Hieronder publiceren we de toespraak van Marianne namens het Partijbestuur van de NCPN op de herdenking van de Februaristaking die de NCPN en de CJB op 20 februari organiseerden. Marianne ging in op het fascisme, het klassenkarakter ervan en de oorzaak van het opduiken van het fascisme. Zij benadrukte de noodzaak om ook vandaag de dag het fascisme goed te doorgronden om ertegen te kunnen strijden.
Marianne (Partijbestuur NCPN)
Als kind gingen wij al mee naar de herdenking van de Februaristaking bij de Dokwerker. Ik herinner mij de kou en de ernst van de grote mensen. Ook toen, in de jaren ’60 en ’70, werd het enorme belang onderkend om als communisten deze daad van verzet te herdenken. De Februaristaking was een golf van solidariteit die uitdrukking gaf aan een diepgevoelde haat. Tegen de bezettingsmacht en de WA-mannen van de NSB met hun misdadige terreur tegen de joodse bevolking. Een fascistische bezettingsmacht. Dat communisten leiding gaven aan de staking was geen toeval. Zij waren al jaren organisatoren van de strijd tegen het fascisme, want het fascisme streed met man en macht tegen hen!
Wij kunnen ons de invloed van de Oktoberrevolutie van 1917 bijna niet meer voorstellen. Tijdgenoten uit de VS vertellen ons dat de Sovjet-Unie een tweede vaderland was voor miljoenen mensen in de hele wereld. Het was het land waar mannen en vrouwen alles opofferden om een nieuwe beschaving op te bouwen, niet voor Rusland maar voor de hele wereld. NCPN-raadslid Rinze Visser vertelde onlangs: “Mensen zoals ik, gewone arbeiders, werden voor het eerst serieus genomen en niet meer als uitschot gezien.” De Oktoberrevolutie maakte duidelijk: het kapitalisme is niet onaantastbaar en de georganiseerde arbeidersklasse heeft doorslaggevende macht.
Daarna, na afloop van de Eerste Werelddoorlog ontstonden in heel Europa de eerste fascistische bewegingen, van Oost-Europa tot in Portugal. Tijdens de crisis groeiden die snel, zoals in Italië in de jaren ‘20 en in Duitsland in jaren ‘30. Die lange economische crisis van de dertiger jaren heeft ook Nederland hard geraakt. De februaristakers in 1941 zullen zich de jaren 1932-1937 goed herinnerd hebben, want het was bittere armoe. In 1935 was bijna 20% van de beroepsbevolking werkloos, maar van de geschoolde arbeiders was dat 1 op de 3 en van de ongeschoolde arbeiders zelfs de helft, en dan ook vaak langer dan een jaar zonder werk. Het betekende de werkverschaffing of de crisissteun. Ook was er de bedeling van de verafschuwde armenzorg, die bij je thuis kwamen kijken of je wel arm genoeg was. De crisis betekende een verheviging van de klassenstrijd tussen arbeid en kapitaal, want ook toen moest de rekening van de crisis worden betaald.
Die langdurige depressie in de wereldeconomie veroorzaakte ook grote spanningen binnen de heersende klasse zelf. Groepen uit de middenklasse, middenstanders, kleine zelfstandigen en boeren konden overal nauwelijks het hoofd boven water houden. Grote monopoliekapitalisten beschermden hun binnenlandse markten en zochten over de hele wereld naar meer afzetmarkten. Naar meer grondstoffen en meer mogelijkheden om winstgevend te investeren. Om zo, ondanks de overproductie, met hun bedrijf te kunnen overleven.
Tegen deze achtergrond kwamen fascistische partijen aan de macht, met meer of minder openlijke steun van de heersende klasse. Fascisten presenteerden zich als een radicale beweging. Zij gingen heftig te keer tegen de uitbuiting door banken en financiersmagnaten, en voor de kleine bezittende klasse. Tegen de liberale burgerij, tegen partijenpolitiek en tegen de zwakke democratie.
