In het jaar 2007 schreef ik in dit blad een stuk waarin vooral ook aandacht werd besteed aan toeslagen. Daarin werd er de nadruk op gelegd dat toeslagen en de hoogte ervan niet vastliggen maar onderdeel kunnen zijn van beslissingen van politieke meerderheden, kortom: van bezuinigingsoperaties. Nu toeslagen – eerder veelal subsidies geheten – na het schandaal met de kinderopvangtoeslagen in een politieke discussie zijn beland, bracht dat mij ertoe er eens meer over na te denken. Zeker nu een rechtse regering zich genoodzaakt weet energietoeslagen ten behoeve van het laagstbetaalde deel van de bevolking, algemene toeslagen en een energieplafond vast te stellen, is het van belang eens stil te staan bij de huidige situatie in een hoogontwikkeld kapitalistisch Nederland en wat daaraan voorafging, als wij dat doen tegen de achtergrond van wat de meest aansprekende onderdelen van de huidige crisis zijn.
Na de Tweede Wereldoorlog was er lange tijd sprake van loonmatiging. Het meest gebruikte argument hiervoor was de noodzaak van de wederopbouw. Het oplossen van de woningnood was toen een van de belangrijkste prioriteiten. Voor de arbeidersklasse betaalbare huurwoningen konden niet gebouwd worden zonder subsidies uit de algemene middelen. Zo kwamen er object-subsidies. Toen dat onvoldoende bleek ook huursubsidies. Later werden de objectsubsidies afgeschaft. Huursubsidies heetten later huurtoeslagen. Voor inwoners die een eigen woning wilden werden de premiewoningen uitgevonden. De conclusie moet zijn: zonder deze maatregelen zou de grote massa van de werkende bevolking geen volwaardig dak boven het hoofd kunnen betalen. Uit de veelheid van toeslagen en subsidies nemen wij ook nog de zorgtoeslag. Evenals bij de woningmarkt is ook de ziektekostenverzekering steeds verder de kapitalistische marktwerking opgeduwd. Niet de behoefte voorop, maar het rendement.
Wie dit alles vanuit een zuiver kapitalistisch denken beredeneert die moet wel tot de conclusie komen dat vele miljoenen mensen niet in staat waren – en ook nu niet – de gangbare kosten van wonen en gezondheid van hun arbeidsinkomsten te betalen. Vanuit onze visie beredeneerd zijn al die toeslagen tegelijkertijd verworvenheden én gigantische loonsubsidies aan het bedrijfsleven, waarvan het grootkapitaal het meest van profiteert. Denk ook aan het eeuwigdurende mantra dat de loonkosten in de hand gehouden moeten worden ten gunste van de vaderlandse concurrentiepositie. Dus lonen matigen of inleveren voor behoud van werkgelegenheid…
Na het uitbreken van het toeslagenschandaal omtrent kinderopvang kwam de discussie over toeslagen in het algemeen voor het voetlicht. In pogingen dit schandaal enigszins te kleineren werd gesproken en geschreven over dat ‘we het met elkaar wel erg ingewikkeld en onoverzichtelijk hadden gemaakt’. Zo wordt de oorzaak niet gelegd bij de ook niet van racisme gespeende minachting voor de arbeidersklasse, maar bij al veel eerder verkeerde genomen politieke beslissingen. Aan de wirwar van allerlei toeslagen zou een einde moeten komen… Een zeer gevaarlijke gedachte. Zeker nu we voor wat de volkshuisvesting en de gezondheidszorg ons ernstig zorgen moeten maken. Als we het over huren hebben dat weten we dat er in de ‘vrije sector’ – die steeds verder oprukt – de laagste maandhuren vaak in de buurt van een volledig maandinkomen liggen. Als we de discussies rondom de toekomstige volksgezondheid volgen dan zullen er vele mensen sterven die onder de huidige omstandigheden nog gered kunnen worden.
Dat het grootkapitaal altijd al op grote schaal door de overheid gesubsidieerd wordt is niet onbekend. Maar dat allerlei noodzakelijke toeslagen ten gunste van de bevolking in feite ook loonsubsidies voor de bedrijven zijn, wordt er nooit uitgelicht. De wereld is wel erg ingewikkeld geworden. De overheid zorgt er ook voor dat dat een groot deel van de bevolking niet in de diepste armoede vervalt, door een deel van de loonkosten te betalen. Want: concurrentiepositie! Hoezo concurrentiepositie, als hetzelfde in al die andere landen ook gebeurt…
Een herinnering. Alweer heel wat jaren geleden. Zij was met haar twee opgroeiende kinderen van uit een blijf-van-mijn-lijfhuis in ons dorp terechtgekomen. Gevlucht voor een gewelddadige man en later gescheiden van deze man die, zoals bleek, een berg schuld had nagelaten; hij hield van mooie auto’s en motorfietsen. Zij moest haar aandeel van de schuld – de helft – aflossen. Met de gemeente was een regeling getroffen, zodat een bedrag op haar maandelijkse bijstandsuitkering werd ingehouden. Omdat de gemeente niet rekening hield met de aflossingsvrije som, was haar uitkering uitzonderlijk laag. Met twee opgroeiende kinderen was daar totaal niet van rond te komen.
Van de lotgevallen van dit gezin – waarbij de gemeentelijke instanties zich zeker niet hun menselijke kant lieten zien – sla ik een heel stuk over. Mevrouw kreeg ieder jaar kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen en heffingen. Toen ik eens langskwam vertelde ze mij dat ze deze keer voor kwijtschelding was afgewezen. Zij had al een bezwaarschrift ingediend dat door de gemeente ongegrond was verklaard. Nu was ze bezig een officieel niet bestaand ‘tweede bezwaarschrift’ in te dienen. Er van overtuigd zijn dat dit een onbegaanbare weg zou zijn vroeg ik haar of ze mij toe wilde staan haar situatie aan een of meer gemeenteraadsleden van andere partijen voor te leggen. Zij stemde toe.
Erg boos zijnde schreef ik een pamflet. Voorshands niet voor de openbaarheid bedoeld, maar om de kwaadheid om zoveel onrecht van mij af te schrijven. Ik belde de fractievoorzitter van de grootste coalitiepartij – die ook de wethouder van sociale zaken leverde – op voor een gesprek. In het gesprek bij haar thuis legde ik de zaak voor en vroeg haar deze kwestie met haar partijgenoot-wethouder op te lossen. Tevens liet ik iets doorschemeren van wat ik op papier had gezet. De zaak zou besproken worden.
Enkele dagen daarna werd ik door haar op de fiets ingehaald. Zij had er met de wethouder over gesproken. Er kon geen kwijtschelding verleend worden, maar het te innen bedrag zou worden ‘afgeboekt’. Wat dus betekende dat zij het bedrag niet hoefde te betalen. De manier waarop het raadslid van die andere partij me dit vertelde verried enige trots en tevredenheid over deze goede daad. Toen later de sociale paragraaf van de gemeentebegroting aan de orde was en ik als communistisch gemeenteraadslid de asociale politiek in die tijd hekelde, sprak mevrouw de volgende woorden uit: de heer Visser die kan weten dat sociale kwesties in een gesprek opgelost kunnen worden… Zo werd het sociale vraagstuk en de regeringspolitiek tot een onderonsje teruggebracht. Tot mijn tevredenheid moest ik vaststellen dat een communist eraan had bijgedragen dat een tegenstander van het communisme een goede sociale daad had verricht. Met die arme vrouw, de moeder van twee opgroeiende kinderen, is het later niet zo goed afgelopen…
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!