Komende zomer kan hurend Nederland weer een forse verhoging van de maandelijkse lasten verwachten, mede mogelijk gemaakt door het extreemrechtse kabinet-Schoof. Zo krijgt de sociale huur een verhoging van maximaal 5 procent en de middenhuur een verhoging van 7,7 procent voor de kiezen. De automatische reactie van zogenaamd progressieve politici is dan ook om de huren te bevriezen of te kiezen voor een lagere verhoging. Wie voorbij het politieke gekrakeel kijkt ziet echter een ander probleem: de inkomens zijn veel te laag.
De verhogingen zijn zeker niet mals. Zo werd de inflatie in december 2024 geïndexeerd op 4,1 procent. Politici proberen dit probleem ‘goedkoop’ op te lossen door alleen te focussen op één probleem - de aangekondigde huurverhoging - in plaats van naar het totaalplaatje te kijken. Zo dienden de sociaaldemocraten van GroenLinks-PvdA recent een spoedwet in bij de Raad van State om een huurbevriezing af te dwingen. Ze vrezen namelijk dat veel mensen die honderden euro’s niet kunnen betalen. Precies daar ligt ook het pijnpunt in de analyse van de sociaaldemocraten. Het gaat niet enkel om de huur, maar over het inkomen van Nederlandse arbeiders.
Met name de verhoging voor de middenhuur is een kwalijke zaak: beleggers en pandjesbazen kunnen zo lekker verdienen, terwijl huurders zich suf werken om rond te komen. Niet alleen de middenhuurders komen in de problemen: de stijging in de sociale huur kan zorgen voor uitholling van deze sector. Op dit moment komen de inkomsten van woningcorporaties namelijk grotendeels uit de huren. Deze fondsen - bestaande uit geld van de sociale huurders - worden gebruikt om sociale huurwoningen te onderhouden en te bouwen.
De kern van het probleem is dat de overheid woningen als handelswaar beschouwt, en niet als een fundamenteel recht. Zolang de overheid ervoor kiest geen extra geld in de sociale huur te stoppen, zijn woningcorporaties dus afhankelijk van de inkomsten uit de huur om de kosten en het bouwen van woningen te betalen. Daar komt nog eens bij dat de gestegen kosten in grondstoffen en speculatie op grondprijzen ervoor zorgen dat het bouwen van sociale huurwoningen steeds duurder wordt, waardoor er minder worden gebouwd. Het gebrek aan woningen leidt weer tot een hogere druk op de woningmarkt, aangezien meer mensen op zoek zijn dan dat er betaalbare woningen zijn.
Door via een huurverhoging nog meer geld weg te halen bij arbeiders die het toch al niet breed hebben - men huurt niet voor niets in de sociale huursector - wordt als het ware geld rondgepompt van de ene groep (sociale huurders) naar de andere groep (zij die een sociale huurwoning zoeken) binnen de arbeidersklasse. De huurbevriezing die de sociaaldemocraten voorstellen zal, zonder dat daar extra geld voor de sociale huur tegenover staat, een vergelijkbaar effect hebben, aangezien daarmee geld wordt weggenomen voor onderhoud en bouw van sociale huurwoningen. Hoe dan ook blijft er onder de streep niet meer geld over voor de arbeidersklasse.
Overheidsgeld dat voor de woningnood gebruikt zou moeten worden, wordt opgemaakt aan defensie en uitgaven voor de NAVO. Dat is wat de regering doet, maar dat is ook waar het voorstel van de sociaaldemocraten via een omweg op neerkomt.
Daar waar serieus geld zit, de winsten van de bedrijven, kijken Haagse politici doelbewust de andere kant op. De winsten stegen de afgelopen jaren twee keer zo hard als de lonen. De praatjes dat bedrijven deze loonsverhogingen niet kunnen betalen zijn dus onzin, ondanks dat hetzelfde argument werd gebruikt om vorig jaar de verhoging van het minimumloon naar 14 euro af te schieten. Het geld om te investeren in nieuwe, betaalbare woningen, en nog beter; een fatsoenlijk en leefbaar inkomen voor elke arbeider, bestaat wel degelijk.
De sociale huursector is de laatste tijd sowieso een mikpunt van de extreemrechtse regering. Op dit moment ligt namelijk een wetsvoorstel klaar ter consultatie dat ervoor moet zorgen dat statushouders (een asielzoeker met een al dan niet tijdelijke verblijfsvergunning) geen voorrang meer kunnen krijgen bij het vinden van een sociale huurwoning. Waar minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting praat over een ‘gelijk speelveld’ tussen statushouders en andere woningzoekende, is het kraakhelder dat dit trucje de zoveelste poging is Nederland dieper in een crisis te storten, verdeeldheid binnen de arbeidersklasse te zaaien en het creëren van niet bestaande tegenstellingen.
Op de eerste plaats klopt er niks van het beeld dat statushouders een dusdanig grote groep zijn dat andere woningzoekenden geen kans maken op een sociale huurwoning. Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers schat dat per jaar zo’n 5 tot 10 procent vrijgekomen woningen worden betrokken door statushouders. Het CBS berekende dat in 2021 dit percentage neerkwam op slechts 6 procent van de 169.000 toegewezen corporatiewoningen. Tientallen gemeenten schoten direct in het verweer: zij hebben namelijk een wettelijke verplichting om statushouders een woonruimte te bieden, de zogenaamde gemeentelijke taakstelling. Tot 2017 was het ook wettelijk vastgelegd dat statushouders hier voorrang kregen. Als het nu ook nog onmogelijk wordt om voorrang te verlenen aan statushouders kunnen gemeenten niet meer aan deze taakstelling voldoen.
Bovendien, waar moeten deze mensen dan wonen? De minister komt niet verder dan een schijnoplossing: het creëren van ‘doorstroomlocaties’, wat in praktijk betekent dat statushouders in zeer sobere en tijdelijke huisvestingslocaties komen te leven, uit het zicht van de rest van de maatschappij. We kunnen onomwonden stellen dat de minister hiermee een poging doet getto’s te creëren waar statushouders gesegregeerd leven van de rest van Nederland, met alle gevolgen van dien. De erbarmelijke omstandigheden en sociale excessen die hieruit voortvloeien kunnen extreemrechtse politici gebruiken om verder verdeeldheid binnen de arbeidersklasse te zaaien. Dit extreemrechtse kabinet is doelbewust crisis na crisis aan het creëren voor electoraal gewin en het spekken van de bankrekeningen van huisjesmelkers en beleggers.
Met solidariteit en strijd kunnen wij samen strijden voor een wereld waar wonen geen ‘markt’ is. Een fatsoenlijk inkomen onder het kapitalisme is namelijk niet het gevolg van welwillendheid maar van strijd, in het socialisme is een fatsoenlijk inkomen een vanzelfsprekendheid.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die maandelijks verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!