russen de crisis verergerd. Op vrijdag 6 maart weigerden ze zich bij de Saoedi's aan te sluiten en de olieproductie te beperken om de prijzen te stabiliseren. Onder zware druk van een begrotingstekort en de teleurstellende beursgang van Saoedi Aramco reageerde de Saoedische leiding op een onverantwoordelijke manier met de aankondiging van een prijzenoorlog (en met de arrestatie van een aantal onwelgevallige leden van de koninklijke familie).
Toen de olieprijzen instortten, kelderde ook de Russische roebel, waardoor de Russische centrale bank gedwongen werd om buitenlandse aankopen tijdelijk stop te zetten. Volgens Russische insiders was de actie om niet mee te doen aan de prijsstabilisatie gericht tegen de Amerikaanse schalieolieproducenten, die niet winstgevend kunnen produceren als de prijzen laag zijn. De Russische econoom Alexander Dynkin zegt hierover: "Het Kremlin heeft besloten OPEC + op te offeren om Amerikaanse schalieproducenten te stoppen en om Washington te straffen voor de sancties die de VS oplegden vanwege de Nord Stream 2 pijplijn."
Natuurlijk wisten de Russen al dat de Amerikaanse schalie-industrie al op instorten stond vanwege de enorme en onhoudbare schulden (die in de komende twee jaar zullen oplopen tot 120 miljard dollar!). Zodoende riskeert Rusland dus een scherpe daling van de olieprijzen, als wraak voor de Amerikaanse ondermijning van zijn Europese gaspijpleidingproject - een kapitalistisch koekje van eigen deeg.
De afgelopen twee jaar heb ik vaak over het energie-imperialisme geschreven (vooral over de buitensporige oorlogszucht van de VS, hun sancties en bedreigingen, alleen maar om marktaandeel te winnen). De olieprijzen hebben een race naar de bodem ingezet en dit heeft ernstige gevolgen voor kwetsbare landen die afhankelijk zijn van hun olieproductie, zoals Venezuela. Wie Rusland beschouwt als iets beters dan een kapitalistisch land dat zijn eigen belangen nastreeft, mag zijn standpunt gerust heroverwegen.
Een akelig virus waarop incompetent en traag gereageerd wordt, slecht doordacht economisch beleid en een onverantwoordelijke prijzenoorlog. Dit alles draagt bij aan een door angst gedreven ineenstorting van de markt. Het is het voorspel op een mogelijk drama met een ongekende deflatiespiraal.
Is er nog iemand die gelooft dat de leiders van de kapitalistische wereld opgewassen zijn tegen deze uitdaging?
Bron: ZZ's blog, 14 maart 2020. Vertaling Frans Willems.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!