Zij zouden een ware volksgemeenschap vormen, gehoorzaam aan het gezag van een sterke leider, in een nieuwe fascistische orde, zonder klassenstrijd. Het volk, de natie, moest worden gered en verdedigd tegen bedreiging van buiten, tegen benadeling door andere landen. Maar vooral ook tegen bedreiging van binnenuit, door verborgen vijanden en samenzweringen. Het nazisme was doordrenkt van een radicale Jodenhaat en de zogenaamde “rassenleer”.
Het is moeilijk om nuchter te kijken en te praten over fascisme, omdat we zo doordrongen zijn van de verschrikkingen en het onmeetbare lijden dat het heeft veroorzaakt. Toch moeten wij dat blijven doen, om niet alleen onze afschuw uitspreken over wat er gebeurde en gebeurt, maar ook zoeken naar inzicht. We kunnen dan aansluiten bij de bijdrage van Georgi Dimitrof op de Komintern van 1935.
Hij leerde ons dat we de fascistische partijen niet kunnen begrijpen alleen aan de hand van de uiterlijkheden zoals de propaganda, het geweld, het racisme of aan de hand van de mensen die de beweging vormden. Maar dat we door al die verschijnselen heen moeten zoeken naar de klassentegenstellingen en de klassenstrijd die wordt gevoerd tussen kapitaal en arbeid. En wat zien we dan? Die zogenaamde revoluties van fascisten zijn geen aanval op de heerschappij van de kapitalistenklasse. Niet op de liberale burgerij en niet op de banken. Zij tasten de sociale en economische privileges van de heersende klasse nauwelijks aan. Wel schakelen zij de vakbonden en arbeidersbeweging uit en stellen een regime in van barbaarse uitbuiting en onderdrukking. Zij stellen de natie voor als had zij één gemeenschappelijk belang: overleven door middel van imperialistische veroveringsoorlogen. En zij vervangen de burgerlijke parlementaire democratie door een openlijke terroristische dictatuur. Wat dat betekende en waar dat toe heeft kunnen leiden, weten wij nu.
In 1941 wisten de leden van de CPN dat ook al, zij waren goed geïnformeerd via de Komintern en ervaren in de strijd, net als de communisten in alle andere bezette landen. Het is belangrijk om hun strijd te blijven herdenken, omdat nog steeds en steeds brutaler wordt geprobeerd hun geschiedenis te herschrijven.
Triest dieptepunt is de Resolutie van het Europees Parlement van 19 september 2019, waarbij de Sovjet-Unie zelfs wordt voorgesteld als bondgenoot van Nazi-Duitsland en mede aanstichter van de Tweede Wereldoorlog. Met een onwetenschappelijke verdraaiing van historische feiten worden communisme en fascisme gelijkgesteld. Een regelrechte aanslag op de nagedachtenis van al die communistische verzetsstrijders, van wie velen werden vermoord door de fascistische bezetter.
Daarom staan wij hier vandaag op de Noordermarkt, waar de organisatoren van de Februaristaking bijeen kwamen. Om hun nagedachtenis hoog te houden en te vertellen over wat er gebeurde en gebeurt. En staan wij er volgend jaar weer.
Marianne is lid van het Partijbestuur van de NCPN.
Wil je een abonnement op Manifest?
Met jullie hulp garanderen we een communistische visie op de actualiteit in Nederland
Manifest is de krant van de NCPN die tien keer per jaar verschijnt. Met Manifest blijf je op de hoogte van de actualiteit en van onze acties. Manifest belicht verschillende aspecten van de strijd in binnen- en buitenland, en publiceert analyses die inzicht bieden in de nationale en internationale ontwikkelingen vanuit een marxistisch-leninistisch perspectief. Neem nu een abonnement op Manifest of vraag een gratis proefabonnement aan.
Abonneer Nu!