Hete zomer in aantocht

Als de meimaand een ding duidelijk maakte is dat er een hete zomer in het verschiet ligt: na het negeren van het RVU-ultimatum regent het stakingen in de Metaalsector en rommelt het ook op andere plekken. Ondertussen tracht de FNV de zogenaamde ‘gele vakbonden’ (schijnvakbonden in handen van werkgevers, red.) buitenspel te zetten. En hoewel vakbonden zich uitspreken tegen het hoofdlijnenakkoord uit Den Haag, rept men geen woord over het racisme en verdeeldheid die de beoogde extreemrechtse coalitie zaait onder de arbeidersklasse. Het lijkt erop dat arbeiders zelf het voortouw moeten nemen om ervoor te zorgen dat deze zomer de antiracistische strijd wordt gevoerd.

Voorlopig blijft het afsluiten van een nieuwe zwaarwerkregeling of Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) prioriteit. Dat is hoognodig: ondanks een ultimatum van de FNV, CNV en VCP aan het kabinet om in gesprek te gaan over een nieuwe regeling, bleef het oorverdovend stil vanuit Den Haag. Een kwalijke zaak omdat de regeling volgend jaar afloopt. Volgens de bonden zit er veel ruimte tussen wat het kabinet en bazen bieden, en wat arbeiders daadwerkelijk nodig hebben om gezond met een welverdiend pensioen te gaan. Het strijdplan is duidelijk: “We gaan eerst korte stakingen organiseren die langer en harder kunnen worden als Den Haag niet instemt met een permanente regeling voor zware beroepen die mensen zich kunnen veroorloven”, stelde de FNV. Zo vonden vorige week in de Metaal & Techniek sector acties plaats in Overijssel/Gelderland, Noord-Brabant, Friesland en Limburg. Eerder waren er al 24-uurs stakingen in Drenthe, Friesland, Gelderland, Groningen, de Noordoostpolder, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland (2x), Utrecht (2x), Twente en in de regio Zuidwest (2x). Ook de Bouw & Infra sector en FNV Streekvervoer roepen inmiddels op tot serieuze stakingen om een goede en permanente RVU af te dwingen. Er wordt verwacht dat andere sectoren zich binnenkort zullen aansluiten. Zonder een zinnig antwoord uit Den Haag belooft het een hete zomer te worden.

De strijd vindt niet alleen plaats bij bedrijven en aan onderhandelingstafels, maar ook in de rechtbank. De FNV sleept namelijk de Landelijke Belangen Vereniging (LBV) voor de rechter om ervoor te zorgen dat zogeheten ‘gele vakbonden’ geen cao’s meer mogen afsluiten. Volgens de FNV is de aanwezigheid van onder andere de LBV aan de onderhandelingstafel al vele jaren een remmende factor voor de onderhandelingspositie van onafhankelijke vakbonden die daadwerkelijk opkomen voor medewerkers. De LBV heeft nauwelijks leden en is grotendeels afhankelijk van financiering door werkgevers(organisaties), maar doet zich wel voor als vakbond. Bovendien blijkt al langer dat de LBV niet actief optreedt in het belang van medewerkers en geen effectieve machtsmiddelen, zoals acties of stakingen, inzet om de naleving van cao-afspraken af te dwingen. Daarnaast moet de gang naar de rechtbank ook leiden tot een duidelijk toetsingskader voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van vakbonden in het algemeen.

Ondanks de strijdbare woorden en acties van de afgelopen maand, concludeerden vakbondsleden verbaasd dat de FNV de antiracistische strijd even lijkt te laten voor wat het is. FNV reageerde immers verbolgen op het hoofdlijnenakkoord en sprak over een ‘aanval op overheid, solidariteit en de vakbond’ – mede door een voorstel om het minimumloon te verlagen – maar de vakbond ging niet in op de racistische en discriminerende drek die dit extreemrechtse kabinet verkondigt over arbeidsmigranten en niet-witte arbeiders. Juist de groepen die zwaar werk doen en het hardst van iedereen worden uitgebuit door de Nederlandse bourgeoisie. Het zal dus aan de georganiseerde arbeiders binnen de vakbond zijn om op te staan en het FNV-bestuur te dwingen zich uit te spreken en solidariteit te organiseren met gediscrimineerde arbeiders. Alleen een arbeidersklasse die het belang van organisatie en solidariteit erkent kan zich beschermen tegen de giftige bedoelingen van dit extreemrechtse kabinet dat wordt aangestuurd door de Nederlandse kapitalistenklasse.